Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker] , verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 18 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft een asielaanvraag die op 12 mei 2022 door de staatssecretaris is afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak buiten zitting behandeld, waarbij hij zich baseerde op artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
In de uitspraak van dezelfde dag, onder zaaknummer NLNL22.8604, heeft de rechtbank al een beslissing genomen op het beroep van verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep is gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is geanonimiseerd gepubliceerd.