ECLI:NL:RBDHA:2024:15183

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 september 2024
Publicatiedatum
24 september 2024
Zaaknummer
671263
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblemen

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 10 september 2024, wordt een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, geboren in 2008 in Polen. De kinderrechter heeft de beschikking genomen in de zaak van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, die als gecertificeerde instelling optreedt. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 20 augustus 2024 werd ingediend, en de mondelinge behandeling vond plaats op 10 september 2024. De minderjarige was niet aanwezig, maar zijn advocaat gaf aan dat hij akkoord ging met de gesloten machtiging voor zes maanden.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, die in een gesloten accommodatie verblijft, ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen heeft die zijn ontwikkeling belemmeren. De kinderrechter oordeelt dat jeugdhulp noodzakelijk is en dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen. De voogdij over de minderjarige berust bij de gecertificeerde instelling, waardoor een ondertoezichtstelling niet vereist is. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de periode van 10 september 2024 tot 10 maart 2025, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/671263 / JE RK 24-1521
Datum uitspraak: 10 september 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2008 in [geboorteplaats] , Polen,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. A. Ramsoedh te Delft.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in zijn beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 20 augustus 2024;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 7 september 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 10 september 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • [naam 1] namens de gecertificeerde instelling;
  • de advocaat van [minderjarige] ;
- [naam 2] , een medewerker van [instelling] , als toehoorder.
[minderjarige] is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat [minderjarige] wel juist is opgeroepen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de advocaat naar voren gebracht dat [minderjarige] in overleg met zijn advocaat ervoor heeft gekozen niet aanwezig te zijn bij de mondelinge behandeling.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 6 november 2020 is het ouderlijk gezag van de moeder van [minderjarige] , [de moeder] , beëindigd en is Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden benoemd tot voogdes over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] verblijft in accommodatie voor gesloten jeugdhulp, te weten bij [instelling] .
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 16 juli 2024 een machtiging verleend [minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 22 september 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
3.2.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. [minderjarige] werkt op dit moment aan het accepteren en respecteren van de grenzen van anderen en dit verloopt positief. Hij profiteert van de structuur en duidelijkheid van de gesloten groep en het contact met een aantal vaste medewerkers. Het contact met zijn vaste coach is tevens versterkt. De afgelopen maanden hebben zich geen zware agressie-incidenten voorgedaan en is [minderjarige] bezig met het opbouwen en volhouden van zijn dagbesteding. Op 12 oktober 2024 zal [minderjarige] worden overgeplaatst naar de Studio’s van Horizon in Den Haag. De Studio’s sluiten beter aan bij de behoeftes van [minderjarige] , waardoor hij meer rust zal ervaren. Ondanks dat het de afgelopen tijd goed gaat met [minderjarige] zijn er nog wel zorgen. Blowen, het gebruik van bewustzijnsbeïnvloedende middelen en nachtelijk telefoongebruik vormen een bedreiging voor [minderjarige] , omdat hij zijn afspraken hierdoor niet nakomt. Daarnaast heeft [minderjarige] een chaotische en onveilige jeugd gehad waardoor hij getraumatiseerd is. Er is sprake van forse en aanhoudende gedragsproblemen. In december 2023 is [minderjarige] gediagnosticeerd met een normoverschrijdende gedragsstoornis en een licht bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling bij een beneden gemiddelde intelligentie. Daarom is het belangrijk dat [minderjarige] voor langere tijd begeleid zal blijven worden en de nodige hulp zal ontvangen. Horizon heeft toegelicht dat zij het eerste half jaar van wonen op Studio’s werken met een gesloten machtiging tot uithuisplaatsing. In de praktijk worden er doorgaans geen vrijheidsbeperkende maatregelen toegepast, maar kan wel een time-out op een gesloten groep worden ingelast. Dit gebeurt alleen na een aantal waarschuwingen en incidenten. Na zes maanden is er geen gesloten machtiging meer nodig. Er zal dan worden gezocht naar een passende vervolgplek en gewerkt worden richting zelfstandigheid. De komende tijd is het belangrijk dat [minderjarige] stabiliseert op zijn aankomende woonplek en hem de rust geboden wordt die hij nodig heeft. Een behandeling heeft op dit moment geen prioriteit.

4.De standpunten

4.1.
Namens [minderjarige] is geen verweer gevoerd tegen het verzochte. De advocaat brengt naar voren dat [minderjarige] niet bij de zitting aanwezig is omdat hij stage loopt en geen behoefte heeft aan een mondelinge behandeling. [minderjarige] heeft aangegeven dat hij akkoord is met het verlenen van de gesloten machtiging voor de duur van zes maanden. Hij wil graag naar Studio’s.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die hij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw)). Omdat de voogdij over [minderjarige] bij de gecertificeerde instelling berust, is een ondertoezichtstelling van [minderjarige] niet vereist (artikel 6.1.2, derde lid, onder b, Jeugdwet).
5.2.
De kinderrechter overweegt daartoe als volgt. De afgelopen tijd heeft [minderjarige] positieve stappen gezet en heeft hij laten zien dat hij klaar en gemotiveerd is voor het wonen bij Studio’s van Horizon. Hij heeft een dagbesteding en gewerkt aan zijn zelfstandigheid. Het is daarom positief dat [minderjarige] op 12 oktober 2024 overgeplaatst kan worden. Dit zal voor meer rust bij [minderjarige] zorgen en hier kan hij met de noodzakelijke begeleiding oefenen met meer zelfstandigheid. Wel is er voor de eerste zes maanden van een plaatsing bij de Studio’s een gesloten machtiging nodig. De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van zes maanden.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 10 september 2024 tot 10 maart 2025.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 september 2024 door mr. T.E.F. Reijnders, kinderrechter, in aanwezigheid van N.M.E. Henke als griffier, en op schrift gesteld op 23 september 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.