Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 11 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening van een asielzoeker. De verzoeker had tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld, waarin zijn asielaanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft dit verzoek afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank op 11 september 2024, waarin het beroep van de verzoeker ongegrond was verklaard. Gezien deze eerdere uitspraak, werd het verzoek om een voorlopige voorziening als ongegrond beschouwd. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, die als voorzieningenrechter optrad, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, wat betekent dat de beslissing van de voorzieningenrechter definitief is.