ECLI:NL:RBDHA:2024:15330
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft eiser op 6 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 16 juli 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 25 september 2024 uitspraak gedaan. In het besluit van 3 april 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Eiser heeft desgevraagd aangegeven het beroep te handhaven, ondanks de inwilliging van zijn aanvraag.
De rechtbank heeft geoordeeld dat, voor zover het beroep gericht is tegen het niet tijdig nemen van een besluit, met de inwilliging van de aanvraag aan het beroep is tegemoetgekomen. Hierdoor heeft eiser, gelet op artikel 6:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in zoverre geen procesbelang meer. De rechtbank heeft het beroep dan ook kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.
Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser terecht beroep heeft ingesteld vanwege het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 437,50, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.