ECLI:NL:RBDHA:2024:15000
Rechtbank Den Haag
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Integrale vrijspraak in zaak van woninginbraak en poging tot woninginbraak met DNA-bewijs en alibi
Op 20 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van woninginbraak en poging tot woninginbraak. De tenlastelegging omvatte twee incidenten: de eerste vond plaats op 3 februari 2023 in Rijswijk, waar de verdachte zou hebben ingebroken in de woning van [naam 1]. Tijdens het forensisch onderzoek werd DNA-materiaal aangetroffen op de voordeur, dat mogelijk van de verdachte afkomstig was. De verdachte ontkende echter betrokkenheid en stelde een alibi te hebben, dat werd bevestigd door een getuige. De rechtbank oordeelde dat het bewijs onvoldoende was om de verdachte te veroordelen, gezien het sterke alibi en de twijfel over de herkomst van het DNA.
De tweede beschuldiging betrof een poging tot woninginbraak tussen 23 en 28 februari 2023 in Alphen aan den Rijn. Ook hier werd DNA-materiaal aangetroffen, maar de rechtbank kon niet vaststellen hoe het DNA op de ruit was gekomen. De verdachte ontkende ook deze betrokkenheid. Gezien de omstandigheden en het gebrek aan overtuigend bewijs, sprak de rechtbank de verdachte vrij van beide feiten.
Daarnaast had de benadeelde partij, [naam 2], een schadevergoeding van € 309 gevorderd, maar de rechtbank verklaarde deze niet-ontvankelijk, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De kosten van de benadeelde partij werden op nihil begroot. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de rol van alibi's in de beoordeling van de schuld van de verdachte.