Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 september 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Gambiaanse nationaliteit, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend op 20 februari 2024. De minister van Asiel en Migratie had echter besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Dit besluit was genomen na een verzoek tot terugname aan de Duitse autoriteiten, dat door Duitsland was geaccepteerd.
De rechtbank heeft op 29 augustus 2024 de zaak behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet verschenen. Eiser had wel een medisch dossier overgelegd, waar de verweerder op had gereageerd. Eiser voerde aan dat hij medische klachten had en dat hij in Duitsland niet adequaat was behandeld, en dat er gebreken waren in de asielprocedure en opvangvoorzieningen.
De rechtbank oordeelde dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing was en dat het aan eiser was om aan te tonen dat Duitsland niet in staat was om de noodzakelijke zorg te bieden. De rechtbank concludeerde dat eiser niet had aangetoond dat hij in Duitsland geen medische zorg kon krijgen en dat de verantwoordelijkheden van Duitsland voor de asielaanvraag vaststonden. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard en werd er geen proceskostenvergoeding toegekend.