In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. W.M. Blaauw, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie, omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn asielaanvraag. De rechtbank, zittingsplaats Utrecht, heeft eerder op 19 maart 2024 een uitspraak gedaan waarin de minister werd opgedragen om binnen twee weken opnieuw te beslissen. Eiser stelt dat de minister deze termijn heeft overschreden, wat aanleiding geeft tot het indienen van beroep. De rechtbank heeft besloten dat het beroep gegrond is, omdat de minister geen gevolg heeft gegeven aan de eerdere uitspraak.
De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser recht heeft op een beslissing binnen twee weken na de uitspraak. Tevens is er een dwangsom opgelegd van € 200,- per dag voor elke dag dat de minister de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft ook recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 437,50.
De uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder en is openbaar gemaakt op 12 augustus 2024. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen twee weken na de verzending van de uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken. Als de minister dit niet doet, moet hij de dwangsom betalen.