Uitspraak
[gedaagde] B.V.,
1.De procedure
- de pleitnotities van de gemachtigde van [gedaagde] met 15 producties (nrs. 1 tot en met 15).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 4 oktober 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer en zijn werkgever, een besloten vennootschap. De werknemer, die sinds 24 april 2015 in dienst is, vorderde wedertewerkstelling nadat hij op non-actief was gesteld vanwege een affectieve relatie met een bewoonster van het vakantiepark waar hij werkzaam was. De werkgever had zorgen over de persoonlijke situatie van de werknemer en weigerde hem toegang tot zijn werkzaamheden, wat leidde tot deze rechtszaak. De kantonrechter oordeelde dat de zorgen van de werkgever niet voldoende zwaarwegend waren om de werknemer de toegang tot zijn werk te ontzeggen. De rechter wees de vordering van de werknemer toe, maar met de voorwaarde dat hij zijn werkzaamheden niet binnen een straal van 75 meter van de woning van de bewoonster zou verrichten. De kantonrechter benadrukte het beginsel van goed werkgeverschap en het recht van de werknemer op tewerkstelling, tenzij er sprake is van een redelijke en zwaarwegende grond om dit te weigeren. De werkgever werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten.