Uitspraak
[eiser] , eiser,
voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,verweerder
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 10 september 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die stelt Somalische nationaliteit te hebben, heeft zijn aanvraag ingediend op basis van de vrees voor rekrutering door Al-Shabaab. De rechtbank oordeelt dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn identiteit te staven, aangezien hij geen identificerende documenten heeft overgelegd. Verweerder heeft eiser de kans gegeven om een taalanalyse uit te laten voeren en een contra-expertise aan te vragen, maar de rechtbank concludeert dat de ingebrachte verklaringen en documenten niet voldoende zijn om de twijfels over de identiteit van eiser weg te nemen.
De rechtbank wijst erop dat de bewijslast bij eiser ligt en dat hij niet heeft aangetoond dat er sociolinguïstische factoren zijn die zijn taalgebruik kunnen verklaren. De verklaringen van eiser over zijn afkomst en de bijgevoegde nationaliteitsverklaring worden als onvoldoende betrouwbaar beschouwd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor asielzoekers om overtuigend bewijs van hun identiteit en nationaliteit te leveren, vooral in het licht van de strenge eisen die aan asielaanvragen worden gesteld.