ECLI:NL:RBDHA:2024:14523
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
Op 12 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak AWB 24/11995, waarin eiser, een inwoner van Oosterwolde, beroep heeft ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV). De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser het verschuldigde griffierecht van € 187,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had eiser op 27 juli 2024 per aangetekende brief gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en aangegeven dat dit binnen twee weken voldaan moest worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangetekende brief op 31 juli 2024 is afgehaald, maar dat eiser het griffierecht niet op tijd heeft betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim heeft gegeven. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordelen en bleef het bestreden besluit in stand. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.