Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 8 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 18 oktober 2022 was ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft op 17 april 2024 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Eiser heeft desondanks het beroep gehandhaafd, voor zover verweerder niet uit eigen beweging de proceskosten zou vergoeden. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat, nu de asielaanvraag is ingewilligd, eiser geen procesbelang meer heeft in het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser terecht beroep heeft ingesteld vanwege het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Daarom is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 437,50. Deze kosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij een wegingsfactor van 'licht' is toegepast, aangezien het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank heeft de beslissing als volgt geformuleerd: het beroep is niet-ontvankelijk verklaard en verweerder is veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,50. Deze uitspraak is gedaan op 16 september 2024 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.