ECLI:NL:RBDHA:2024:15433
Rechtbank Den Haag
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek in een strafzaak met betrekking tot de schijn van partijdigheid
Op 25 september 2024 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Den Haag een verzoek tot verschoning toegewezen. Het verzoek was ingediend door mr. F. Guljé, rechter in de rechtbank Den Haag, in verband met zijn eerdere bemoeienis met de partijen in de strafzaak met parketnummer 09/125692-24. De verdachte is gedetineerd in de PI [plaats], locatie [locatie], en wordt bijgestaan door mr. J.J. Boelaars, advocaat te Rotterdam.
De procedure rondom het verschoningsverzoek is niet ter zitting behandeld, aangezien een verschoningsverzoek niet dezelfde behandeling vereist als een wrakingsverzoek. De rechter heeft in zijn verzoek aangegeven dat hij eerder betrokken is geweest bij de zaak, wat aanleiding gaf tot de indiening van het verzoek. De beoordeling van het verzoek is gebaseerd op de aanname dat rechters op grond van hun aanstelling onpartijdig worden geacht, maar dat uitzonderlijke omstandigheden kunnen wijzen op vooringenomenheid.
In dit geval was de rechter betrokken bij een zaak tegen een medeverdachte, waarbij op 7 oktober a.s. vonnis zal worden gewezen. Dit kan de schijn van partijdigheid oproepen, wat de reden was voor de toewijzing van het verzoek. De verschoningskamer heeft bepaald dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen, en dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond op het moment van indiening van het verschoningsverzoek. Een afschrift van de beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen, waaronder de verdachte en de officier van justitie, mr. S. Sleeswijk-Visser.