ECLI:NL:RBDHA:2024:15003

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 september 2024
Publicatiedatum
20 september 2024
Zaaknummer
NL24.12759 en NL24.12760
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van asielaanvragen van eisers uit El Salvador en de motivering van de minister van Asiel en Migratie

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun asielaanvragen door de minister van Asiel en Migratie. Eisers, een gezin uit El Salvador, hebben op 13 augustus 2022 aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De minister heeft deze aanvragen op 23 februari 2024 afgewezen, met als argument dat de situatie in El Salvador is verbeterd en dat eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij bij terugkeer een reëel risico op ernstige schade lopen. De rechtbank heeft de beroepen op 17 juli 2024 behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister. De rechtbank oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de verklaringen van eisers, die onder ede zijn afgelegd, niet relevant zijn voor de beoordeling van het risico op schade bij terugkeer. De rechtbank concludeert dat de minister een nieuwe beslissing moet nemen, rekening houdend met de uitspraak. De beroepen zijn gegrond verklaard en de rechtbank vernietigt de bestreden besluiten. Tevens wordt de minister veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eisers.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[eiser 1] en [eiser 2], gezamenlijk te noemen: eisers en hun minderjarige kinderen: [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , (gemachtigde: mr. B.A. Palm),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de minister
(gemachtigde: P.W.M. Jans).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun asielaanvragen.
2. Eisers hebben op 13 augustus 2022 aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met de bestreden besluiten van 23 februari 2024 deze aanvragen in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
3. De rechtbank heeft de beroepen op 17 juli 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eisers, de gemachtigde van eisers, A. Korster als tolk en de gemachtigde van de minister.

Het asielrelaas

4. Eisers leggen aan hun asielaanvragen het volgende ten grondslag. Eiser heeft in november 2017 samen met zijn moeder een winkel geopend in de wijk [wijk] in El Salvador. Vanaf dat moment werden zij afgeperst door de bende [naam] . Vanaf april 2022 moesten eiser en zijn moeder meer betalen. Omdat zij dit niet langer konden en wilden opbrengen, hebben zij de winkel in juli 2022 gesloten. Ook heeft eiser op 22 juli 2022 aangifte gedaan van de jarenlange afpersing en bedreigingen. Nadat eiser op 24 juli 2022 in zijn huis door [naam] met de dood is bedreigd, is hij gaan onderduiken in het noorden van het land. Eiser heeft El Salvador uiteindelijk, samen met zijn gezin, op 5 augustus 2022 verlaten. Ter onderbouwing van hun relaas hebben eisers onder andere bij een notaris onder ede afgelegde verklaringen overgelegd.

De standpunten van partijen

5. Het asielrelaas van eisers bevat volgens de minister de volgende relevante elementen:
Identiteit, nationaliteit en herkomst;
Problemen met de criminele bende [naam] .
De minister heeft de asielaanvragen van eisers afgewezen als ongegrond.1 De minister stelt zich op het standpunt dat de verklaringen van eisers ten aanzien van beide relevante elementen geloofwaardig zijn. Het relaas van eisers leidt echter niet tot een inwilliging van de asielaanvragen. De problemen met de criminele bende [naam] zijn namelijk niet te herleiden tot één van de gronden van het Vluchtelingenverdrag. Ook hebben eisers volgens de minister niet aannemelijk gemaakt dat zij vanwege die problemen een reëel risico op ernstige schade lopen. Uit openbare bronnen is namelijk gebleken dat de situatie in El Salvador aanzienlijk is gewijzigd. Onder het nieuwe beleid van de president van El Salvador, Nayib Bukele, is het bendegeweld sinds ongeveer twee jaar drastisch teruggedrongen. De bende waar eiser voor vreest, [naam] , is hierdoor zelfs een groot deel van zijn machtspositie verloren. Dit heeft er onder andere toe geleid dat winkeliers en zaakeigenaren zijn gestopt met afpersingsbetalingen. De minister stelt zich op het standpunt dat op basis van deze informatie en ontwikkelingen eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij nog te vrezen zouden hebben van de beperkte resterende activiteiten van [naam] .
6. Eisers kunnen zich niet verenigen met de bestreden besluiten en voeren – kort gezegd – aan dat de minister een te optimistisch beeld heeft van de situatie rond de bendes in El Salvador, omdat de Salvadoraanse overheid te gunstige cijfers over het bendegeweld en de slachtoffers geeft. In beroep hebben eisers een bij een notaris onder ede afgelegde verklaring van de broer van eiseres overgelegd. De broer van eiseres verklaart hierin dat hij naast het huis van eisers woont en dat hij begin juli 2023 vreemd uitziende en niet identificeerbare mannen heeft zien posten bij het huis van eisers. Op 27 oktober 2023 en in begin december 2023 hebben zij bij de broer van eiseres navraag gedaan naar waar eisers waren. De mannen vertelden hem dat eiser onafgemaakte zaken met hen had. Ook hebben eisers een eigen verklaring van de notaris overgelegd. Hierin geeft de notaris een samenvatting en eigen beoordeling van de situatie in El Salvador en de risico’s voor eisers bij terugkeer.

Beoordeling door de rechtbank

7. De rechtbank beoordeelt in deze zaak of de minister toereikend heeft gemotiveerd dat eisers niet aannemelijk gemaakt dat zij vanwege hun problemen met de criminele bende [naam] een reëel risico op ernstige schade lopen bij terugkeer naar El Salvador. De feiten en omstandigheden, zoals die uit eisers verklaringen blijken, moeten worden beoordeeld tegen de achtergrond van de algemene veiligheidssituatie in El Salvador.
8. De algemene situatie in El Salvador is onder andere beschreven in rapporten van InSight Crime.
Zo staat in een rapport van Insight Crime van december 2023 het volgende.
“The clearest indicator of decreased gang presence in El Salvador is the absence of the
1. Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
[naam] and [naam] in neighborhoods once dominated by the gangs. For decades prior to the state of emergency, the gangs exerted significant territorial control in urban hubs throughout El Salvador. (…) The situation has changed radically following the enactment of the state of emergency. InSight Crime visited 15 former gang strongholds in the municipalities of San Salvador, Apopa, Soyapango, Ilopango, Mejicanos, Ciudad Delgado, San Julián, Tonacatepeque, and San Miguel, where residents said gang structures had ceased to operate almost entirely.2
In datzelfde rapport staat verder:
“The gangs have been weakened, but they are not defeated. At least a third of gang membership remains at large, and some 53 gang cells are still active in El Salvador, according to police estimates. This suggests [naam] and [naam] structures, though dormant, still exist in some form. Remnants of the gangs may also still be engaging in extortion or drug peddling in some areas, albeit on a much smaller scale.”3
Uit een eerder rapport van InSight Crime blijkt dat het ontmantelen van de bendes niet in alle delen van het land gelijk is en dat de voortgang van het ontmantelingsproces onder andere in het departement San Salvador beduidend minder impact heeft dan in andere delen van het land.4 Insight Crime meldt ook dat bendes nog actief zijn, waaronder 10 “armed groups of gangs” van de twee [naam] -groepen.5
9. Door de beschreven ontwikkelingen in El Salvador is het aannemelijk dat het bendegeweld in El Salvador ten opzichte van de situatie in 2022, toen eisers zijn vertrokken, is verminderd. De overheid heeft bendes en bendegeweld teruggedrongen, waardoor deze een (groot) deel van hun machtspositie zijn kwijtgeraakt. Partijen verschillen hierover niet van mening. Tussen partijen is ook niet in geschil dat er nog steeds sprake is van beperkte bendeactiviteiten.
10. Het asielrelaas van eisers en de in beroep overgelegde verklaringen dienen tegen de hierboven beschreven achtergrond te worden beoordeeld. Eisers stellen in beroep in essentie dat zij ondanks de verbeterde situatie in El Salvador nog steeds een reëel risico op ernstige schade lopen bij terugkeer naar El Salvador. Om dat risico concreet te onderbouwen hebben zij verklaringen van de broer van eiseres en de notaris overgelegd. De gemachtigde van de minister heeft op de zitting gesteld dat de verklaring van de broer van eiseres niet objectief verifieerbaar is en daarom niet aannemelijk maakt dat eisers een reëel risico op ernstige schade lopen.
11. De rechtbank stelt voorop dat de beëdigde verklaring van de broer van eiseres is afgelegd voor dezelfde notaris die de eerdere verklaringen van onder andere eiser heeft opgetekend. Die eerdere verklaringen heeft de minister meegewogen bij de geloofwaardigheidsbeoordeling van het relaas van eisers. Mede gelet daarop valt niet zonder
2 InSight Crime, El Salvador’s (Perpetual) State of Emergency: How Bukele’s Government Overpowered Gangs, December 2023, p. 36.
3 InSight Crime, El Salvador’s (Perpetual) State of Emergency: How Bukele’s Government Overpowered Gangs, December 2023, p. 5-6.
4 Insight Crime, El Salvador Police Reports Contradict Bukele’s Triumphalism, 22 september 2023.
5 Insight Crime, ‘Too Many Soldiers’: How Bukele’s Crackdown Succeeded Where Others Failed, 6 december 2023.
meer in te zien dat aan de verklaring van de broer van eiseres en van de notaris zelf geen betekenis toekomt bij de beoordeling van het reëel risico op ernstige schade bij terugkeer. Dat klemt te meer omdat het aannemelijk maken van een actuele geïndividualiseerde dreiging door leden van [naam] niet anders kan dan door getuigenverklaringen. De rechtbank oordeelt daarom dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de verklaring van de broer van eiseres en de notaris het niet aannemelijk maakt dat eisers bij terugkeer een reëel risico op ernstige schade lopen. De rechtbank zal de minister daarom opdragen een nieuwe beslissing te nemen.

Conclusie en gevolgen

12. De beroepen zijn gegrond. De rechtbank vernietigt daarom de bestreden besluiten. De rechtbank ziet geen reden om de rechtsgevolgen van de besluiten in stand te laten of om zelf in de zaak te voorzien. Het ligt nu namelijk op de weg van de minister om, met inachtneming van deze uitspraak, opnieuw te beoordelen en te motiveren of eisers aannemelijk hebben gemaakt dat zij een reëel risico op ernstige schade lopen.
12.1.
De rechtbank bepaalt met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht dat de minister een nieuw besluit moet nemen en daarbij rekening houdt met deze uitspraak. De rechtbank geeft de minister hiervoor zes weken.
12.2.
Omdat de beroepen gegrond zijn krijgen eisers een vergoeding van hun proceskosten. De minister moet deze vergoeding betalen. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.750,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor 1, waarbij sprake is van samenhangende zaken).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart de beroepen gegrond;
  • vernietigt de bestreden besluiten;
  • draagt de minister op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak nieuwe besluiten te nemen op de asielaanvragen van eisers, waarbij rekening wordt gehouden met deze uitspraak;
  • veroordeelt de minister tot betaling van € 1.750,- aan proceskosten aan eisers.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van N.J. Biswane, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
02 september 2024

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.