In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 september 2024 een beschikking gegeven over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige], geboren in 2007, zich in een kwetsbare situatie bevindt en dat er ernstige zorgen zijn over haar welzijn. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming, heeft verzocht om een machtiging voor gesloten jeugdhulp, omdat [minderjarige] zich onttrekt aan hulpverlening en in onveilige situaties verkeert. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 september 2024 waren de moeder, de advocaat van [minderjarige] en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling aanwezig. De vader was niet verschenen, ondanks dat hij correct was opgeroepen. De kinderrechter heeft de zorgen over [minderjarige] besproken, waaronder haar impulsieve gedrag, suïcidale gedachten en het ontbreken van een veilig thuis. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de problemen van [minderjarige] aan te pakken en heeft daarom de machtiging verleend voor een periode van twee weken, tot 26 september 2024. De behandeling van het verzoek voor het overige deel is aangehouden, met een nieuwe zitting gepland op 24 september 2024, zodat [minderjarige] kan worden gezien door een gedragswetenschapper en in persoon kan deelnemen aan de zitting.