ECLI:NL:RBDHA:2024:14419

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 september 2024
Publicatiedatum
10 september 2024
Zaaknummer
NL24.26747
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

Op 10 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL24.26747, waarin verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.H. van der Linden, een voorlopige voorziening heeft verzocht na de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de minister van Asiel en Migratie. De minister, vertegenwoordigd door mr. A.A. Wildeboer, had op 28 juni 2024 het verzoek van verzoeker afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 juli 2024 behandeld, samen met een andere zaak (NL24.26746).

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.26747

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. M.H. van der Linden),
en
de minister van Asiel en Migratie, [1] de minister
(gemachtigde: mr. A.A. Wildeboer).

Procesverloop

Bij besluit van 28 juni 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.26746, op 25 juli 2024 op zitting behandeld. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Ook is een tolk verschenen.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.26746, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.J.A. Hessels, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.