ECLI:NL:RBDHA:2024:14622
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Bulgarije
In de zaak tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. L. Sinoo, en de minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. T. Tichelaar, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 augustus 2024 uitspraak gedaan. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de minister niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Bulgarije verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag van de verzoeker.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 13 augustus 2024 behandeld, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er een andere zaak, NL24.29965, aanhangig was die betrekking had op hetzelfde onderwerp.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 16 augustus 2024 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.