Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsbeslissing
- gemeen gevaar voor goederen, te weten een tankstation en parkeergarage en (geparkeerde) auto's en nabijgelegen woningen en nabijgelegen bedrijfspanden en,
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
8.De toepasselijke wetsartikelen
12.De beslissing
153 DAGEN;
Ik zag vervolgens dat de grond, rondom de pomp van onze tankstation waar de man werd aangehouden, nat was. Ik zag namelijk dat de grond, van ongeveer een vlak van drie vierkante meter, glom. Ik weet dat dit, enkele minuten voordat deze man werd aangehouden, nog niet het geval was.
Ik zag dat de politie vervolgens met de man naar onze kassa liep. De politie gaf aan dat de man, met de vloeistofspuit van onze pomp, diesel heeft gespoten over de grond. Ik zag in ons systeem dat er voor een bedrag van 4,15 euro aan diesel was gespoten.
A: Ik moest hem gewoon even testen toch.
A: Dus men ging er meteen van uit dat ik brand wilde stichten? Anders haal ik die slang benzine er toch niet uit?
V: Ik snap niet precies wat u bedoeld? Leg uit.
A: Ik wilde gewoon testen hoe brandbaar het was.
V: U stond midden in een plas met diesel. Wat zou er gebeuren denkt u als dit zou ontvlammen?
A: Dan zou ik in de fik en vlam staan.
V: Erg gevaarlijk lijkt mij toch?
A: Ja je moet toch een beetje aan brandveiligheid denken toch?
V: Dit was denk ik niet erg brand veilig denk ik?
A: Ja man. Je hebt er ook nog een parkeergarage boven zitten en daar beneden.
Terwijl wij de Laan op reden zagen wij meerdere personen en voertuigen bij het benzinestation staan. Ambtshalve weten wij dat het benzinestation 24/7 geopend is, dat deze voorzien is van een winkel en dat hier altijd bedrijvigheid is met omstanders en voertuigen. Terwijl wij richting het benzinestation reden zagen wij een manspersoon staan met een brandstofpistool in zijn handen.
(..)
Wij zagen dat uit het brandstofpistool golven van brandstof kwam en deze op de grond van het benzinestation terecht kwam. Wij zagen dat hierdoor een enorme plas van benzine ontstaan was op de grond van het benzinestation. Wij zagen dat de man te midden van de plas stond en om zich heen bleef spuiten met brandstof terwijl meerdere voertuigen en personen om de man heen stonden. Wij zagen dat de man een sigaret in zijn linkerhand had. Hierop zijn wij naar de man toegelopen en ter afwending van het gevaar heb ik, verbalisant de sigaret uit de man zijn hand gehaald. Wij zagen dat deze sigaret uit was. Wel zagen we dat deze sigaret aan was geweest en deels opgebrand was. (..) Terwijl wij de transportboeien bij de man aanlegde zagen wij dat de man in zijn rechterhand en groene aansteker in zijn handen had. (..) Terwijl wij bij het politiebureau aankwamen roken wij nog steeds een enorme brandstoflucht om ons heen hangen en kregen wij het idee dat er op ons uniform ook brandstof terecht was gekomen. (..) Dit benzinestation bevindt zich ook nog eens midden in het Centrum van Den Haag waar meerdere omstanders ook net eens bijstonden ten tijde van de aanhouding. Hieruit kwam toch het besef dat het toch anders af had kunnen lopen. (..) Ik, verbalisant, hoorde [de verdachte] het volgende zeggen in de auto: "Ik wil dood en desnoods neem ik jullie daarin mee."