Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De ontvankelijkheid van de officier van justitie
"Mensen die hun alarms willen ombouwen cc me!! ( Doorboren kan ook)". De verbalisant heeft vervolgens met ‘ [bijnaam] ’ via Telegram een gesprek gevoerd over het ombouwen van alarmpistolen. Op enig moment vraagt de verbalisant aan ‘ [bijnaam] ’:
‘Maar bouw je alleen of push je ook door broer’, waarbij de rechtbank begrijpt dat doorpushen staat voor verkopen. ‘ [bijnaam] ’ reageert hierop ongeveer 13 minuten later door te zeggen:
‘Alle twee beetje man’, waarbij hij een filmpje van een wapen stuurt en zegt dat hij dat wapen laatst heeft verkocht. De verbalisant antwoordt onder meer met ‘
lame wete wat je nog heb ligge en of je weg doet’. De volgende ochtend stuurt [bijnaam] een nieuw filmpje, van een zwart kleurig vuurwapen in een doosje waarop 'mini gap' staat, en zegt ‘
heb deze ook liggen’. In het daaropvolgende gesprek vraagt de verbalisant naar de prijs en wordt de afspraak voor de overdracht gemaakt. De rechtbank is van oordeel dat hier geen sprake is van uitlokking door de verbalisant. De vraag van de verbalisant of ‘ [bijnaam] ’ niet alleen ombouwt maar ook verkoopt, betreft een open vraag. Deze vraag is – gezien de context van het gesprek, namelijk vanuit de Telegramgroep 'Vuurwapens, alarmpistolen & ombouw' – niet erop gericht om ‘ [bijnaam] ’ te brengen tot het begaan van een strafbaar feit, waarop zijn opzet nog niet was gericht. Vervolgens blijkt uit de reactie van ‘ [bijnaam] ’ duidelijk dat hij ook al vóór het moment van de pseudokoop bezig was met de verkoop van wapens. Dat de verbalisant, nadat ‘ [bijnaam] ’ duidelijk heeft gemaakt zich ook bezig te houden met de verkoop van wapens, vervolgens vraagt of hij ‘nog wat heeft liggen’, is naar het oordeel van de rechtbank evenmin uitlokking. De rechtbank constateert hierin dus geen vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv.
4.De bewijsbeslissing
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De op te leggen straf
8.De inbeslaggenomen voorwerpen
9.De toepasselijke wetsartikelen
10.Bijlage
11.De beslissing
taakstraf, bestaande uit een
werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de duur van
80 (TACHTIG) UREN;
40 (VEERTIG) DAGEN;