ECLI:NL:RBDHA:2024:14790
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vaststelling staatloosheid van een minderjarig kind
Op 18 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak met rekestnummer HA RK 24-226, waarin de staatloosheid van een minderjarig kind werd vastgesteld. Het verzoekschrift was op 1 mei 2024 ingediend door de verzoekers, die de ouders zijn van de minderjarige, en vertegenwoordigd werden door advocaat mr. S.J. Koolen uit Utrecht. De belanghebbende in deze zaak was de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door mr. J. Laros van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, Immigratie- en Naturalisatiedienst.
In een eerdere beschikking van 8 augustus 2024 had de rechtbank vastgesteld dat het niet was gebleken dat de minderjarige door enige staat als onderdaan werd beschouwd. De rechtbank had de definitieve beslissing aangehouden in afwachting van de vereiste machtiging van de kantonrechter, welke machtiging op 26 augustus 2024 werd overgelegd. De rechtbank heeft in deze beschikking alles wat in de vorige beschikking is overwogen en beslist, gehandhaafd, tenzij in de nieuwe beschikking anders werd overwogen of beslist.
Met de overgelegde machtiging van de kantonrechter heeft de rechtbank besloten het verzoek toe te wijzen en de staatloosheid van de minderjarige vast te stellen. De minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats], is nu officieel erkend als staatloos. Deze beschikking is uitgesproken op de openbare zitting van 18 september 2024, door mr. H.M. Boone, rechter, bijgestaan door mr. P. Hillebrand als griffier.