ECLI:NL:RBDHA:2024:15325

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 september 2024
Publicatiedatum
26 september 2024
Zaaknummer
AWB 23_2546
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening wegens niet-betaling griffierecht

Op 24 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de minister van Asiel en Migratie. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, die eerder was afgewezen door de minister. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker verplicht was griffierecht te betalen, vastgesteld op € 184. De verzoeker is in de gelegenheid gesteld om dit griffierecht binnen vier weken te betalen of een onderbouwd beroep op betalingsonmacht te doen.

Echter, de rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen en dat er geen bewijs is dat deze situatie niet aan de verzoeker is toe te rekenen. Hierdoor heeft de rechtbank het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 23/2546

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 7 februari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afgewezen.
Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. Hij heeft tevens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Iemand die de voorzieningenrechter verzoekt om een voorlopige voorziening te treffen, moet op grond van artikel 8:82, eerste lid van de Awb griffierecht betalen. Voor verzoeker is het griffierecht vastgesteld op € 184.
2. Bij brief van 21 maart 2023 is verzoeker in de gelegenheid gesteld het griffierecht binnen vier weken te betalen, dan wel binnen die termijn een onderbouwd beroep op betalingsonmacht te doen. Daarbij is hij tevens gewezen op de mogelijkheid dat zijn beroep anders niet-ontvankelijk verklaard kan worden
3. De rechtbank stelt vast dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen. Het is de rechtbank niet gebleken dat dit niet aan verzoeker is toe te rekenen.
4. Het verzoek is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 24 september 2024 door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open