Uitspraak
rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de meervoudige kamer
Beëindiging ouderlijk gezag
de Raad voor de Kinderbescherming, regio Haaglanden,hierna te noemen: de Raad,
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2007 in [geboorteplaats] ,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2010 in [geboorteplaats] ,
[minderjarige 3], geboren op [geboortedatum 3] 2013 in
[de vader] ,
[de moeder] ,
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,
Het procesverloop
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 28 februari 2024;
- de brief van de advocaat van de vader met producties 1 t/m 3 van 12 augustus 2024.
- [naam 1] namens de Raad;
- [naam 2] en [naam 3] namens de gecertificeerde instelling;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat.
Feiten
- Het huwelijk van de vader en de moeder is door echtscheiding ontbonden.
- De moeder en de vader zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over de kinderen.
- De kinderen wonen bij de moeder.
- De kinderrechter heeft bij beschikking van 7 november 2023 de ondertoezichtstelling van de kinderen verlengd tot 10 november 2024.
Het verzoek
De standpunten
Beoordeling
De rechtbank is al met al van oordeel dat de vader niet in staat is om de verzorging en opvoeding van de kinderen te dragen. De rechtbank leidt uit de stukken en het onderzoek van de Raad verder af dat het de vader de afgelopen jaren niet is gelukt om te profiteren van de geboden hulpverlening en een voldoende stabiele en veilige opvoeder voor de kinderen te zijn. De rechtbank acht het noodzakelijk dat de moeder het gezag over de kinderen voortaan alleen uitoefent, zodat zij gezagsbeslissingen voortaan alleen kan nemen. Anders dan door de vader naar voren is gebracht ziet de rechtbank wel degelijk noodzaak om ook het gezag van vader over [minderjarige 1] te beëindigen. Hoewel [minderjarige 1] binnen één jaar meerderjarig zal worden, moeten er de komende periode beslissingen worden genomen omtrent praktische zaken aangaande haar meerderjarigheid. Daarnaast kan het door de recent toegenomen zorgen over haar ontwikkeling ook zomaar zo zijn dat er nog (extra) hulpverlening voor haar ingezet moet worden. Het is juist vanwege haar naderende meerderjarigheid van belang dat dergelijke beslissingen voortvarend genomen kunnen worden.
Beslissing
[de vader], geboren op [geboortedatum 4] 1983 in [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2007 in [geboorteplaats] ,
- [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2010 in [geboorteplaats] ,
- [minderjarige 3], geboren op [geboortedatum 3] 2013 in