ECLI:NL:RBDHA:2024:14996

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 augustus 2024
Publicatiedatum
20 september 2024
Zaaknummer
NL24.30923, NL24.30925 en NL24.32282
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Duitsland

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 augustus 2024 uitspraak gedaan in de zaken NL24.30923, NL24.30925 en NL24.32282. Verzoekers, waaronder een minderjarige, hebben een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvragen zijn door de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen.

De verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 20 augustus 2024, waarbij de verzoekers werden bijgestaan door hun gemachtigde, mr. P. Scholtes, en de minister werd vertegenwoordigd door mr. R. Hopman. Tijdens de zitting was ook een tolk, S. Nazanini, aanwezig.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in andere aanverwante zaken, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.30923, NL24.30925 en NL24.32282

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoekster 1], V-nummer: [V-nummer] , mede namens haar minderjarige dochter
[minderjarige], V-nummer: [V-nummer]
en

[verzoekster 2] , V-nummer: [V-nummer] , en

[verzoekster 3], V-nummer: [V-nummer] , hierna: verzoekers
(gemachtigde: mr. P. Scholtes),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de minister
(gemachtigde: mr. R. Hopman).

Procesverloop

Bij besluiten van 6 augustus 2024 (de bestreden besluiten) heeft de minister de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NL24.30922, NL24.30924 en NL24.32279, op 20 augustus 2024 op zitting behandeld. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen S. Nazanini. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL24.30922, NL24.30924 en NL24.32279, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
26 augustus 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.