ECLI:NL:RBDHA:2024:15545
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheid Frankrijk
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 september 2024 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, met V-nummer [V-nummer], had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie op 13 augustus 2024 niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 3 september 2024, maar de verzoeker en zijn gemachtigde, mr. B.A. Palm, waren niet verschenen. De minister werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. M.H.S. Volker. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL24.32076, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in die zaak op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening in deze zaak kwam te vervallen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.