ECLI:NL:RBDHA:2024:14563

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 september 2024
Publicatiedatum
12 september 2024
Zaaknummer
C/09/670056 / KG ZA 24-698
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van zorgovereenkomsten en betaling van declaraties door het CAK

In deze zaak heeft Zorg Innovation B.V. een kort geding aangespannen tegen het CAK, waarin zij vorderingen heeft ingesteld met betrekking tot de nakoming van zorgovereenkomsten en de betaling van declaraties voor zorg verleend aan onverzekerbare vreemdelingen. Zorg Innovation heeft overeenkomsten gesloten met het CAK voor de jaren 2022, 2023 en 2024, maar het CAK heeft de ingediende declaraties afgewezen. Zorg Innovation vordert in dit kort geding dat het CAK de overeenkomsten nakomt en de declaraties betaalt, en dat het CAK niet langer declaraties afwijst op basis van het ontbreken van een accountantsverklaring.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat Zorg Innovation niet-ontvankelijk is in haar vorderingen. De rechter oordeelt dat er voor de toekomstige declaraties van Zorg Innovation een bestuursrechtelijke rechtsgang openstaat, waarin zij haar bezwaren kan aanvoeren. De voorzieningenrechter benadrukt dat de vorderingen van Zorg Innovation feitelijk een bezwaar zijn tegen besluiten die het CAK nog moet nemen, en dat de burgerlijke rechter daar geen voorlopig oordeel over kan geven. De rechter wijst erop dat Zorg Innovation ook in de bestuursrechtelijke procedure om een voorlopige voorziening kan vragen.

Zorg Innovation is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen. De proceskosten van het CAK zijn begroot op € 1.973,00, inclusief griffierecht en salaris advocaat. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Zorg Innovation afgewezen en verklaart haar niet-ontvankelijk in haar vorderingen.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/670056 KG ZA 24-698
Vonnis in kort geding van 5 september 2024
in de zaak van
ZORG INNOVATION B.V.te Rotterdam,
eiseres,
advocaten mr. D.J.C. Post en mr. J. Duijzings te Zeist.
tegen:
CAKte Den Haag,
gedaagde,
advocaat mr. S. Koelewijn te Utrecht.
Partijen worden hierna ‘Zorg innovation’ en ‘het CAK’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 8 augustus 2024 met producties 1 tot en met 14;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 14;
- de namens Zorg innovation ingediende aanvullende producties 15 tot en met 17;
- de akte eisverandering en -vermeerdering van Zorg innovation van 21 augustus 2024;
- de brief van mr. Koelewijn van 22 augustus 2024 waarin namens het CAK bezwaar wordt gemaakt tegen de akte eisverandering en -vermeerdering.
1.2.
Op 22 augustus 2024 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Tijdens de mondelinge behandeling hebben beide partijen pleitnotities overgelegd.
1.3.
Op de zitting heeft het CAK bezwaar gemaakt tegen de door Zorg innovation ingediende eiswijziging. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft het CAK voldoende gelegenheid gehad om verweer te voeren tegen de vorderingen van Zorg innovation na de eiswijziging. De eiswijziging is dus niet in strijd met de goede procesorde.
De voorzieningenrechter heeft de eiswijziging daarom toegelaten.
1.4.
Tijdens de zitting is vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

Op grond van de stukken en op grond van wat er tijdens de zitting is besproken, gaat de voorzieningenrechter in dit kort geding van het volgende uit.
Overeenkomst tussen het CAK en Zorg innovation
2.1.
Zorg innovation is een zorgaanbieder die zorg verleent aan verzekerden onder de Wet langdurige zorg (Wlz) en de zorgverzekeringswet (Zwv) en aan onverzekerbare vreemdelingen als bedoeld in artikel 122a Zvw. De zorgverlening aan onverzekerbare vreemdelingen genereert ongeveer 50% van de omzet van Zorg innovation.
2.2.
Het CAK is een zelfstandig bestuursorgaan dat onder andere is belast met de uitvoering van de Regeling onverzekerbare vreemdelingen. Op grond van artikel 122a Zvw verstrekt het CAK bijdragen aan zorgaanbieders die inkomsten derven als gevolg van het verlenen van medisch noodzakelijke zorg aan (samengevat) onverzekerbare vreemdelingen. Artikel 122a lid 4 bepaalt op welke manier de bijdrage wordt verstrekt voor de zorg die doorgaans zonder verwijzing of recept wordt verleend. In bijdragen voor andere zorg dan als bedoeld in lid 4, wordt op grond van lid 5 voorzien door middel van met het oog op verlening van die zorg tussen het CAK en zorgaanbieders gesloten overeenkomsten. Als een zorgaanbieder zowel zorg als bedoeld onder lid 4 en lid 5 verleent, kan de overeenkomst zich ook uitstrekken over de in lid 4 bedoelde zorg (artikel 122a lid 6 Zvw).
2.3.
Het CAK heeft voor de jaren 2022, 2023 en 2024 overeenkomsten gesloten met Zorg innovation voor het verlenen van zorg aan onverzekerde vreemdelingen. Het betreft een overeenkomst voor de jaren 2023 en 2024 en een overeenkomst voor het jaar 2022. Beide overeenkomsten zijn in het najaar van 2023 gesloten en bevatten onder andere de volgende (gelijkluidende) bepalingen:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen
(…)
1.2
Zorg: zorg zoals bedoeld in artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg die al dan niet gepaard gaat met verblijf met uitzondering van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen vormen van zorg en diensten en slechts voor zover de Opdrachtnemer verstrekking ervan, gezien de aard van de prestaties en de verwachte duur van het verblijf van de Onverzekerbare Vreemdeling, medisch noodzakelijk acht.
Artikel 2. Onderwerp
2
2.1
Het CAK verstrekt een financiële bijdrage aan de Opdrachtnemer voor de oninbare kosten ten gevolge van het bieden van Zorg aan Onverzekerbare vreemdelingen.
2.2
Deze overeenkomst heeft niet betrekking op Zorg voor zover de kosten voor de verleende Zorg:
a. op de Onverzekerbare vreemdeling of een verzekeraar van de
Onverzekerbare vreemdeling kunnen worden verhaald; of
b. op grond van een andere wettelijke bepaling kunnen worden vergoed, of
c. hoger zijn dan de in de Nederlandse marktomstandigheden in redelijkheid
passend zijn.
(…)
Artikel 4. Verplichtingen Opdrachtnemer
4
4.1
De Opdrachtnemer verleent de Zorg naar aard en omvang zoals in deze overeenkomst overeengekomen.
4.2
De medisch adviseur van de Opdrachtnemer beoordeelt of de verstrekking van de Zorg, gezien de aard van de prestaties en de verwachte duur van het verblijf van de Onverzekerbare vreemdeling, medisch noodzakelijk is. Het CAK kan het medisch oordeel te allen tijden in geanonimiseerde vorm inzien of opvragen.
4.3
Door het indienen van een declaratie verklaart de Opdrachtnemer dat de Zorg, naar zijn beste weten, is geleverd aan een Onverzekerbare vreemdeling en dat de gedeclareerde kosten van de Zorg niet op de Onverzekerbare vreemdeling of een verzekeraar van de Onverzekerbare vreemdeling verhaald konden worden en dat de kosten niet op grond van een andere wettelijke bepaling vergoed konden worden.
Artikel 5. Vergoeding
5
5.1
De oninbare vordering bedraagt maximaal de kosten die bij levering van de Zorg aan een verzekerde ten laste van het Fonds langdurige zorg (Flz) zouden komen verminderd met de op de Onverzekerbare vreemdeling verhaalde kosten.
5.2
De vergoeding bedraagt maximaal 95% van de oninbare vordering als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 6. Declaratieverkeer
6.1
De Opdrachtnemer levert de declaratie over de in een kalendermaand geleverde Zorg aan vóór het einde van de twaalfde daaropvolgende maand.
6.2
De Opdrachtnemer stuurt het ‘declaratieformulier Zorgverleners’ en factuur ingevuld mee met zijn declaratie voor de geleverde zorg
6.3
De Opdrachtnemer stuurt de door de NZa afgegeven beschikking mee met zijn declaratie.
6.4
Op de declaratie staan per prestatie de volgende gegevens vermeld: de prestatiecode, de initialen, het geslacht, het geboortejaar en de nationaliteit van de Onverzekerbare vreemdeling. De declaratie vermeldt geen persoonsgegevens. (…)
6.5
Het CAK betaalt de Opdrachtnemer binnen dertig dagen nadat het CAK de declaratie heeft ontvangen die aansluit op de daarover in deze overeenkomst gemaakte afspraken.
6.6
Het CAK is gerechtigd ten onrechte uitbetaalde declaraties en overige opeisbare vorderingen te verrekenen met nog af te wikkelen declaraties. Het CAK zal de Opdrachtnemer hierover vooraf informeren.
6.7
De Opdrachtnemer stuurt zoveel mogelijk op het regelmatig declareren van de zorgkosten. De Opdrachtnemer informeert het CAK vóóraf als een afwijkend groot aantal declaraties tegelijk ingediend zal worden.
(…)
Artikel 8. Controle
8.1
In het kader van toetsing en controle op naleving van de in deze overeenkomst neergelegde bepalingen kan het CAK de declaraties van de Opdrachtnemer controleren.
8.2
Het doel van deze controle is vast te stellen of de Opdrachtnemer bij het opmaken van de declaraties de contractuele bepalingen heeft nageleefd.
8.3
Om te kunnen beoordelen of de Opdrachtnemer de overeenkomst naar behoren nakomt, verstrekt Opdrachtnemer aan het CAK, kosteloos gegevens en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst. De gegevens en inlichtingen bevatten geen persoonsgegevens.
8.4
De Opdrachtnemer verstrekt de gegevens en inlichtingen op verzoek in schriftelijke vorm, of in een andere vorm die redelijkerwijs kan worden verlangd, binnen een termijn die schriftelijk wordt gesteld bij het verzoek.
8.5
Indien uit de declaratie of controle blijkt dat de Opdrachtnemer verkeerde of onvolledige informatie heeft verstrekt of juist informatie heeft verzwegen over de zorgverlening of in rekening te brengen tarieven, dan wel daar op enigerlei wijze aan meewerkt, dan is het CAK gerechtigd om ten onrechte betaalde vergoedingen inclusief wettelijke rente en eventuele controlekosten terug te vorderen. Fraude kan voor het CAK daarnaast aanleiding zijn de overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen.
8.6
Indien de Opdrachtnemer over één kalenderjaar meer declareert dan € 50.000 dan is het CAK bevoegd om de Opdrachtnemer te verplichten een accountantsverklaring op te leveren.
(…)
Declaraties over de jaren 2022 en 2023
2.4.
Op 31 december 2023 heeft Zorg innovation declaraties ingediend over de jaren 2022 (voor een bedrag van € 51.957,01) en 2023 (voor een bedrag van € 153.994,67). Na ontvangst van deze declaraties heeft het CAK op 1 februari 2024 per e-mail aan Zorg innovation verzocht om aanvullende informatie.
2.5.
Op 1 maart 2024 heeft Zorg innovation aanvullende informatie verstrekt en verzocht om uitstel voor het indienen van de verzochte accountantsverklaring. Daarbij heeft Zorg innovation gevraagd om meer duidelijkheid over het specifieke type accountantsverklaring dat zij moet aanleveren.
2.6.
In reactie daarop heeft het CAK op 4 maart 2024 aan Zorg innovation bericht dat de verzochte aanvullende informatie niet tijdig is ontvangen en dat de declaraties bij afzonderlijke beschikkingen zullen worden afgewezen. Verder heeft het CAK aangegeven dat hij geen antwoord kan geven op de vraag waaraan de accountantsverklaring moet voldoen en dat hij geen aanleiding ziet om de reactietermijn te verlengen. Het CAK heeft er tot slot op gewezen dat Zorg innovation bezwaar kan aantekenen aan de hand van de door haar te ontvangen beschikkingen.
2.7.
Bij e-mail van 5 maart 2024 heeft Zorg innovation, samengevat, naar voren gebracht dat zij de stukken wel tijdig heeft aangeleverd, maar deze door een technisch probleem niet op tijd door het CAK zijn ontvangen. Ook heeft Zorg innovation nogmaals verzocht om verduidelijking over het type accountantsverklaring dat is vereist. In reactie op dit bericht heeft het CAK Zorg innovation bij e-mail van 6 maart 2024 bericht dat het CAK blijft bij zijn besluit om de aanvragen af te wijzen en bericht dat Zorg innovation daartegen bezwaar kan aantekenen.
2.8.
Op 12 maart 2024 heeft het CAK in totaal 57 beschikkingen gewezen ten aanzien van de op 31 december 2023 door Zorg innovation ingediende declaraties over de jaren 2022 en 2023. In iedere afzonderlijke beschikking staat vermeld dat de betreffende declaratie is afgewezen, met de volgende toelichting:
“We hebben geen reactie binnen de gestelde termijn op ons verzoek tot aanvullende informatie ontvangen. Daarom kunnen wij uw declaratie niet in behandeling nemen.”
2.9.
Op 25 maart 2024 heeft Zorg innovation twee accountantsverklaringen aan het CAK gestuurd. In reactie daarop heeft het CAK Zorg innovation op 28 maart 2024 verwezen naar de bezwaarprocedure. Zorg innovation heeft op 19 april 2024 pro forma bezwaar aangetekend tegen de door het CAK gewezen beschikkingen en op 7 juni 2024 heeft zij de gronden van haar bezwaar aangevuld.
2.10.
In reactie op de bezwaargronden heeft het CAK op 18 juni 2024 een aantal vragen aan Zorg innovation gesteld, waarop Zorg innovation bij e-mails van 28 juni 2024 en 8 juli 2024 heeft gereageerd. Op 5 augustus 2024 heeft het CAK nog een aantal aanvullende vragen gesteld, waarop Zorg innovation bij e-mail van 19 augustus 2024 heeft gereageerd.
Declaraties over het jaar 2024
2.11.
Zorg innovation heeft verder vanaf januari 2024 maandelijks declaraties ingediend bij het CAK voor de zorg die zij (tot dusver) in 2024 heeft geleverd aan onverzekerbare vreemdelingen.
2.12.
Bij e-mails van 22 april 2024 en 1 mei 2024 heeft Zorg innovation aandacht gevraagd voor de betaling van de op dat moment openstaande declaraties. Het CAK heeft daarop bij e-mail van 2 mei 2024 gereageerd dat deze aanvragen worden afgewezen en dat Zorg innovation medio mei beschikkingen van het CAK ontvangt.
2.13.
Bij beschikkingen van 14 mei 2024, 5 juni 2024 en 13 juli 2024 heeft het CAK de declaraties voor de maanden januari 2024 tot en met juni 2024 afgewezen met de volgende motivering:
“Uw declaratie kan niet in behandeling worden genomen. Naar aanleiding van eerder door u ingediende declaratie(s) is er geen tijdige en/of volledige reactie ontvangen op ons verzoek tot aanvullende informatie of de informatie is beoordeeld als onvoldoende of ongeldig.”
2.14.
Op 25 juli 2024 heeft Zorg innovation bezwaar gemaakt tegen voornoemde beschikkingen.

3.Het geschil

3.1.
Zorg innovation vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. het CAK te gebieden om conform afspraken over te gaan tot uitbetaling van declaraties van Zorg innovation die aan de daaraan gestelde contractuele voorwaarden voldoen, binnen de overeengekomen betalingstermijn, althans het CAK te gebieden om conform afspraken over te gaan tot uitbetaling van declaraties van Zorg innovation die voldoen aan de in het te wijzen vonnis genoemde voorwaarden voor uitbetaling, binnen de overeengekomen betalingstermijn;
II. het CAK te verbieden om declaraties van Zorg innovation af te wijzen in verband met het niet aanleveren van een accountantsverklaring, althans het CAK te verbieden om declaraties van Zorg innovation af te wijzen op basis van het niet als afdoende beoordelen van het geheel van accountantsverklaringen zoals tot nog toe verstrekt voor de jaren 2022 en 2023 of een soortgelijke verklaring/geheel van verklaringen voor een andere periode, indien en voor zover het CAK een dergelijke verklaring vraagt;
III. het CAK te gebieden om, indien zij (nog) niet voornemens is een declaratie van Zorg innovation uit te betalen, binnen dertig dagen na ontvangst van declaratie alle gronden daarvoor te specificeren en voor zover nodig nadere informatie te vragen met een duidelijke omschrijving van de nader door Zorg innovation toe te zenden informatie en daaraan te stellen eisen en vermelding van de (contractuele) grondslag voor het vragen van deze informatie en deze ontvangen informatie vervolgens binnen dertig dagen na ontvangst te beoordelen en de uitkomst van de beoordeling van de informatie, binnen dertig dagen na ontvangst van deze informatie, gemotiveerd en schriftelijk aan Zorg innovation mede te delen;
alles op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- per dag te betalen aan Zorg innovation
indien het CAK niet geheel of gedeeltelijk aan het onder I tot en met III gevorderde voldoet
en met veroordeling van het CAK in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Zorg innovation legt aan haar vorderingen ten grondslag dat het CAK de overeenkomsten met Zorg innovation moet nakomen. Het CAK is contractueel verplicht om iedere declaratie die voldoet aan de daaraan gestelde voorwaarden, binnen dertig dagen na ontvangst te betalen. De declaraties van Zorg innovation voldoen aan de contractuele voorwaarden, maar het CAK weigert deze desondanks te vergoeden. De bezwaren die het CAK aan haar weigering ten grondslag legt, zijn onterecht en onduidelijk. Ook legt het CAK, maanden na ontvangst van de aanvullende informatie van Zorg innovation, allerlei nieuwe, niet onderbouwde en onhoudbare bezwaren aan de afwijzing van de declaraties ten grondslag. Omdat het CAK alle tot nog toe ingediende declaraties heeft afgewezen met als reden dat Zorg innovation niet tijdig en volledig aan het verzoek van 1 februari 2024 heeft voldaan, verwacht Zorg innovation dat het CAK al haar declaraties, dus ook toekomstige, op deze wijze zal blijven afwijzen. Als gevolg hiervan blijft Zorg innovation van een groot deel van haar omzet verstoken. De situatie kan niet blijven voortduren. De bestuurder van Zorg innovation heeft weliswaar privé een eigen buffer, maar die is eindig en staat formeel ook los van Zorg innovation en haar steeds verder oplopende verplichtingen. Ook staat de continuïteit van de zorg op het spel. Zorg innovation heeft daarom een spoedeisend belang bij toewijzing van haar vorderingen.
3.3.
Het CAK voert verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
Niet in geschil is dat de vorderingen van Zorg innovation betrekking hebben op toekomstige declaraties in het kader van de overeenkomst tussen Zorg innovation en het CAK. Het gaat dus niet over de reeds ingediende (en door het CAK afgewezen) declaraties. Zorg innovation is het niet eens met de afwijzing van die (al ingediende) declaraties, maar de discussie daarover wenst zij niet in dit kort geding te betrekken. Haar standpunt daarover heeft zij kenbaar gemaakt in de lopende bezwaarprocedures, aldus Zorg innovation.
4.2.
Het meest verstrekkende verweer van het CAK is dat Zorg innovation niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vorderingen. Volgens het CAK staat ook voor de toekomstige declaraties van Zorg innovation te zijner tijd een met waarborgen omklede bestuursrechtelijke rechtsgang open, waarvan deel uitmaakt de mogelijkheid een voorlopige voorziening bij de bestuursrechter te verzoeken.
Dit verweer slaagt en de voorzieningenrechter zal dat oordeel hieronder toelichten.
4.3.
Artikel 122a Zvw bepaalt dat het CAK bijdragen verstrekt aan zorgaanbieders die inkomsten derven als gevolg van het verlenen van medisch noodzakelijke zorg aan, samengevat, onverzekerbare vreemdelingen. Het CAK heeft met Zorg innovation een overeenkomst gesloten voor de vergoeding van door Zorg innovation geleverde Wlz-zorg (zie hiervoor bij 2.3). De vergoeding van de door Zorg innovation verleende zorg kent dus een contractuele basis. Volgens Zorg innovation valt daarom niet uit te sluiten dat de vergoeding van declaraties een civielrechtelijke aangelegenheid betreft die niet thuishoort in het bestuursrecht. De voorzieningenrechter gaat daar niet in mee.
4.4.
Artikel 4 van bijlage 2 van de Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak vermeldt dat tegen een besluit genomen op grond van artikel 122a Zvw beroep kan worden ingesteld bij het CBb. In de memorie van toelichting bij artikel 122a Zvw (
Kamerstukken II2007-2008, 31 249, nr. 3, p. 26) staat vermeld dat de beslissing van het CVZ (de voorloper van het CAK, voorzieningenrechter) om, naar aanleiding van een declaratie, op grond van lid 4 een bijdrage te betalen, valt te zien als een beschikking in de zin van de Awb. Niet valt in te zien waarom dat anders zou zijn voor de beslissingen die het CAK neemt over vergoeding van de in artikel 122a lid 5 Zvw genoemde – bij overeenkomst geregelde – zorg. De voorzieningenrechter slaat daarbij acht op de omstandigheid dat de overeenkomsten op grond van laatstgenoemd artikellid door het CAK enkel worden gesloten in het kader van zijn publieke taak. Daarbij weegt nog mee dat uit lid 6 van artikel 122a Zvw volgt dat een overeenkomst naast de in lid 5 bedoelde zorg tevens kan zien op de onder lid 4 bedoelde zorg (die, zoals zojuist bleek hoe dan ook een bestuursrechtelijke kwestie betreft). Niet goed denkbaar is dat als de overeenkomst ook de lid 4-zorg regelt, dat enkele feit de bestuursrechter plots onbevoegd zou maken voor laatstgenoemde zorg. Uit het voorgaande leidt de voorzieningenrechter af dat beslissingen die het CAK neemt over het al dan niet vergoeden van de door Zorg innovation gedeclareerde zorg (ook die op grond van het vijfde lid van artikel 122a Zvw) kwalificeren als besluiten in de zin van de Awb, waartegen bezwaar en beroep openstaat.
4.5.
Zorg innovation kan haar bezwaren tegen de afwijzing van haar declaraties dus kenbaar maken in een speciale, met voldoende waarborgen omklede rechtsgang die geen onnodige of belastende omweg vormt. In die bestuursrechtelijke procedure kan Zorg innovation haar bezwaren over de toepassing van de door het CAK gehanteerde (contractuele) voorwaarden en de handelwijze van het CAK in algemene zin aan de orde stellen. Hoofdregel is dat het bestaan van een dergelijke specifieke rechtsgang in de weg staat aan de mogelijkheid om dezelfde vragen aan de burgerlijke rechter voor te leggen. Achtergrond hiervan is, dat van algemeen belang is dat de gespecialiseerde rechter, in dit geval de bestuursrechter, beslist over de aan hem op basis van die specialisatie aan hem bij wet toegewezen zaken en niet, althans alleen als er een rechtsvacuüm dreigt te ontstaan, de civiele restrechter. Zorg innovation heeft ook gebruik gemaakt van die mogelijkheid door bezwaar aan te tekenen tegen de (reeds) door het CAK afgewezen declaraties.
4.6.
Zorg innovation stelt dat zij desalniettemin belang heeft bij haar vorderingen in kort geding, omdat deze betrekking hebben op het toekomstig handelen van het CAK. Zij wil daarmee bewerkstelligen dat het CAK ten aanzien van toekomstige declaraties in overeenstemming handelt met de voorwaarden van het contract en daarover voortvarend en duidelijk richting het CAK communiceert. Volgens Zorg innovation staat er voor dergelijke vorderingen geen bestuursrechtelijke rechtsgang open. De voorzieningenrechter gaat daar niet in mee. Met haar vorderingen maakt Zorg innovation feitelijk op voorhand bezwaar tegen besluiten die nog door het CAK moeten worden genomen. Daarover kan de burgerlijke voorzieningenrechter geen voorlopig oordeel geven. Dat zou indruisen tegen het door de wetgever gewenste taakverdeling tussen de bestuursrechter en de burgerlijke rechter. Het ligt op de weg van Zorg innovation om voor toekomstige declaraties een beslissing van het CAK uit te lokken. Tegen dat besluit kan zij vervolgens opkomen in een bestuursrechtelijke procedure waarin Zorg innovation een met dit kort geding vergelijkbaar resultaat kan bereiken. Het door Zorg innovation gestelde spoedeisend belang staat daaraan niet in de weg. In de bestuursrechtelijke procedure kan Zorg innovation immers ook om een voorlopige voorziening vragen. Niet gebleken is dat langs die weg niet op korte termijn een voorlopig rechterlijk oordeel kan worden verkregen. Bij dit oordeel weegt mee dat niet ter discussie staat dat ten aanzien van de reeds ingediende (en afgewezen) declaraties dezelfde discussie over de voorwaarden voor uitbetaling wordt gevoerd als de door Zorg innovation gevreesde toekomstige discussies. In een (voorlopige voorziening in de) bestuursrechtelijke rechtsgang ten aanzien van de reeds ingediende declaraties zal naar verwachting dus ook op korte termijn een voor de toekomst richtinggevend oordeel kunnen worden verkregen.
4.7.
Slotsom is dat er geen grond is om af te wijken van de door de wetgever gewenste verdeling van zaken tussen de bestuursrechter en de burgerlijke rechter. Zorg innovation is daarom niet-ontvankelijk in haar vorderingen bij de voorzieningenrechter.
4.8.
Zorg innovation is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van het CAK worden begroot op:
- griffierecht € 688,00
- salaris advocaat € 1.107,00
- nakosten € 178,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de
beslissing)
Totaal € 1.973,00
4.9.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
verklaart Zorg innovation niet-ontvankelijk in haar vorderingen;
5.2.
veroordeelt Zorg innovation in de proceskosten van € 1.973,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Zorg innovation niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Zorg innovation € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening;
5.3.
veroordeelt Zorg innovation in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;
5.4.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.R. Glass en in het openbaar uitgesproken op 5 september 2024.
fjs