ECLI:NL:RBDHA:2024:14827

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 september 2024
Publicatiedatum
19 september 2024
Zaaknummer
11132796 RP VERZ 24-50309
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot betaling transitievergoeding en aandelenopties in arbeidsconflict

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer en haar werkgever, Meatable B.V. De werknemer had verzocht om betaling van een achterstallige transitievergoeding, nabetaling van opgebouwde vakantie-uren en om te verklaren voor recht dat zij recht had op een aantal aandelenopties. De werknemer was in dienst bij Meatable van 1 januari 2020 tot 29 februari 2024, maar had haar verzoek tot betaling van de transitievergoeding te laat ingediend, waardoor zij niet ontvankelijk werd verklaard. De kantonrechter volgde het verweer van Meatable dat de werknemer niet binnen de wettelijke vervaltermijn had verzocht. Echter, de overige verzoeken van de werknemer werden ontvankelijk verklaard, omdat Meatable haar verweer ten aanzien daarvan had ingetrokken.

De kantonrechter oordeelde dat de werknemer recht had op 473,6 aandelenopties, ondanks het verweer van Meatable dat de werknemer tijdens haar arbeidsongeschiktheid geen recht had op deze opties. De kantonrechter stelde dat de werknemer ook tijdens haar arbeidsongeschiktheid in functie was en recht had op doorbetaling van emolumenten, waaronder de aandelenopties. Daarnaast werd Meatable veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten van € 3.071,98. De proceskosten werden verdeeld, zodat elke partij zijn eigen kosten droeg. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Meatable de aandelenopties en de buitengerechtelijke kosten binnen een week na de uitspraak moet voldoen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
CB/cd
Zaaknr.: 11132796 RP VERZ 24-50309
Uitspraakdatum: 17 september 2024
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[werknemer],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
verder te noemen: werknemer,
gemachtigde: mr. J. Wagenmakers (De Rechtagent),
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Meatable B.V.,
gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te Leiden,
verwerende partij,
verder te noemen: Meatable,
gemachtigde: mevr. mr. N.E.P. Gustings (De Advocaten Groep).

1.Het procesverloop

1.1.
Werknemer heeft de kantonrechter bij verzoekschrift met 23 soms in onderdelen verdeelde producties (nrs. 1 tot en met 23), bij de griffie ingekomen op 30 mei 2024, verzocht, kort gezegd, Meatable te veroordelen tot het betalen van een achterstallige transitievergoeding, nabetaling van opgebouwde vakantieuren en te verklaren voor recht dat werknemer recht heeft op een zeker aantal aandelenopties en deze aan haar te verstrekken onder toezegging dat de voorwaarden, waaronder de aandelenopties kunnen worden uitgeoefend niet kunnen worden gewijzigd en Meatable te veroordelen om correspondentie met de Belastingdienst te overleggen.
1.2.
Op 16 augustus 2024 is bij de griffie een verweerschrift met 22 producties (nrs. 1 tot en met 22) binnengekomen. Meatable verzoekt alle verzoeken van werknemer af te wijzen.
1.3.
Voorts is bij de griffie op 22 augustus 2024 nog binnengekomen een brief van de gemachtigde van werknemer met acht aanvullende producties (nrs. 24 tot en met 31).
1.4.
De mondelinge behandeling van het verzoekschrift is gehouden op 27 augustus 2024. Daarbij is werknemer samen met haar gemachtigde verschenen. Namens Meatable is mevr. [naam 1] verschenen alsmede de gemachtigde van Meatable, samen met mevr. mr. [naam 2]. Tijdens de mondelinge behandeling hebben de gemachtigde van beide partijen pleitaantekeningen overgelegd en (deel of verkort) voorgedragen. Van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling verder is besproken heeft de griffier zakelijke aantekeningen gemaakt die zich in het griffiedossier bevinden.
1.5.
Na de mondelinge behandeling is de zaak aangehouden tot 3 september 2024. Op 2 september 2024 heeft de gemachtigde van werknemer verzocht een beschikking op het verzoek te geven, waarop de uitspraak op het verzoek is bepaald op heden.
1.6.
Gelet op het feit dat het verzoekschrift is binnengekomen bij de griffie op 30 mei 2024 en de arbeidsovereenkomst tussen werknemer en Meatable was geëindigd op 29 februari 2024 heeft Meatable gesteld dat [werknemer] niet ontvankelijk is in haar verzoeken, gelet op de vervaltermijn van artikel 7:686a lid 4 aanhef en onder b BW. Meatable heeft daarbij gesteld dat werknemer niet ontvankelijk is in al haar verzoeken. [werknemer] heeft erkend dat het verzoekschrift buiten de vervaltermijn van artikel 7:686a BW is ingediend, maar heeft daarbij betoogd dat zij daardoor alleen niet ontvankelijk is in haar verzoek in verband met de transitievergoeding.
1.7.
Vervolgens heeft Meatable haar beroep op de vervaltermijn uit proceseconomische redenen (gelet op de uitlating van de zijde van werknemer, dat zij haar overige verzoeken in een dagvaardingsprocedure aan de rechter zou voorleggen) laten varen, teneinde in deze procedure een beslissing op de betreffende geschilpunten tussen werknemer en Meatable te kunnen verkrijgen.

2.De feiten

2.1.
Op 1 januari 2020 is werknemer bij Meatable in dienst getreden in de functie van Director of Global Public & Regulatory Affairs. Per 1 januari 2021 werd zij gepromoveerd tot Vice President Regulatory & Public Affairs. Zij was werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een arbeidsomvang van 40 uur per week en een bruto maandloon van (laatstelijk) € 14.600,00.
2.2.
Op 30 juli 2021 is werknemer arbeidsongeschikt geworden. Als gevolg van haar voortdurende arbeidsongeschiktheid heeft Meatable op 10 januari 2024 vergunning verkregen van het UWV om de arbeidsovereenkomst met werknemer te beëindigen. Daarop heeft Meatable de arbeidsovereenkomst op 25 januari 2024 opgezegd tegen 1 maart 2024. De laatste dag van het dienstverband van werknemer was daarmee 29 februari 2024.

3.Het inleidende verzoek en het verweer van Meatable

3.1.
Werknemer verzoekt bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad: (A) Meatable te veroordelen, binnen één week na datum beschikking, tot betaling van de achterstallige transitievergoeding ad Euro 2.572,12 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening; (B) Meatable te veroordelen, binnen één week na datum beschikking tot nabetaling van de opgebouwde niet-genoten vakantie-uren ad € 3.119,60 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 februari tot de dag der algehele voldoening; (C) te verklaren voor recht dat werknemer recht heeft op 473,6 vested en exercised aandelenopties, ten verbeurte van een dwangsom van Euro 200 voor iedere dag dat Meatable in gebreke blijft om aan dit bevel te voldoen, met een maximum van Euro 200.000,00; (D) (1) Meatable te veroordelen om certificaten van aandelen (en bijbehorende akte) aan haar te verstrekken die alle[n] in overeenstemming zijn met de tussen Meatable en werknemer overeengekomen aandelenoptieplannen, trust conditions en het model van de akte als genoemd in de aandelenoptieplannen, ten verbeurte van een dwangsom van Euro 200 voor iedere dag dat Meatable in gebreke blijft om aan dit bevel te voldoen, met een maximum van Euro 200.000,00; (2) te verklaren voor recht dat eventuele toekomstige wijzigingen van aandelenoptieplannen en/of trust conditions door Meatable niet van toepassing zijn op de met werknemer overeengekomen aandelenoptieplannen, ten verbeurte van een dwangsom van Euro 200 voor iedere dag dat Meatable in gebreke blijft om aan dit bevel te voldoen, met een maximum van Euro 200.000,00; (E) Meatable te veroordelen om inzage te geven in een schriftelijke reactie (casu quo een besluit) van de Belastingdienst, over de waardebepaling en de waarde van de aandelenopties van werknemer en desbetreffende belastingheffing bij uitoefening van haar aandelenopties, binnen een week na datum beschikking, ten verbeurte van een dwangsom van Euro 200 voor iedere dag dat Meatable in gebreke blijft om aan dit bevel te voldoen, met een maximum van Euro 200.000,00; (F) Meatable te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke kosten tot een bedrag van € 3.071,98; (G) Meatable te veroordelen in de kosten van de procedure, het salaris van gemachtigde van werknemer daaronder begrepen, alsmede de nakosten wegens bestuderen en de afwikkeling daarvan, te vermeerderen met de kosten gerechtsdeurwaarder, indien de beschikking betekend dient te worden.
3.2.
Aan het verzoek legt werknemer – kort gezegd – ten grondslag dat Meatable haar verplichtingen naar aanleiding van de beëindiging van het dienstverband niet nakomt dan wel dat Meatable haar mogelijk in de toekomst individueel wil benadelen ter zake van de uitoefening van het aandelenoptieplan, waartoe werknemer gerechtigd is,
3.3.
Van haar zijde stelt Meatable dat er geen sprake is van nog resterende verplichtingen en evenmin dat zij voornemens is werknemer individueel te benadelen in verband met het aandelenoptieplan.
3.4.
De stellingen over en weer zullen hierna, voor zover relevant, besproken worden.

4.De beoordeling

De transitievergoeding
4.1.
Het verzoekschrift is ingediend op 30 mei 2024, terwijl de laatste dag van het dienstverband van werknemer met Meatable 29 februari 2024 was. In dat kader heeft Meatable een beroep gedaan op de vervaltermijn van artikel 7:686a aanhef en onder b BW. Werknemer heeft zich, zoals blijkt uit rechtsoverweging 1.6, bij dit beroep op de vervaltermijn neergelegd. De kantonrechter volgt Meatable in haar beroep op de vervaltermijn. Gelet op het feit dat de laatste dag van de arbeidsovereenkomst van werknemer 29 februari 2024, was de laatste dag waarop zij haar verzoek in verband met de transitievergoeding kon indienen 29 mei 2024 om 23:59 uur. Het verzoekschrift is echter eerst op 30 mei 2024 om 16:46 uur bij de griffie binnengekomen. Dat is buiten de vervaltermijn. Derhalve zal werknemer niet ontvankelijk worden verklaard ten aanzien van haar verzoek tot betaling van een deel van de transitievergoeding.
4.2.
Omdat Meatable haar beroep op de vervaltermijn ter zake van de overige verzoeken van werknemer heeft ingetrokken, zal de kantonrechter deze verzoeken hierna bespreken.
De opgebouwde, maar niet-genoten vakantieuren
4.3.
Zoals uit de punten 31 tot en met 37 van het verzoekschrift blijkt verzoekt werknemer nabetaling van een bedrag van € 3.119,60 bruto als tegenwaarde van 40 uren, oftewel vijf werkdagen. Deze dagen betreffen vijf nationale feestdagen in 2021, die werkgever zou hebben gewerkt en die zij gecompenseerd zou krijgen, maar welke dagen zij als gevolg van haar arbeidsongeschiktheid vanaf 30 juli 2021 niet meer heeft kunnen opnemen.
4.4.
Meatable zet daartegenover dat werknemer de gewerkte feestdagen niet op de daarvoor voorgeschreven wijze in het systeem Bamboo heeft geregistreerd, waardoor zij hoe dan ook geen recht heeft op compensatie van de gewerkte feestdagen, en dat werknemer ook geenszins in voldoende mate heeft onderbouwd dat zij de betreffende feestdagen volledig heeft gewerkt.
4.5.
Met Meatable is de kantonrechter van oordeel dat ook op nationale feestdagen van werknemers op managementniveau verwacht mag worden dat zij tot op zeker hoogte werkzaamheden verrichten, mits dat niet uitmondt in volle dagen werken. Daarop is ook het salarisniveau en, zoals in dit geval de deelname aan het Aandelenoptieplan, op afgestemd. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werknemer onvoldoende onderbouwd dat de e-mails, die zij als productie 25 heeft overgelegd, ertoe hebben geleid dat zij op alle betreffende vijf nationale feestdagen volle dagen heeft gewerkt. Haar verzoek tot uitbetaling van de betreffende verlofuren zal daarom worden afgewezen. Of deze dagen al dan niet op de juiste wijze in het Bamboo-systeem zijn geregisterd behoeft daarom geen verdere beoordeling.
Aantal aandelenopties en afgifte daarvan
4.6.
Werkgever stelt dat zij recht heeft op 473,6 aandelenopties, terwijl Meatable slechts bereid is haar 435 aandelenopties toe te kennen. Partijen verschillen dus van mening over 38,6 aandelenopties. Dit verschil vloeit voort uit het feit dat Meatable zich op het standpunt stelt dat geen recht op aandelenopties ontstaat indien een werknemer niet
in functieis. Daarbij beroept zij zich op de tekst van het Aandelenoptieplan, waarin in artikel 3.1.3 staat:
(….) for the remaining 83.3%, the Options will vest starting on the One Year Cliff Date on a monthly basis, effective as per the last day of each month (each such date a ”Relevant Vesting Date”), for a period of 60 months, resulting in a vesting of 1,388% of the total Options per month,provided that the Optionee is still in function as an Employee of the Group on the Personal Vesting Date, (….) [1] Hierbij stelt Meatable zich op het standpunt dat tijdens haar arbeidsongeschiktheid werknemer niet meer in functie was en daarom niet langer gerechtigd tot de aanwas van aandelenopties.
4.7.
De kantonrechter volgt Meatable niet in haar zienswijze. Ook tijdens haar arbeidsongeschiktheid was werknemer in functie, zij het dat zij door haar arbeidsongeschiktheid haar functie niet kon uitoefenen. Net als een werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid recht heeft op doorbetaling van (een deel van) het salaris, heeft deze ook recht op doorbetaling van andere emolumenten, zoals vakantiegeld, of, zoals in dit geval, de aanwas van aandelenopties. Indien het de bedoeling was van Meatable om tijdens arbeidsongeschiktheid de aanwas van aandelenopties te onderbreken, dan had zij dat duidelijker in het Aandelenoptieplan moeten verwoorden. De door werknemer op dit punt verzochte verklaring voor recht zal dus worden toegewezen.
4.8.
Uit het voorgaande vloeit voort dat werknemer in beginsel recht heeft op verstrekking van 473,6 certificaten van aandelen en Meatable zal worden veroordeeld tot verstrekking van een dergelijk aantal certificaten van aandelen. De kantonrechter zal daarbij echter niet bepalen dat de certificaten van aandelen moeten worden verstrekt op basis van hetgeen partijen daarover eerder zijn overeengekomen, zoals hierna aan de orde zal komen. Eveneens zal de kantonrechter aan de verstrekking van de certificaten geen dwangsom verbinden, omdat Meatable vooralsnog niet de indruk heeft gewekt zich niet aan een rechterlijke beslissing te zullen houden. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat Meatable na deze beschikking de certificaten van aandelen aan werknemer zal verstrekken en dat werknemer geen nieuwe belemmeringen daartegen zal opwerpen.
Wijziging van het aandelenoptieplan
4.9.
Aan de te verstrekken certificaten van aandelen zijn bepaalde voorwaarden verbonden, zoals de Administratievoorwaarden. Deze Administratievoorwaarden kennen een wijzigingsbeding, dat erop neerkomt dat het bestuur van de Trust Office Foundation (de Stichting Administratiekantoor) de voorwaarden eenzijdig kan wijzigen. Weliswaar is aan het bestuur een ruime bevoegdheid gegeven om de voorwaarden te wijzigen (‘at its absolute discretion’), maar dat houdt niet in dat het bestuur een onbeperkte bevoegdheid heeft om de voorwaarden te wijzigen. De voorwaarden zijn onderdeel van de arbeidsovereenkomst en in die zin zijn de voorwaarden te beschouwen als een overeenkomst. Op zich kan contractueel worden overeengekomen dat een van beide partijen de overeenkomst eenzijdig kan wijzigen, zoals in dit geval het bestuur de administratievoorwaarden eenzijdig kan wijzigen. De noodzaak van wijziging van de voorwaarden kan voortvloeien uit wijzigingen in toepasselijke regelgeving of anderszins. Indien de voorwaarden niet gewijzigd zouden kunnen worden, kan dat ertoe leiden dat de voorwaarden op gespannen voet komen te staan met de regelgeving en dat is ongewenst. Maar hoe dan ook zal de beperkende werking van de goede trouw eraan in de weg staan dat het bestuur de voorwaarden zodanig wijzigt dat daarmee de gerechtvaardigde belangen van de certificaathouders geweld wordt aangedaan. Een dergelijke wijziging kan naar haar aard alleen achteraf worden getoetst.
4.10.
Los van het voorgaande is het welhaast ondenkbaar dat de Administratievoorwaarden alleen ten aanzien van werknemer worden gewijzigd, waarvoor werknemer kennelijk bevreesd is. Nog meer dan bij een generieke wijziging van de voorwaarden zal de beperkende werking van de goede trouw daaraan in de weg staan.
4.11.
Uit het voorgaande vloeit voort dat, zolang de grenzen van de goede trouw niet worden overschreden, de Administratievoorwaarden gewijzigd kunnen worden. Uit hetgeen Meatable in haar verweerschrift heeft gesteld zijn de Administratievoorwaarden sinds de datum waarop Meatable en werknemer de versterking van certificaten van aandelen zijn overeengekomen intussen ook reeds gewijzigd. Daardoor kunnen de certificaten van aandelen niet meer worden verstrekt op basis van een vorige versie van de voorwaarden, althans zou verstrekking op die voorwaarden illusoir zijn, omdat meteen de nieuwe versie van toepassing zou worden.
4.12.
Nog los van het voorgaande heeft Meatable gesteld dat de thans geldende Administratievoorwaarden 2024 niet relevant verschillen van eerdere versies, hetgeen door werknemer niet gemotiveerd is bestreden. Reeds daarom heeft werknemer geen materieel belang bij verstrekking van de certificaten van aandelen op de voet van een eerdere versie van de voorwaarden. Voor zover werknemer dat verzocht heeft zal haar verzoek daartoe worden afgewezen en zal Meatable de betreffende certificaten kunnen verstrekken op basis van de geldende Administratievoorwaarden.
4.13.
Uit het voorgaande vloeit ook voort dat het verzoek van werknemer dat mogelijke toekomstige wijzigingen van de voorwaarden niet van toepassing zijn op werknemer worden afgewezen. Zoals reeds overwogen, moet Meatable de gelegenheid hebben de voorwaarden aan te passen aan mogelijke wijzigingen in regelgeving of anderszins. Indien werknemer van mening zou zijn dat zij door een wijziging onevenredig benadeeld is of wordt, heeft zij de gelegenheid dat achteraf te laten toetsen.
Correspondentie van de Belastingdienst
4.14.
Het verzoek van werknemer om inzage te krijgen in correspondentie van de Belastingdienst aan Meatable betreffende de waardebepaling van de aandelenopties en de belastingheffing bij uitoefening van de opties zal worden afgewezen, omdat daar geen wettelijke grondslag voor bestaat. Bovendien geldt dat aan de uitoefening van aandelenopties bepaalde fiscale consequenties verbonden zijn, die voortvloeien uit de belasting wet- en regelgeving in brede zin. De Belastingdienst kenmerkt zich doordat deze de wet- en regelgeving voor alle belastingplichtigen in gelijke gevallen gelijk moet toepassen. Daarbij komt dat het werknemer is die te zijner tijd met de Belastingdienst zal moeten afrekenen ten aanzien van de uitoefening van haar aandelenopties. Daardoor is het thans aan werknemer om op basis van de beschikbare bronnen een inschatting te maken van haar belastingverplichtingen en daarop haar beslissing te baseren om al dan niet deel te nemen aan het aandelenoptieplan van Meatable.
4.15.
Overigens is van de zijde van Meatable aannemelijk gemaakt dat zij van de Belastingdienst nog geen eenduidige reactie heeft ontvangen over de wijze van belastingheffing over de aandelenopties. Het zou Meatable uiteraard sieren, als zij alle belanghebbende, inclusief werknemer, informeert zodra de Belastingdienst een zeker standpunt daarover heeft ingenomen. Een juridisch afdwingbare verplichting is dat echter niet.
Buitengerechtelijke kosten en proceskosten
4.16.
Werknemer verzoekt Meatable te veroordelen tot een bedrag van € 3.071,98 aan buitengerechtelijke kosten. Meatable verweert zich tegen dit verzoek met de stelling dat het in arbeidszaken niet gebruikelijk is buitengerechtelijke kosten toe te kennen en zij stelt dat de hoogte van de kosten buitensporig is.
4.17.
Dat in arbeidszaken geen buitengerechtelijke kosten worden toegekend is niet juist. Overigens is gebleken dat werknemer heeft getracht buiten deze procedure om tot een vergelijk met Meatable te komen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werknemer de hoogte van de buitengerechtelijke kosten voldoende onderbouwd, zodat deze toegewezen kunnen worden tot het verzochte bedrag van € 3.071,98.
4.18.
Omdat werknemer in deze procedure slechts gedeeltelijk in zijn gelijk wordt gesteld zal de kantonrechter de proceskosten zodanig tussen partijen verdelen dat elke partij de eigen proceskosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verklaart werknemer niet ontvankelijk ter zake van haar verzoek tot nabetaling van een deel van de achterstallige transitievergoeding;
5.2.
verklaart dat werknemer recht heeft op 473,6 vested en exercised aandelenopties en veroordeelt Meatable tot afgifte van 473,6 certificaten van aandelen (en bijbehorende akte) aan werknemer die alle in overeenstemming zijn met de geldende aandelenoptieplannen, trust conditions en het model van de akte als genoemd in de aandelenoptieplannen, binnen een week na de datum van deze beschikking;
5.3.
veroordeelt Meatable tot betaling van buitengerechtelijke kosten tot een bedrag van
€ 3.071,98;
5.4.
verklaart deze beschikking ten aanzien van 5.2. en 5.3. uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
verdeelt de proceskosten zodanig tussen partijen dat elke partij de eigen proceskosten draagt;
5.6.
wijst hetgeen werknemer meer of anders verzoekt af.
Deze beschikking is gegeven door kantonrechter mr. C.W.D. Bom en is op
17 september 2024in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Onderstreping door kantonrechter