Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[belanghebbende] ,
Inleiding
De procedure in raadkamer
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de belanghebbende
Het oordeel van de rechtbank
NJ2006, 87).
Rechtbank Den Haag
Op 3 september 2024 heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de onttrekking aan het verkeer van verschillende in beslag genomen voorwerpen, waaronder pillen en ponypacks. De officier van justitie had op 20 maart 2024 verzocht om deze voorwerpen onttrokken te verklaren aan het verkeer. De rechtbank heeft de vordering op 28 mei 2024 en 20 augustus 2024 in openbare raadkamer behandeld, waarbij de belanghebbende, bijgestaan door advocaat mr. C.J.J. Kwint, en de officier van justitie, mr. J.A. Folkers, zijn gehoord.
De rechtbank overwoog dat de in beslag genomen pillen, die als erectieopwekkende middelen zijn aangemerkt, zonder handelsvergunning in voorraad waren en derhalve in strijd met de wet en het algemeen belang. De rechtbank besloot deze pillen onttrokken te verklaren aan het verkeer. Daarnaast werd vastgesteld dat ponypacks, die vaak worden gebruikt voor het vervoeren van verdovende middelen, ook onttrokken moesten worden aan het verkeer, gezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang. De rechtbank wees echter de vordering af ten aanzien van een tas, omdat hiervoor geen deugdelijke onderbouwing was gegeven.
De rechtbank concludeerde dat de onttrekking van de overige voorwerpen, waaronder een grote hoeveelheid pillen en ponypacks, gerechtvaardigd was, en verklaarde deze onttrokken aan het verkeer. De beslissing werd openbaar uitgesproken door rechter mr. K.C.J. Vriend, in aanwezigheid van griffiers F.A.M. Vreeswijk en mr. F. Aksu.