Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
F.Q. Peters, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 25 september 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij een referent. De minister van Asiel en Migratie heeft echter niet tijdig een besluit genomen op deze aanvraag. Eiser heeft op 11 april 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2 van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Voordat eiser beroep kan instellen, moet hij het bestuursorgaan schriftelijk in gebreke stellen. Eiser heeft dit gedaan op 27 maart 2024, en de minister heeft deze ingebrekestelling op 28 maart 2024 ontvangen. De termijn van twee weken voor het nemen van een besluit begint op 29 maart 2024, wat betekent dat de beslistermijn op 12 april 2024 is verstreken.
Eiser heeft zijn beroepschrift ingediend op 11 april 2024, wat betekent dat het beroep niet voldoet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.