ECLI:NL:RBDHA:2024:15238

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 september 2024
Publicatiedatum
25 september 2024
Zaaknummer
NL24.5606
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 september 2024 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.C.M. Nederveen, had een verzoek ingediend tegen de afwijzing van zijn aanvraag tot afgifte van een document dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan zou bevestigen. Dit verzoek volgde op een besluit van de Minister van Asiel en Migratie, die het bezwaar van de verzoeker tegen de afwijzing van zijn aanvraag op 2 februari 2024 als ongegrond had verklaard.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 12 juni 2024, samen met een andere zaak (NL24.5603). In de uitspraak van vandaag, die betrekking heeft op die andere zaak, heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er inmiddels op het beroep van de eiser is beslist. Hierdoor heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. E.E.M. van Abbe, in aanwezigheid van griffier mr. M.M.A.F.C. Lienaerts.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.5606
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. A.C.M. Nederveen),
en

de Minister van Asiel en Migratie1, verweerder (gemachtigde: mr. Y. Verheugd).

Procesverloop

Bij besluit van 2 februari 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoeker tegen de afwijzing van zijn aanvraag tot afgifte van een document
als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vreemdelingenwet, waaruit het
rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen als zijnde ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.5603, op 12 juni 2024 op zitting behandeld.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.5603, heeft de rechtbank geoordeeld op het beroep van eiser. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.E.M. van Abbe, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.M.A.F.C. Lienaerts, griffier.
1 Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.
zaaknummer: NL24.5606
2
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
03 september 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.