ECLI:NL:RBDHA:2024:1496

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
12 februari 2024
Zaaknummer
C/09/659900 / JE RK 24-85
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 25 januari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop betreffende een minderjarige, geboren in 2008 in Polen. De kinderrechter verleende een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de duur van zes maanden, na een eerdere spoedmachtiging van 16 januari 2024. De minderjarige vertoont ernstig risicovol gedrag, waaronder middelengebruik en weglopen, wat leidt tot onveiligheid voor hemzelf en anderen. De ouders hebben ingestemd met de gesloten plaatsing, en de kinderrechter oordeelt dat deze maatregel noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te beschermen en te stabiliseren. De kinderrechter benadrukt dat de gesloten plaatsing een ingrijpende maatregel is die niet langer moet duren dan noodzakelijk. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/659900 / JE RK 24-85
Datum uitspraak: 25 januari 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop,
hierna te noemen: het college,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2008 in [geboorteplaats], Polen,
hierna te noemen: [minderjarige],
advocaat: mr. A. Alam-Khan, gevestigd te Delft.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[moeder],
hierna te noemen: de moeder,
en
[vader],
hierna te noemen: de vader,
beiden wonende in [woonplaats].

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Bij beschikking van 16 januari 2024 heeft de kinderrechter in deze rechtbank een spoedmachtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van 16 januari 2024 tot 29 januari 2024. Het verzoek is voor het overige aangehouden tot de mondelinge behandeling ter zitting.
1.2.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- de beschikking van 16 januari 2024;
  • de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 19 januari 2024;
  • de aanvullende instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 22 januari 2024, ter zitting overhandigd door het college.
1.3.
Op 25 januari 2024 heeft de kinderrechter de mondelinge behandeling van de zaak met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:
- [minderjarige] met zijn advocaat;
- de moeder;
- [naam 1] en [naam 2] namens het college.
De vader is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de vader wel juist is opgeroepen.
1.4.
De kinderrechter heeft [minderjarige] voorafgaand aan de mondelinge behandeling in het bijzijn van zijn advocaat gehoord.

2.De feiten

2.1.
[minderjarige] verblijft feitelijk op een gesloten groep in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder, te weten bij [instelling].
2.2.
Voor de overige feiten wordt verwezen naar de beschikking van 16 januari 2024.

3.Het verzoek

3.1.
Het college verzoekt een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven, in die in dat een spoedmachtiging wordt verzocht voor vier weken en aansluitend een machtiging voor de duur van zes maanden.
3.2.
De vader en de moeder stemmen in met het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp.
3.3.
Het college heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Het is niet meer mogelijk om [minderjarige] te begrenzen. Hij is onbegeleidbaar en dat levert voor onveiligheid voor hem zelf en voor anderen in zijn omgeving op. [minderjarige] houdt zich niet meer aan afspraken en wil de controle houden door zichzelf op te sluiten, weg te lopen of de situatie verbaal of fysiek te laten escaleren. Hij loopt in de avond en nacht weg en het is dan onbekend waar hij is. Daarnaast zijn er zorgen over het blowen en het gebruik van alcohol en is hij obsessief met geld bezig. [minderjarige] is heel erg beïnvloedbaar. [minderjarige] ziet overal mogelijkheden maar geen gevaren of risico’s. Bij de open plaatsing van [minderjarige] bij Inizo waren er al twijfels of hij om kon gaan met de vrijheden die deze plek biedt. Hij heeft vanaf het begin de grenzen opgezocht. De afgelopen weken heeft er een opeenstapeling van incidenten plaatsgevonden. Volgens het college is gesloten jeugdhulp nodig om te voorkomen dat [minderjarige] zich aan hulp onttrekt en de onveilige situaties blijven bestaan. Ter zitting heeft het college toegelicht dat het nodig is dat [minderjarige] op een plek verblijft met een meer beschut karakter, waar hij meer structuur heeft en begeleid kan worden door een multi-disciplinair team. Een open plek kan dat vooralsnog niet bieden.

4.De standpunten

4.1.
Door en namens [minderjarige] is het volgende ter zitting naar voren gebracht. Het is voor [minderjarige] heel belangrijk dat hij structuur en duidelijkheid heeft. Op dit moment voelt [minderjarige] zich gevangen en opgesloten en verveelt hij zich omdat hij na ruim een week nog geen dagbesteding heeft. Het is belangrijk dat zo spoedig mogelijk dit dagritme wordt opgepakt, omdat hij juist een sterke behoefte heeft aan structuur en om dingen te doen. [minderjarige] is graag buiten en hoopt dat daar ook goede afspraken over kunnen worden gemaakt. Het aankomende weekend mag hij naar huis. Het is voor hem duidelijk dat - als hij zich goed gedraagt en zich aan de afspraken kan houden - hij dan ook meer vrijheden krijgt.
4.2.
Door de moeder is ingestemd met het verzochte. Het lukt [minderjarige] niet om zich aan de afspraken te houden en het is lastig voor hem om “nee” te accepteren. De moeder heeft uit het gesprek met [instelling] begrepen dat [minderjarige] eerst op een gesloten groep wordt geplaatst, vervolgens als hij zich aan de afspraken houdt naar een groep zal gaan die deels gesloten en deels open is, van waaruit hij uiteindelijk door kan stromen naar een open groep.

5.De beoordeling

5.1.
Allereerst stelt de kinderrechter vast dat de gezaghebbende ouders hebben ingestemd met het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Nu sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 6.1.2., derde lid, onder c, van de Jeugdwet, is een ondertoezichtstelling van [minderjarige] niet vereist.
5.2.
De kinderrechter is van oordeel dat verlening van jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt zijn om te voorkomen dat [minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die hij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet).
5.3.
De kinderrechter overweegt daartoe als volgt. [minderjarige] is een slimme en talentvolle jongen met plannen voor de toekomst, die het graag goed wil doen. Daarentegen is uit de stukken en het besprokene ter zitting duidelijk geworden dat er ook ernstige zorgen bestaan over het zelfbepalende en risicovolle gedrag van [minderjarige]. Dit uit zich onder meer in het middelengebruik, het weglopen en het zich niet kunnen houden aan afspraken. De ernstige zorgen over [minderjarige] blijken uit de rapportage van Inizo. Sturing in dit gedrag lijkt niet meer mogelijk. De afgelopen periode hebben er binnen de open setting verschillende - ook fysieke - escalaties plaatsgevonden. Daar komt bij dat [minderjarige] erg beïnvloedbaar is en bestaan er zorgen dat hij met de verkeerde mensen in aanraking komt. Dit is des te zorgelijker door zijn wat obsessieve belangstelling voor geld. Het voorgaande leidt ertoe dat de veiligheid van [minderjarige] en de personen om hem heen in de thuissituatie maar ook op een open groep niet meer gewaarborgd kunnen worden. Naar het oordeel van de kinderrechter zijn de kaders van geslotenheid noodzakelijk en geschikt om [minderjarige] te kunnen begrenzen, beschermen en te stabiliseren en is er geen ander alternatief dan een gesloten plaatsing. Het is daarbij belangrijk dat de komende periode onderzocht gaat worden wat een passende plek voor [minderjarige] kan zijn op de lange termijn. Gelet op de ervaringen uit het verleden en de problematiek die bij [minderjarige] speelt zal dit een plek moeten zijn waar de juiste balans bestaat tussen vrijheid en bescherming. Om te kunnen stabiliseren en een goed plan te maken voor een vervolgplek zal de kinderrechter de machtiging verlenen voor een duur van zes maanden. De kinderrechter benadrukt hierbij dat een gesloten plaatsing een verstrekkende maatregel is, die zeer ingrijpend is en niet langer moet duren dan noodzakelijk. Het is bemoedigend om te horen dat [minderjarige] alweer mag starten met het oefenen met weekendverlof en andere vrijheden. Daarnaast is het belangrijk dat er zo snel mogelijk een passend dagprogramma (school en dagbesteding) wordt opgestart voor [minderjarige].

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 25 januari 2024 tot 25 juli 2024;
wijst het meer of anders verzochte af;
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2024 door mr. A.M.A. Keulen, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. S.L.G. van Otterlo als griffier, en op schrift gesteld op 6 februari 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.