ECLI:NL:RBDHA:2024:15244
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens gelijktijdige beslissing op beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 september 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. F.S. Boedhoe, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Asiel en Migratie was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 5 september 2024, waarbij zowel de gemachtigde van de verzoeker als de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren. Na de behandeling van de zaak heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in de zaak met nummer NL24.29620, waarin het beroep van de verzoeker werd behandeld. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 5 september 2024 door mr. I. Helmich, in aanwezigheid van griffier mr. M.M.A.F.C. Lienaerts. De bekendmaking van het proces-verbaal vond plaats op 10 september 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.