In deze zaak heeft het Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne (CIVC) een kort geding aangespannen tegen Ferminadza LLC, waarbij het CIVC vorderde dat Ferminadza zich zou onthouden van het importeren, distribueren en verhandelen van kledingstukken met de aanduiding 'champagne'. De zaak is behandeld door de Rechtbank Den Haag op 9 september 2024. Het CIVC stelt dat het gebruik van de term 'champagne' op kledingstukken in strijd is met de bescherming van de beschermde oorsprongsbenaming (BOB) 'Champagne', die door de Europese Commissie is geregistreerd. Ferminadza voert aan dat de term 'champagne' in de mode-industrie gangbaar is als kleuraanduiding en dat het gebruik daarvan niet onrechtmatig is. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het gebruik van 'champagne' als kleuraanduiding niet in strijd is met de BOB, omdat het relevante publiek de term niet zal associëren met de mousserende wijnen uit de Champagne-regio. De vorderingen van het CIVC zijn afgewezen, en het CIVC is veroordeeld in de proceskosten van Ferminadza, die zijn vastgesteld op € 10.866,00. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van uitbuiting van de reputatie van de BOB 'Champagne' door Ferminadza, en dat de term 'champagne' in de context van kledingstukken als een gangbare kleuraanduiding wordt gezien.