Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V-nummer], eiser,
de Minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Ik merk op dat een restrictief kader van belang is in mijn overweging.” getuigt van een fundamenteel onjuist beoordelingskader. Indien verweerder
kánvolstaan met een lichter middel omdat het doel van de maatregel ook kan worden bereikt als de maatregel niet wordt opgelegd of als oplegging van de maatregel onevenredig bezwarend is, is verweerder verplicht om te volstaan met de oplegging van een lichter middel. Verweerder moet dus een “restrictief kader” hanteren bij de beoordeling of een bewaringsmaatregel noodzakelijk, proportioneel en evenredig is en niet bij de beoordeling of kan en dus moet worden volstaan met de oplegging van een lichter middel.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- gelast de onmiddellijke invrijheidstelling van eiser;
- beveelt de onmiddellijke opheffing van de bewaringsmaatregel;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot het betalen van een schadevergoeding aan eiser tot een bedrag van € 700,- te betalen door de griffier en beveelt de tenuitvoerlegging van deze schadevergoeding;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.750,00.