Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker] , verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 20 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag die eerder op 10 mei 2024 door de staatssecretaris als kennelijk ongegrond was afgewezen. De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL24.20210) die betrekking heeft op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was de voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.