ECLI:NL:RBDHA:2024:1452

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 februari 2024
Publicatiedatum
9 februari 2024
Zaaknummer
NL23.40420
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak wegens ongegrond beroep

Op 9 februari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoekster tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoekster had een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, omdat haar asielaanvraag niet in behandeling was genomen. Dit gebeurde op basis van het besluit van 27 december 2023, waarin werd gesteld dat Roemenië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoekster had tegen dit besluit beroep ingesteld, dat geregistreerd was onder zaaknummer NL23.40419.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening samen met het beroep behandeld op 31 januari 2024. De verzoekster is niet verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de rechtbank op dezelfde dag uitspraak gedaan op het samenhangende beroep, dat ongegrond werd verklaard. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en werd het verzoek om deze reden afgewezen.

De voorzieningenrechter, mr. N.M. van Waterschoot, heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.40420

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A.S. Sewman),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.D. Albarda).

Procesverloop

Bij besluit van 27 december 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster niet in behandeling genomen op de grond dat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Het beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL23.40419.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek samen met het beroep op 31 januari 2024 op zitting behandeld. Verzoekster is, met voorafgaande kennisgeving, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Het onderzoek is ter zitting gesloten.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het samenhangende beroep van verzoekster, en dat beroep ongegrond verklaard. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A.J. van Bruggen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.