ECLI:NL:RBDHA:2024:15243

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 september 2024
Publicatiedatum
25 september 2024
Zaaknummer
C/09/671529 / FA RK 24-6109
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansluitende machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 10 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake een aansluitende zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren op [geboortedag] 1966, die momenteel verblijft in een accommodatie. De officier van justitie had op 23 augustus 2024 een verzoek ingediend voor deze zorgmachtiging, waarbij verschillende bijlagen, waaronder medische verklaringen en een zorgplan, waren gevoegd. Tijdens de mondelinge behandeling werd betrokkene bijgestaan door haar advocaat, mr. S.V. Jansen. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was om ernstig nadeel af te wenden, gezien de psychische toestand van betrokkene, die lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met ernstige stemmingsklachten. De rechtbank constateerde dat betrokkene wisselende periodes van stabiliteit en verwardheid vertoont, wat leidt tot situaties waarin zij niet in staat is om voor zichzelf te zorgen. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van een jaar, tot en met 10 september 2025, en wees het meer of anders verzochte af. De beschikking is vastgesteld op 23 september 2024 en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/671529 / FA RK 24-6109
Datum beschikking: 10 september 2024

Aansluitende machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een aansluitende zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de betrokkene] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1966 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [accomodatie] . [adres] te [plaats] ,
advocaat: mr. S.V. Jansen te Zoetermeer.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 23 augustus 2024, heeft de officier van justitie verzocht om een aansluitende zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 15 augustus 2024 ondertekende medische verklaring van A. Ouwehand, psychiater, die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij haar behandeling betrokken was;
- een blanco zorgkaart;
- een zorgplan van 16 augustus 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 22 augustus 2024;
- een brief van de officier van justitie van 15 juli 2024, waaruit blijkt dat er ten aanzien van betrokkene geen recente politiemutaties zijn en betrokkene geen justitiële documentatie heeft.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 10 september 2024. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- arts in opleiding tot psychiater, Van ’t Hoofd.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet gehoord.

Standpunten ter zitting

Door en namens betrokkene is ter zitting naar voren gebracht dat zij zich goed voelt en inmiddels zelfstandig wandelingen maakt. Zij gaat ook uit zichzelf naar sommige verpleegkundigen toe om rust te vinden. Betrokkene wil graag weer zelfstandig wonen. Zij wil dan graag ’s ochtends hulp om een start te kunnen maken met de dag. Betrokkene heeft namelijk moeite met opstaan. In de avond wil betrokkene dan dat er iemand langskomt om haar te helpen met de medicatie. De dochter van betrokkene is eventueel ’s nachts ook bereikbaar om te kunnen helpen. Betrokkene begrijpt dat het nodig kan zijn om soms in te grijpen met verplichte zorg, maar zij heeft wel moeite met ‘het insluiten’ als vorm van verplichte zorg. De advocaat stelt dat het niet nodig is om deze vorm van verplichte zorg op te nemen in de zorgmachtiging. De advocaat voert aan dat ‘het insluiten’ als vorm van verplichte zorg in de medische verklaring niet is aangekruist. Verder merkt de advocaat op dat betrokkene binnenkort naar een open afdeling zal gaan en dat het dus ook een tijdje goed moet zijn gegaan zonder dat betrokkene is ingesloten.
De arts in opleiding tot psychiater heeft, kort en zakelijke weergeven, het volgende ter zitting naar voren gebracht. Betrokkene heeft wisselend goede - en slechte dagen. Als betrokkene een minder goede dag heeft, komt zij moeilijk uit bed en kan zij niet goed omgaan met spanningen. Tijdens een second opinion bij het Erasmus MC is vastgesteld dat de diagnose schizofrenie minder toepasselijk is. Dit neemt niet weg dat betrokkene wel last heeft van ‘stemmen door vroeger’. Betrokkene werkt mee aan de zorg maar als zij een slechte dag heeft, is het moeilijk om contact met haar te krijgen. Soms lopen de spanningen zo hoog op dat betrokkene niet meer begrensd kan worden en moet worden ingesloten. Het insluiten van betrokkene wordt noodzakelijk geacht om haar veiligheid en die van anderen in de accommodatie te waarborgen. Betrokkene is de afgelopen periode meermaals ingesloten geweest, waarbij het zelfs is voorgekomen dat dit voor de duur van twee weken nodig was.

Beoordeling

Op 19 maart 2024 is door de rechtbank een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden tot en met 18 september 2024.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een persoonlijkheidsstoornis met ernstige stemmingsklachten.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- maatschappelijke teloorgang.
De rechtbank constateert dat beeld wisselend is. Betrokkene heeft goede - en slechte periodes. Sinds de opname van betrokkene in het voorjaar van 2024 zijn er verschillende behandelinterventies geprobeerd, maar de interventies hebben niet het gewenste effect gehad. Betrokkene is meermaals vermist geraakt. Zij is toen verward en suïcidaal teruggevonden. Ook op de afdeling van de accommodatie kan betrokkene zich soms suïcidaal uiten of dermate gespannen zijn dat zij ingesloten moet worden. Gelet op die slechte periodes, die betrokkene soms doormaakt, is de rechtbank van oordeel dat zij momenteel niet in staat is om op stabiele wijze voor zichzelf te zorgen. Om het ernstig nadeel af te wenden, heeft betrokkene daarom zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene raakt snel overvraagd waarbij de spanningen kunnen oplopen. De spanningen zorgen voor een toename van verwardheid. Betrokkene laat dan zorgmijdend gedrag zien. Er is eerder geprobeerd om betrokkene thuis te laten wonen, maar dat is niet gelukt. Het steunsysteem van betrokkene raakte toen overbelast.
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
De rechtbank is van oordeel dat de vormen van verplichte zorg ‘insluiten’ en ‘het uitoefenen van toezicht’ noodzakelijk zijn. Ter zitting is gebleken dat deze vormen van verplichte zorg meermaals en nog niet zo heel lang geleden zijn toegepast. De rechtbank acht de toepassing van deze vormen van verplichte zorg daarom voorzienbaar.
Conform art. 6:4 lid 2 Wvggz is de rechtbank bevoegd om – afwijkend van het verzoek van de officier van justitie – vormen van verplichte zorg toe te wijzen om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank is van oordeel dat de vorm van verplichte zorg ‘onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gevaarlijke voorwerpen’ noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden, aangezien betrokkene met spullen kan gooien of spullen meeneemt waarmee ze anderen iets kan aandoen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gevaarlijke voorwerpen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is bovendien evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de betrokkene] ,

geboren op [geboortedag] 1966 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gevaarlijke voorwerpen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 10 september 2025;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.S. Perniciaro, rechter, bijgestaan door S.N. Maas als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 10 september 2024.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 september 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.