Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op of omstreeks 24 maart 2020 te Rijswijk opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een brandbare stof en/of een brandbaar onderdeel van een (personen)auto (merk Volkswagen Golf, kenteken [kenteken] ), ten gevolge waarvan voornoemde auto geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor een naast voornoemde auto geparkeerde auto en/of het bedrijfspand gelegen aan de [adres 2] en/of de zich in het voorgenoemde pand bevindende goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
hij op of omstreeks 19 april 2020 2020, te 's-Gravenhage en/of te Rijswijk, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meermalen (telkens) (van) één of meer geldbedrag(en) (tot een bedrag van in totaal €11.530), althans een of meer voorwerpen,
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den)
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) of redelijkerwijs moesten vermoeden dat dat/die geldbedragen en/of voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt
terwijl die één of meer onbekend gebleven dader(s) (telkens) wist(en) dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
hij op of omstreeks 12 april 2020 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn [naam 1] heeft mishandeld door hem (met kracht) een kopstoot te geven;
hij op of omstreeks 27 maart 2024 te Rijswijk, [naam 2] heeft mishandeld door die [naam 2] tegen zijn hoofd, althans lichaam, te slaan/stompen;
hij op of omstreeks 27 maart 2024 te Rijswijk, [naam 3] heeft mishandeld door die [naam 3] 'één of meerdere malen tegen zijn hoofd, althans lichaam, te schoppen en/of slaan.
3.De bewijsbeslissing
in de bijlageopgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
in de bijlageopgenomen de wettige bewijsmiddelen. De rechtbank heeft daarbij met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft het bewezen te verklaren feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.
hij op 19 april 2020 in Nederland, meermalen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, geldbedragen tot een bedrag van in totaal € 11.530 voorhanden heeft gehad
enheeft omgezet, terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s) wisten dat die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
hij op 12 april 2020 te Beekbergen, gemeente Apeldoorn, [naam 1] heeft mishandeld door hem met kracht een kopstoot te geven.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
- een meldplicht bij de reclassering;
- een ambulante behandelverplichting;
7.De vorderingen van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
120 (HONDERDTWINTIG) UREN;
60 (ZESTIG) DAGEN;
2 (TWEE) WEKEN;
2 (TWEE) JARENvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit, en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
[naam 4]niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
[aangever 3];
,ten behoeve van
[aangever 3];
[aangever 1];
,ten behoeve van
[aangever 1];
[aangever 2];
,ten behoeve van
[aangever 2];
[naam 5]niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
Hierop heb ik het verzoek ontvangen, via de app, via telefoonnummer [telefoonnummer 1] .
Ik moest een drietal bedragen overmaken:
euro 930,= met omschrijving 3377819
euro 870,= met omschrijving 0091187 en
euro 650,= met omschrijving 1188902
Deze bedragen moesten overgemaakt worden op bankrekeningnummer: [rekeningnummer] ter name van [verdachte] .
Ik dacht meteen dat dit mijn dochter [naam 7] zou moeten zijn. Ik vroeg haar in de app of zij dat was. Er werd geantwoord:"Jaa, mijn oude nummer kan je wissen". En daarna de vraag: “Maar mam, ik heb je hulp nodig als dat mogelijk is op dit moment?”
Er kwam vervolgens de vraag of ik een paar openstaande rekening wilde voorschieten. Ik ging er nog steeds vanuit dat dit inderdaad mijn dochter [naam 7] was. Toen ik aangaf dat ik haar wel wilde helpen, kwam een appje met daarin drie verschillende bedragen die ik voor haar zou moeten overmaken. Dit was 650 euro met omschrijving 0097763 naar rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [verdachte] , een bedrag van 770 euro met omschrijving 4458890 naar rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [verdachte] . En een bedrag van 930 euro met omschrijving 2289016 naar rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [verdachte] .
Ik had de drie genoemde bedragen overgemaakt naar de rekening van [verdachte] .
aan dat dit waarschijnlijk niet goed zat en dat ik waarschijnlijk ben opgelicht.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] , opgemaakt op 23 april 2020, voor zover inhoudende (p. 231-232):
Het telefoon nummer waarmee de persoon waarvan ik dacht dat het mijn zoon [naam 9] was appte was [telefoonnummer 3] . Vrijwel direct kreeg ik een berichtje dat hij mijn hulp nodig had. Hij vroeg mij verschillende bedragen over te maken
Hij vroeg of ik het voor kon schieten, hij zou het later terug betalen. Ook zou hij mij later op de avond terugbellen om het een en ander uit te leggen. Ik ging ermee akkoord en hij vroeg mij om de volgende bedragen over te maken:
Zeshonderd vijftig euro met omschrijving 0097763.
Zevenhonderd zeventig euro met de omschrijving 4458890
Negenhonderd dertig euro met omschrijving 2289016
Vijfhonderd negentig euro met omschrijving 2200914
Zevenhonderd twintig euro met omschrijving 4458890
Achthonderd tachtig euro met omschrijving 3338889
Het rekening nummer waarnaar ik het moest over maken was: [rekeningnummer] ter name van [verdachte] .
Het bedrag zou via drie werkdagen automatisch terug gestort worden naar mijn rekening.
Daarna gaf hij mij weer de volgende bedragen door met volgens "hem" de juiste omschrijvingen.
Vijfhonderd negentig euro met omschrijving 667ZZ889
Zevenhonderd twintig euro met omschrijving 098XX012
Achthonderd tachtig euro met omschrijving 777PP023
Deze bedragen heb ik dus weer over gemaakt naar: [rekeningnummer] ter name van [verdachte] .
1. Kaapseplein 005150 datum 19-04-2020 18:04 uur
2. Kaapseplein 005150 datum 19-04-2020 18:05 uur
1) Pr. W. Alexander Prom. 004165 datum 19-04-2020 14:59 uur
2) Pr. W. Alexander Prom. 004165 datum 19-04-2020 15:00 uur
3) Pr. W. Alexander Prom. 004165 datum 19-04-2020 15:01 uur
4) Pr. W. Alexander Prom. 004165 datum 19-04-2020 15:27 uur
5) Pr. W. Alexander Prom. 004165 datum 19-04-2020 15:28 uur
6) Pr. W. Alexander Prom. 004165 datum 19-04-2020 18:48 uur
7) Pr. W. Alexander Prom. 004165 datum 19-04-2020 18:54 uur
8) Pr. W. Alexander Prom. 004165 datum 19-04-2020 19:18 uur
In totaal werd op 19 april 2020: 10000 euro,- gepind bij een pinautomaat in Rijswijk en Den Haag.