In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun asielaanvragen door de minister van Asiel en Migratie. Eisers, een gezin uit El Salvador, hebben op 13 augustus 2022 aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De minister heeft deze aanvragen op 23 februari 2024 afgewezen, met als argument dat de situatie in El Salvador is verbeterd en dat eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij bij terugkeer een reëel risico op ernstige schade lopen. De rechtbank heeft de beroepen op 17 juli 2024 behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister. De rechtbank oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de verklaringen van eisers, die onder ede zijn afgelegd, niet relevant zijn voor de beoordeling van het risico op schade bij terugkeer. De rechtbank concludeert dat de minister een nieuwe beslissing moet nemen, rekening houdend met de uitspraak. De beroepen zijn gegrond verklaard en de rechtbank vernietigt de bestreden besluiten. Tevens wordt de minister veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eisers.