Op 10 september 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2007. De zaak betreft de Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden, die verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen tot aan zijn meerderjarigheid in 2025. De kinderrechter heeft de ouders als belanghebbenden aangemerkt en heeft de procedure gevoerd met gesloten deuren. Tijdens de mondelinge behandeling is de minderjarige gehoord en zijn de zorgen over zijn ontwikkeling besproken. De ouders hebben ingestemd met het verzoek, maar hebben ook aangegeven dat de minderjarige zich niet aan de regels houdt en met verkeerde vrienden omgaat.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen over de minderjarige niet zijn afgenomen en dat hij in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. De kinderrechter heeft de wettelijke criteria van het Burgerlijk Wetboek toegepast en geconcludeerd dat de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk zijn in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling te verlengen tot aan de meerderjarigheid en heeft een machtiging tot uithuisplaatsing verleend in een accommodatie voor jeugdhulp. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de ouders zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.