Op 12 februari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting SOS Den Haag en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. De zaak betreft een beroep tegen de verlening van een omgevingsvergunning voor de verbouwing van een bedrijfspand aan de [straatnaam] in [plaats] tot woningen. De vergunning was eerder verleend op 17 augustus 2021 en gehandhaafd bij besluit op bezwaar van 22 maart 2022. Eiseres, Stichting SOS Den Haag, was het niet eens met deze vergunning en heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 19 januari 2024 zijn de gemachtigden van beide partijen en de vergunninghouder aanwezig geweest.
De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiseres beoordeeld, waaronder de stelling dat de vergunning is verleend voor het verkeerde adres en dat er geen correct bodemonderzoek is uitgevoerd. De rechtbank oordeelde dat de onjuiste vermelding van het huisnummer geen reden was om het bestreden besluit te vernietigen, aangezien er geen misverstand bestond over de locatie van het bouwplan. Daarnaast werd het beroep op de procedurele normen en de schending van de bodembeschermingsnormen afgewezen, omdat deze niet tot vernietiging van het besluit konden leiden. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat eiseres geen gelijk kreeg. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen zes weken na verzending van de uitspraak.