Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verdere verloop van de procedure
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en M. Verhoof-Vilairatino, tolk in de Thaise taal;
- de stiefvader;
- [naam 1] namens de Raad;
- [naam 2] namens de gecertificeerde instelling.
Rechtbank Den Haag
Op 23 januari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming, regio Haaglanden, betreffende een minderjarige, geboren in 2009. De kinderrechter heeft eerder op 11 januari 2024 een voorlopige ondertoezichtstelling en een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing verleend, die van kracht was tot 25 januari 2024. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 januari 2024 waren de moeder, haar advocaat, de stiefvader, en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling aanwezig. De kinderrechter heeft de minderjarige gehoord en de zorgen over haar psychische gezondheid besproken. De Raad heeft verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing, omdat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de minderjarige en haar veiligheid. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een ernstig vermoeden bestaat dat de grond voor een ondertoezichtstelling is vervuld en heeft besloten de minderjarige voorlopig onder toezicht te stellen voor drie maanden en een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.