ECLI:NL:RBDHA:2024:1516

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 februari 2024
Publicatiedatum
12 februari 2024
Zaaknummer
NL23.20236
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na intrekking beroep

In deze zaak heeft de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. D. van Elp, een verzoek om voorlopige voorziening ingediend bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag. Dit verzoek volgde op het niet-tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was de verweerder in deze procedure. Op 8 december 2023 heeft de staatssecretaris de asielaanvraag van de verzoeker ingewilligd, waarna de verzoeker zijn beroep tegen het niet-tijdig nemen van een besluit heeft ingetrokken. De voorzieningenrechter heeft vervolgens uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De voorzieningenrechter heeft beoordeeld dat, aangezien het beroep tegen het niet-tijdig nemen van een besluit is ingetrokken, er geen beroep meer aanhangig is. Hierdoor kan er geen toepassing worden gegeven aan artikel 8:81, vijfde lid, van de Awb, wat betekent dat het verzoek om voorlopige voorziening kennelijk niet-ontvankelijk is. De voorzieningenrechter heeft ook vastgesteld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.

De beslissing van de voorzieningenrechter is dat het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak buiten zitting

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL23.20236
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nr.]

(gemachtigde: mr. D. van Elp), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het niet-tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag. Hij heeft tevens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij besluit van 8 december 2023 heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd. Verzoeker heeft vervolgens zijn beroep tegen het niet-tijdig nemen van een besluit ingetrokken.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter van de rechtbank een voorlopige voorziening treffen indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld.
2. Aangezien verzoeker het beroep tegen het niet-tijdig nemen van een besluit heeft ingetrokken, is er geen beroep meer aanhangig. Er kan hierdoor geen toepassing worden gegeven aan artikel 8:81, vijfde lid, van de Awb.
3. Het verzoek is kennelijk niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, op de hieronder vermelde datum en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.