ECLI:NL:RBDHA:2024:14895

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 augustus 2024
Publicatiedatum
19 september 2024
Zaaknummer
SGR 23/8034
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afgegeven kentekenbewijs en registratie van DET en CO2-waarde

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het door verweerder, de directie van de RDW, afgegeven kentekenbewijs voor zijn McLaren 675LT. Eiser is het niet eens met de geregistreerde Datum Eerste Toelating (DET) van 1 juli 2016 en de CO2-uitstoot van 315 gr/km. Eiser stelt dat de DET op 14 december 2015 moet worden vastgesteld, omdat het voertuig oorspronkelijk voor de Verenigde Arabische Emiraten is geproduceerd. Hij betoogt dat de CO2-uitstoot 275 gr/km bedraagt, zoals vermeld door de fabrikant.

De rechtbank heeft het beroep op 7 mei 2024 behandeld, maar het onderzoek moest op 22 mei 2024 worden heropend vanwege onvolledigheid. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat verweerder de DET en CO2-uitstoot correct heeft vastgesteld. De rechtbank stelt dat de DET wordt bepaald aan de hand van de datum waarop het voertuig voor het eerst op kenteken is gezet, en dat de Duitse autoriteiten hebben bevestigd dat de DET op 1 juli 2016 is vastgesteld. Eiser heeft geen bewijs geleverd dat de DET eerder had moeten zijn.

Wat betreft de CO2-uitstoot oordeelt de rechtbank dat verweerder de juiste berekeningsmethode heeft gebruikt en dat de waarde van 315 gr/km correct is. Eiser heeft geen testrapport of ander bewijs overgelegd om zijn claim te onderbouwen. De rechtbank wijst ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel af, omdat de voertuigen van eiser en de andere voertuigen niet gelijk zijn, gezien de verschillende productiemaatstaven.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de registratie van de kentekengegevens door verweerder juist is. Eiser krijgt zijn griffierecht niet terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/8034

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 augustus 2024 de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiser

en

de directie van de RDW, verweerder

(gemachtigde: mr. F. Thomas).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het door verweerder afgegeven kentekenbewijs.
1.1.
Verweerder heeft met het besluit van 14 september 2023 aan eiser een kentekenbewijs afgegeven. Met het bestreden besluit van 20 november 2023 is het bezwaar van eiser ongegrond verklaard en is verweerder bij de kentekengegevens die op het kentekenbewijs staan gebleven.
1.2.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 7 mei 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van verweerder.
1.4.
Na sluiting van het onderzoek is gebleken dat het onderzoek niet volledig is was. Het onderzoek is daarom bij uitspraak van 22 mei 2024 heropend en partijen in de gelegenheid gesteld nadere vragen te beantwoorden.
1.5.
Partijen hebben niet binnen de gestelde termijn verklaard gebruik te willen maken van het recht opnieuw ter zitting te worden gehoord. De rechtbank heeft het onderzoek daarop gesloten zonder het houden van een nadere zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat de zaak over?
2. Eiser is in bezit van een McLaren 675LT. Eiser heeft het voertuig geïmporteerd naar Nederland en zijn voertuig ter registratie bij verweerder aangeboden. Verweerder heeft vervolgens een kentekenbewijs afgegeven, waarbij hij de Datum Eerste Toelating (hierna: DET) heeft vastgesteld op 1 juli 2016 en de bij het voertuig horende CO2-uitstoot heeft vastgesteld op 315 gram per kilometer (gr/km).
Wat vindt eiser in beroep?
3.1.
Eiser is het niet eens met de opgenomen kentekengegevens. Het voertuig is in eerste instantie voor de Verenigde Arabische Emiraten geproduceerd, en vervolgens via Duitsland naar Nederland geïmporteerd. Eiser gaat dan ook uit van de gegevens van de RTA [2] , de tegenhanger van verweerder in Dubai. Daaruit volgt dat de DET moet worden vastgesteld op 14 december 2015 omdat het voertuig toen voor het eerst op naam is gezet. Het is bovendien niet mogelijk dat het voertuig op 1 juli 2016 voor het eerst op kenteken is gezet. Die dag viel op een vrijdag, en daarop wordt in de regel niet gewerkt in islamitische landen.
3.2.
De CO2-uitstoot van het voertuig is niet 315, maar 275 gr/km. De fabrikant benoemt die waarde ook in al haar communicatie en dit wordt bovendien bevestigd in het document waarin het chassisnummer is opgenomen. De McLaren 675LT is in een kleine oplage van 500 gefabriceerd, en de productie verschilt alleen in uiterlijke opties. Dit voertuig betreft een standaarduitvoer. Verweerder heeft bij soortgelijke voertuigen wel een CO2-uitstoot van 275 gr/km vastgesteld.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de DET en de CO2-uitstoot juist heeft vastgesteld en het beroep van eiser ongegrond is. Zij overweegt daartoe als volgt.
5. Voor het vaststellen van de DET is niet bepalend wanneer de auto is geproduceerd, geleverd, dan wel op naam is gesteld. De DET wordt bepaald aan de hand van de datum waarop het voertuig voor het eerst op kenteken is gezet. Daarvoor wordt gekeken naar de DET zoals vermeld in het kentekenregister. [3] Verweerder is daarbij uitgegaan van de gegevens op het door eiser overgelegde Duitse kentekenbewijs, [4] waartoe zij in beginsel is gehouden. [5] Er komt geen betekenis toe aan de stelling dat het voertuig feitelijk gezien niet op die dag voor het eerst op kenteken kan zijn gezet omdat de autoriteiten in de Verenigde Arabische Emiraten op die dag niet werkten. Verweerder heeft navraag gedaan bij de Duitse autoriteiten waarna is gebleken dat indien er geen specifieke kentekendatum kan worden vastgesteld, als peildatum 1 juli wordt aangehouden. [6] De DET is zodoende ambtelijk vastgesteld op 1 juli van het bouwjaar 2016. Nu eiser geen ander officieel kentekenbewijs, dan wel een daaraan gelijk te stellen document heeft overgelegd waaruit zou volgen dat het voertuig in 2015 al van een kenteken was voorzien, heeft verweerder de DET op goede gronden kunnen vaststellen op 1 juli 2016.
6. Ook het standpunt dat de CO2-uitstoot van het voertuig ten onrechte niet op 275 gr/km is vastgesteld, slaagt niet. Verweerder heeft de juiste berekeningsmethode gebruikt en vastgesteld dat er sprake is van een CO2-uitstoot van 315 gr/km. [7] De Duitse autoriteiten hebben bovendien bevestigd dat dit de juiste waarde is. Om aan te tonen dat die waarde niet klopt, moet een testrapport of CVO [8] worden overgelegd waaruit dit zou blijken. Eiser heeft dat niet gedaan. De door eiser overgelegde documenten afkomstig van de fabrikant kunnen niet als zodanig aangemerkt worden. Dat de fabrikant geen CVO wil dan wel kan afgeven maakt dat niet anders.
7. Tot slot overweegt de rechtbank dat ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt. Eiser stelt dat voor andere voertuigen van hetzelfde merk en type wel een
CO2-uitstoot van 275 gr/km is geregistreerd. Verweerder heeft betoogd dat het verschil echter is dat die voertuigen ten behoeve van de Europese markt zijn gefabriceerd, en derhalve een Europese typegoedkeuring hebben. Het voertuig van eiser is daarentegen geproduceerd voor de Verenigde Arabische Emiraten. Buiten de Europese Unie gelden andere productiemaatstaven. Daar komt bij dat voertuigen optisch gezien mogelijk identiek zijn, maar dat nog niet maakt dat er geen verschillen zijn in de software dan wel andere niet zichtbare opties. Het is daarom niet met zekerheid te zeggen dat de andere voertuigen één-op-één gelijk zijn aan het voertuig van eiser. Dat het volgens de fabrikant een kleine oplage van vijfhonderd auto’s betreft die allemaal op dezelfde wijze zijn gefabriceerd, neemt dat niet weg. De rechtbank heeft geen aanleiding te oordelen dat dit betoog onjuist is.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat verweerder de juiste kentekengegevens heeft geregistreerd.
9. Eiser krijgt het door hem betaalde griffierecht niet terug. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. B.D.A. Mantingh, griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 augustus 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Op grond van 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Roads and Transport Authority.
3.Zie artikel 2.2, eerste lid, van de Regeling voertuigen.
4.Artikel 5, eerste lid, van bijlage II bij de Regeling voertuigen
5.Zie artikel 4 van de Richtlijn 1999/37/EG inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen, van 29 april 1999.
6.Ook in Nederland wordt in zulke gevallen gebruik van een dergelijke fictie. Zie: artikel 7 van Bijlage II, behorend bij artikel 2.2, tweede lid, van de Regeling Voertuigen.
7.Zie de EU Verordening 2018/858 van 30 mei 2018, Bijlage II, toelichting bij aanhangsel 2.
8.Certificaat van Overeenstemming, zie ook: www.rdw.nl/particulier/paginas/certificaat-van-overeenstemming-aanvragen.