Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de Minister van Migratie en Asiel, de minister (gemachtigde: S. Faddach).
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 augustus 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een Tunesische vreemdeling. De Minister van Migratie en Asiel had op 29 juli 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). De vreemdeling, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. P. Celikkal, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 12 augustus 2024 is de vreemdeling verschenen, met de hulp van een tolk, en de minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft beoordeeld of de bewaring rechtmatig was. De vreemdeling stelde dat de grondslag voor de maatregel onjuist was, omdat hij een asielaanvraag in Nederland had ingediend en meende dat deze inhoudelijk behandeld moest worden. De rechtbank oordeelde echter dat de grondslag van de bewaring juist was, aangezien de vreemdeling eerder asiel had aangevraagd in Roemenië en Oostenrijk. De rechtbank concludeerde dat er een concreet aanknopingspunt voor overdracht bestond op basis van de Dublinverordening en dat er een significant risico was dat de vreemdeling zich aan het toezicht zou onttrekken.
De rechtbank verwierp ook de stelling van de vreemdeling dat de minister een lichter middel had moeten toepassen, en oordeelde dat de minister voldoende had gemotiveerd waarom dit niet mogelijk was. De rechtbank heeft ambtshalve getoetst of de maatregel van bewaring op enig moment onrechtmatig was, maar kwam tot de conclusie dat dit niet het geval was. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt op 16 augustus 2024 en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.