ECLI:NL:RBDHA:2024:15324

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 september 2024
Publicatiedatum
26 september 2024
Zaaknummer
AWB 23_2545
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de rechtbank in asielzaak na bezwaar

In de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door een V-nummer, en de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de Rechtbank Den Haag op 24 september 2024 uitspraak gedaan. Eiser had op 7 februari 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, welke door de minister werd afgewezen. Eiser heeft op 1 maart 2023 bezwaar gemaakt tegen dit besluit en tegelijkertijd een verzoek tot een voorlopige voorziening ingediend, evenals het onderhavige beroep.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 8:1 van de Awb een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen, maar dat op grond van artikel 7:1 van de Awb eerst bezwaar gemaakt moet worden tegen het bestreden besluit voordat beroep kan worden ingesteld. De rechtbank concludeert dat eiser ten onrechte direct beroep heeft ingesteld zonder de beslissing op het bezwaar af te wachten.

Daarom verklaart de rechtbank zich kennelijk onbevoegd om van het beroep kennis te nemen. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 23/2545

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser

V-nummer: [V-nummer]
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 7 februari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afgewezen.
Eiser heeft op 1 maart 2023 bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. Hij heeft daarnaast de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening. Ook heeft eiser op 1 maart 2023 het onderhavig beroep ingesteld.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Artikel 8:1 van de Awb bepaalt dat een belanghebbende tegen een besluit beroep in kan stellen bij de rechtbank.
2. Op grond van artikel 7:1 van de Awb dient tegen het bestreden besluit bezwaar te worden gemaakt alvorens daartegen beroep ingesteld kan worden.
3. De rechtbank is van oordeel dat eiser ten onrechte beroep heeft ingesteld. Eiser had eerst de beslissing op bezwaar moeten afwachten alvorens beroep in te stellen bij de rechtbank. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om het beroep op grond van artikel 6:15 van de Awb door te zenden aan verweerder, omdat eiser al bezwaar heeft gemaakt tegen het bestreden besluit.
4. De rechtbank verklaart zich kennelijk onbevoegd van het beroep kennis te nemen.

Beslissing

De rechtbank verklaart zich onbevoegd om van het beroep kennis te nemen.
Deze uitspraak is gedaan op 24 september 2024 door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.