In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van Stichting Animal Rights tegen de afwijzing van haar aanvragen om documenten openbaar te maken, ingediend op 29 april 2021 en 1 augustus 2022. De rechtbank stelt vast dat er een overlap is tussen de informatie die aan verweerder moet worden verstrekt in het kader van een aanvraag om een projectvergunning en die moet worden verstrekt in het kader van de jaarlijkse rapportages. De rechtbank volgt het standpunt van verweerder dat de richtlijnconforme uitleg die de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geeft in eerdere uitspraken ook moet worden toegepast op verzoeken om openbaarmaking van de jaarlijkse rapportages. De rechtbank oordeelt dat het niet in de rede ligt dat informatie die in het kader van de aanvraag om een projectvergunning niet openbaar mag worden gemaakt, alsnog openbaar zou worden gemaakt via een jaarlijkse rapportage die te herleiden is tot een specifieke vergunninghouder. Verweerder heeft de openbaarmaking van de jaarlijkse rapportages op goede gronden geweigerd, door zwaarder gewicht toe te kennen aan het belang van beveiliging van personen en bedrijven en het voorkomen van sabotage, zoals genoemd in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder h, van de Wet open overheid (Woo). De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.187,50.