ECLI:NL:RBDHA:2024:14248

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 september 2024
Publicatiedatum
5 september 2024
Zaaknummer
10987072 RL EXPL 24-5587
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis over concurrentie- en relatiebeding in arbeidsovereenkomst met matiging van boete

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Euro Werk Aanneembedrijf B.V. en een werkneemster over de geldigheid van een concurrentie- en relatiebeding in de arbeidsovereenkomst. De werkneemster was van 1 januari 2022 tot 30 november 2023 in dienst bij Euro Werk en had een concurrentiebeding dat haar verbood om gedurende 24 maanden na beëindiging van het dienstverband in een concurrerende onderneming te werken. Euro Werk vorderde dat de werkneemster zich aan dit beding zou houden en eiste een boete van € 25.000,- voor overtreding van het beding, alsook schadevergoeding. De werkneemster betwistte de overtreding en vorderde vernietiging van de bedingen, omdat deze haar belemmerden in het vinden van werk.

Tijdens de mondelinge behandeling op 30 augustus 2024 werd geen schikking bereikt. De kantonrechter oordeelde dat de concurrentie- en relatiebedingen in beginsel geldig waren, maar gedeeltelijk vernietigd moesten worden vanwege een te lange looptijd en een gebrek aan geografische beperking. De kantonrechter matigde de boete tot € 7.500,- en verklaarde dat de werkneemster zich voor de resterende periode aan de bedingen moest houden. De vordering van Euro Werk tot schadevergoeding werd afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. Beide partijen werden in de proceskosten in het gelijk en ongelijk gesteld, waardoor de kosten werden gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANKDEN HAAG
Kantonrechter, zittingsplaats 's-Gravenhage
Zaaknummer: 10987072 / RL EXPL 24-5587
CB/c
Vonnis van 17 september 2024
in de zaak van:
de besloten vennootschap
Euro Werk Aanneembedrijf B.V.,
zetelende en kantoorhoudende te Den Haag,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Euro Werk,
gemachtigde: mr. R.M. van der Zwan (Zwan Advocaten),
tegen
[werkneemster],
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [werkneemster] ,
gemachtigde: mr. F. Özer (Advocatenkantoor Özer).

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 6 maart 2024 met zes producties (nrs. 1 tot en met 6);
- de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie van 19 juni 2024 met 19 producties (nrs. 1 tot en met 19);
- de brief van de gemachtigde van Euro Werk van 5 augustus 2024 met een aanvullende productie (nr. 12);
- de e-mail van de gemachtigde van Euro Werk van 23 augustus 2024 met een vermindering van eis;
- de brief van de gemachtigde van [werkneemster] van 27 augustus 2024 met een aanvullende productie (nr. 20).
1.2
Op 30 augustus 2024 is een mondelinge behandeling gehouden, waarbij namens Euro Werk de heer [naam] en de gemachtigde van Euro Werk zijn verschenen en waarbij [werkneemster] in persoon is verschenen samen met haar gemachtigde. Van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken heeft de griffier zakelijke aantekeningen gemaakt , die zich in het griffie dossier bevinden. Een schikking is niet bereikt.
1.3
Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1
[werkneemster] was tussen 1 januari 2022 en 30 november 2023 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst van Euro Werk in de functie van coördinator.
2.2
In de arbeidsovereenkomst waren een concurrentie- en een relatiebeding opgenomen, die luiden als volgt:
Concurrentiebeding
Het is de werknemer zonder schriftelijke toestemming van de werkgever niet toegestaan om gedurende een periode van 24 maanden na beëindiging van het dienstverband in enigerlei vorm een onderneming gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan die van werkgever te vestigen, te drijven, mede te drijven of te doen drijven, hetzij direct, hetzij indirect. Het is werknemer in die periode evenmin niet toegestaan om in een dergelijke onderneming enig aandeel te hebben of belang te hebben, noch is het de werknemer niet toegestaan om bij of voor een dergelijke onderneming werkzaam te zijn, al dan niet in dienstbetrekking.
Relatiebeding
Het is werknemer niet toegestaan gedurende het dienstverband hetzij zelfstandig hetzij in loondienst bij derden op te treden dan wel werkzaamheden en/of diensten te leveren, welke eveneens door werkgever worden gevoerd. Tevens is het de werknemer niet toegestaan om gedurende het dienstverband en na een periode van 24 maanden na het einde van het dienstverband hetzij zelfstandig hetzij in loondienst bij derden met relaties van de werkgever contacten van welke aard dan ook te onderhouden of ten behoeve van deze relaties werkzaamheden te verrichten c.q. aan deze relaties diensten te verlenen die gelijk of gelijksoortig zijn aan de werkzaamheden en/of diensten van de werkgever.
Gedurende een periode van 24 maanden na het einde van het dienstverband zal werknemer, behoudens schriftelijke toestemming van werkgever, geen activiteiten uitoefenen die gelijk of anderszins concurrerend zijn met de activiteiten van werkgever voor zover deze activiteiten betrekking hebben op cliënten uit de ten tijde van het dienstverband bestaande klantenkring van werkgever, ongeacht het geografisch gebied. De verboden activiteiten dienen in ruimste zin te worden opgevat, dat wil zeggen ongeacht de wijze en/of vorm ervan en ongeacht of er sprake is van handelen op eigen naam dan wel door middel van en/of in samenwerking met, dan wel dienstverband van andere natuurlijke personen of rechtspersonen. Nu in de functie van werknemer sprake zal zijn van (substantieel) klantcontact en inzicht in concurrentiegevoelige bedrijfsinformatie, heeft werkgever een zwaarwegend belang bij het overeengekomen van het onderhavige beding.
Indien werknemer in strijd met het hierboven bepaalde handelt, is hij schuldig aan werkgever een onmiddellijk opeisbare boete van EUR 25.000,- (vijfentwintigduizend euro) per overtreding, alsmede € 1.000,- per dag (met een maximum van € 2.500,-) dat deze overtreding voortduurt, welke(e) bedrag(en) onmiddellijk na ingebrekestelling opeisbaar zal/zullen zijn, onverminderd het recht van werkgever vergoeding te vorderen van de werkelijk geleden schade.
Ook bij functie- en schaalwijzigingen blijft het relatiebeding onverminderd van kracht, tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen.
2.3
Tussen 4 december 2023 en 12 februari 2024 was [werkneemster] in dienst van Optimal Personeelsdiensten B.V. (hierna: Optimal).
2.4
Op 7 april 2024 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank een vonnis (in verzet) gewezen en heeft deze enkele voorlopige voorzieningen getroffen ten aanzien van de vorderingen die nu in deze bodemprocedure voorliggen. Het vonnis is bekend onder nummer C/09/662365 / KG ZA 24-185.

3.Het geschil

In conventie
3.1
In conventie vordert Euro Werk, na vermindering van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, (I.) [werkneemster] te verbieden om vanaf de datum van het te wijzen vonnis nog langer te handelen in strijd met het concurrentie- en/of relatiebeding zoals dat door de Voorzieningenrechter bij vonnis van 9 februari 2024 is vastgesteld alsmede te bepalen dat [werkneemster] vanaf 12 februari 2024, de datum waarop het kort geding vonnis aan haar is betekend, een dwangsom van € 1.000,- per dag verbeurt c.q. heeft verbeurd voor iedere dag dat zij daarmee in gebreke blijft c.q. is gebleven, een ingegane [dag] voor een hele gerekend; (II.) [werkneemster] te veroordelen om aan Euro Werk tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag ad € 25.000,-- terzake de contractuele boete, althans een zodanig bedrag als de kantonrechter in goede justitie zal bepalen; (III.) [werkneemster] te veroordelen om aan Euro Werk tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de werkelijk door Euro Werk geleden schade als gevolg van het feit dat [werkneemster] het op haar van toepassing zijnde concurrentie- en/of relatiebeding heeft overtreden, een en ander op te maken bij staat; (IV.) [werkneemster] te veroordelen in de kosten van het geding, waaronder begrepen het salaris voor de advocaat [gemachtigde] alsmede de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na betekenen van het te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2
Aan haar vordering legt Euro Werk ten grondslag dat [werkneemster] is gebonden aan een concurrentie- en relatiebeding en dat zij dat beding heeft overtreden, waardoor zij de overeengekomen boete van € 25.000,- verschuldigd, alsmede de schade die Euro Werk heeft geleden. Daarnaast vordert Euro Werk dat [werkneemster] zich voor de resterende periode aan het concurrentie- en relatiebeding houdt.
3.3
[werkneemster] betwist dat zij het concurrentie- en relatiebeding heeft overtreden en zij betwist daardoor ook dat zij de contractuele boete heeft verbeurd. Daarnaast betwist zij dat Euro Werk schade heeft geleden.
In reconventie
3.4
In reconventie vordert [werkneemster] bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad: (3) het concurrentiebeding, zoals vervat in de arbeidsovereenkomst (pagina 2 en pagina 3 eerste zin) en zoals overwogen onder rechtsoverweging 4.12 van het vonnis d.d. 3 april 2024 volledig dan wel gedeeltelijk te vernietigen met ingang van 1 december 2023; (4) het relatiebeding, zoals vervat in de arbeidsovereenkomst (pagina 3) volledig dan wel gedeeltelijk te vernietigen met ingang van 1 december 2023; (5) Euro Werk te veroordelen [tot betaling van] een vergoeding van € 2.691,92 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantiegeld en overige emolumenten voor de periode dat [werkneemster] aan het concurrentiebeding wordt gehouden vanaf 4 december 2023, althans een door de kantonrechter te bepalen datum; (6) het boetebeding nietig te verklaren, dan wel te vernietigen, dan wel de boete te matigen tot nihil, althans tot een door de kantonrechter te bepalen bedrag; (7) Euro Werk te veroordelen in de (na)kosten van deze procedure een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.5
Aan haar vordering legt [werkneemster] ten grondslag dat het concurrentie- en relatiebeding haar te veel belemmeren om in haar levensonderhoud te kunnen voorzien.
3.6
Euro Werk verweert zich tegen de vordering van [werkneemster] .
In conventie en in reconventie
3.7
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie en in reconventie
4.1
Omdat hetgeen Euro Werk in conventie en hetgeen [werkneemster] in reconventie vordert in elkaar overlopen zal de kantonrechter de vorderingen over en weer behandelen van de meest naar de minst verstrekkende.
4.2
[werkneemster] vordert als meest verstrekkende vordering(en) vernietiging althans gedeeltelijke vernietiging van het concurrentie- en van het relatiebeding. Indien deze bedingen volledig vernietigd zouden worden zou dat betekenen dat de vorderingen van Euro Werk in conventie alle moeten worden afgewezen, omdat er dan hoe dan ook geen sprake is van enige overtreding van een verbodsbepaling.
4.3
In de rechtsoverwegingen 4.3 tot en met 4.9 van het vonnis van de voorzieningenrechter van 3 april 2024 is deze uitvoerig ingegaan op de vraag of de bedingen geldig zijn. De kantonrechter kan zich vinden in deze overwegingen en maakt die tot de zijne. Dat betekent dat de bedingen in beginsel geldig zijn en dat de vordering van [werkneemster] in reconventie onder (6) zal worden afgewezen voor zover die vordering tot doel heeft het boetebeding volledig te vernietigen.
4.4
Voorst neemt de kantonrechter over en maakt tot de zijne de overwegingen die de voorzieningenrechter heeft gemaakt ten aanzien van de vraag of de bedingen gedeeltelijk moeten worden vernietigd. Met de Voorzieningenrechter is de kantonrechter van oordeel dat de bedingen een te lange looptijd hebben en dat de bedingen geen geografische beperking bevatten. Daarenboven is de kantonrechter van oordeel dat de verboden werkzaamheden te breed en te ongedefinieerd in de bedingen zijn verwoord. Daarom zal de kantonrechter de bedingen als na te melden gedeeltelijk vernietigen en opnieuw vaststellen.
4.5
Het concurrentiebeding komt te luiden als volgt:
Het is de werknemer zonder schriftelijke toestemming van de werkgever niet toegestaan om gedurende een periode van 12 maanden na beëindiging van het dienstverband binnen een straal van 30 kilometer rondom de vestigingsplaats van werkgever te Den Haag een onderneming gelijk of gelijksoortig aan die van werkgever te vestigen, te drijven, mede te drijven of te doen drijven, hetzij direct, hetzij indirect. Het is werknemer in die periode evenmin toegestaan om in een dergelijke onderneming enig aandeel of belang te hebben, noch is het de werknemer toegestaan om bij of voor een dergelijke onderneming werkzaam te zijn, al dan niet in dienstbetrekking.
4.6
Het relatiebeding komt te luiden als volgt:
Het is werknemer niet toegestaan gedurende het dienstverband hetzij zelfstandig hetzij in loondienst bij derden op te treden dan wel werkzaamheden en/of diensten te leveren, welke ten tijde van het dienstverband eveneens door werkgever worden gevoerd. Tevens is het de werknemer niet toegestaan om gedurende het dienstverband en binnen een periode van 12 maanden na het einde van het dienstverband hetzij zelfstandig hetzij in loondienst binnen een straal van 30 kilometer rondom de vestigingsplaats van werkgever bij derden met ten tijde van het dienstverband bestaande relaties van de werkgever contacten te onderhouden met het kennelijke doel om afbreuk te doen aan het bedrijfsdebiet van werkgever.
Gedurende een periode van 12 maanden na het einde van het dienstverband zal werknemer, behoudens schriftelijke toestemming van werkgever, binnen een straal van 30 kilometer rondom de vestigingsplaats van werkgever geen activiteiten uitoefenen die concurrerend zijn met de activiteiten van werkgever voor zover deze activiteiten betrekking hebben op cliënten uit de ten tijde van het dienstverband bestaande klantenkring van werkgever. De verboden activiteiten dienen te worden opgevat, ongeacht de wijze en/of vorm ervan en ongeacht of er sprake is van handelen op eigen naam dan wel door middel van en/of in samenwerking met, dan wel dienstverband van andere natuurlijke personen of rechtspersonen. Nu in de functie van werknemer sprake zal zijn van (substantieel) klantcontact en inzicht in concurrentiegevoelige bedrijfsinformatie, heeft werkgever een zwaarwegend belang bij het overeengekomen van het onderhavige beding.
Indien werknemer in strijd met het hierboven bepaalde handelt, is hij schuldig aan werkgever een onmiddellijk opeisbare boete van EUR 25.000,- (vijfentwintigduizend euro) per overtreding, alsmede € 1.000,- per dag (met een maximum van € 2.500,-) dat deze overtreding voortduurt, welke(e) bedrag(en) onmiddellijk na ingebrekestelling opeisbaar zal/zullen zijn, onverminderd het recht van werkgever vergoeding te vorderen van de werkelijk geleden schade.
4.7
Omdat, zoals uit het voorgaande blijkt, het concurrentie- en relatiebeding in gewijzigde vorm in stand blijven, volgt daaruit ook dat [werkneemster] gehouden is over de periode dat deze bedingen van kracht blijven, dus tot 1 december 2024, deze bepalingen na te leven. In dat kader zal hetgeen Euro Werk onder punt 3.1 ten aanzien van de nakoming van die bepalingen vordert worden toegewezen, met dien verstande dat het verbod zal gelden vanaf heden omdat in de procedure niet is gebleken dat [werkneemster] in de periode tussen 4 februari 2024, de dag van haar uitdiensttreding bij Optimal, en heden nog in strijd heeft gehandeld met de verbodsbepalingen. Voorts ziet de kantonrechter geen aanleiding om reeds nu een dwangsom toe te wijzen, omdat [werkneemster] niet de indruk heeft gewekt zich niet aan dit rechterlijk vonnis te zullen houden.
4.8
Nu de kantonrechter het concurrentie- en relatiebeding gedeeltelijk zal vernietigen en opnieuw zal vaststellen komt de kantonrechter toe aan de vraag of [werkneemster] de bedingen heeft overtreden en of en in hoeverre zij een boete verschuldigd is.
4.9
[werkneemster] heeft erkend dat zij in de periode 4 december 2023 en 12 februari 2024 in dienst is geweest van Optimal. [werkneemster] heeft niet betwist dat Optimal een concurrent van Euro Werk is. Wel heeft zij betwist dat zij tijdens haar dienstverband met Optimal actief uitzendkrachten zou hebben benaderd en dat zij dus het relatiebeding heeft overtreden.
4.1
Met de voorzieningenrechter is de kantonrechter van oordeel dat [werkneemster] tijdens haar dienstverband met Optimal het concurrentiebeding, ook in de gewijzigde versie, zoals weergegeven in rechtsoverwegingen 4.5 en 4.6, heeft geschonden. Redengevend daarbij is met name dat voldoende aannemelijk is geworden dat [werkneemster] bij Optimal een vergelijkbare functie bekleedde als bij Euro Werk. Bij Euro Werk had zij een functie, waarin zij toegang had tot informatie met betrekking tot het bedrijfsdebiet van Euro Werk en die kennis was dus relevant voor Optimal. Een concurrentiebeding beoogt juist te voorkomen dat informatie over dat bedrijfsdebiet terechtkomt of terecht kan komen bij een concurrent. Daardoor is [werkneemster] in beginsel een boete aan Euro Werk verschuldigd.
4.11
Voor zover [werkneemster] in punt 31 van haar conclusie van antwoord een aantal argumenten heeft genoemd waarom de boete gematigd moet worden gaat de kantonrechter aan die argumenten voorbij, behalve aan het argument dat er een zekere balans moet zijn tussen de gevolgen voor [werkneemster] en het doel van de boete. Nog tijdens de mondelinge behandeling heeft Euro Werk benadrukt dat het haar ook vooral om de signaalwerking te doen is, die van het handhaven van het concurrentie- en relatiebeding uitgaat. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [werkneemster] in zekere zin van het handhaven van de bedingen door Euro Werk geleerd, want niet is gebleken dat zij na 4 februari 2024 nog de bedingen heeft overtreden. Blijkbaar is zij tot op heden nog op zoek naar ander werk. Ten aanzien van de door Euro Werk gewenste signaalwerking is de kantonrechter van oordeel dat eerder van belang is dat blijkt dat Euro Werk actief nakoming van de bedingen nastreeft, dan dat de hoogte van de boete daartoe bijdraagt. In het licht van een en ander zal de kantonrechter de boete matigen tot een bedrag van € 7.500,-.
4.12
In het kader van de overtreding door Madslaska van het concurrentie- en relatiebeding heeft Euro Werk gevorderd [werkneemster] te veroordelen de werkelijk door haar geleden schade als gevolg van het overtreden van de bedingen te vergoeden. Deze vordering zal worden afgewezen. Onbetwist staat vast dat [werkneemster] na 4 februari 2024 niet meer voor Optimal werkzaam is en dat zij, voor zover zij dat al gedaan zou hebben, na die datum geen (verdere) schade meer voor Euro Werk veroorzaakt kan hebben. Gelet op het tijdsverloop sinds die datum had het op de weg van Euro Werk gelegen om het bedrag van haar schade nader te becijferen en in deze procedure een concreet bedrag aan schadevergoeding te vorderen. Nu zij dat heeft nagelaten zal de kantonrechter deze vordering van Euro Werk als onvoldoende onderbouwd afwijzen.
4.13
Dan rest nog een beslissing over de vordering van [werkneemster] om haar een vergoeding toe te kennen in verband met het handhaven door Euro Werk van het concurrentie- en relatiebeding, op de voet van artikel 7:653 lid 5 BW. Een belangrijk element van dat artikel is dat een werknemer
in belangrijke mate wordt belemmerd om anders dan in dienst van werkgever werkzaam te zijn.Naar het oordeel van de kantonrechter is daarvan geen sprake. Zeker nu het concurrentie- en relatiebeding zijn ingeperkt zoals in rechtsoverwegingen 4.5 en 4.6 weergegeven waren en zijn er voldoende mogelijkheden voor [werkneemster] om in haar levensonderhoud te voorzien. Haar vordering op dat punt zal daarom worden afgewezen.
4.14
Omdat beide partijen zowel in conventie als in reconventie gedeeltelijk in het gelijk en gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld, zullen de proceskosten in conventie en in reconventie tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
In conventie
5.1
verbiedt [werkneemster] om vanaf heden te handelen in strijd met het concurrentie- en/of relatiebeding zoals dat hierna in het dictum zal worden geherformuleerd;
5.2
veroordeelt [werkneemster] om aan Euro Werk tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag ad € 7.500,-- terzake de contractuele boete;
5.3
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst het in conventie meer of anders gevorderde af,
In reconventie
5.5
vernietigt het concurrentie- en relatiebeding gedeeltelijk en herformuleert de beide bedingen als volgt:
Het is de werknemer zonder schriftelijke toestemming van de werkgever niet toegestaan om gedurende een periode van 12 maanden na beëindiging van het dienstverband binnen een straal van 30 kilometer rondom de vestigingsplaats van werkgever te Den Haag een onderneming gelijk of gelijksoortig aan die van werkgever te vestigen, te drijven, mede te drijven of te doen drijven, hetzij direct, hetzij indirect. Het is werknemer in die periode evenmin toegestaan om in een dergelijke onderneming enig aandeel of belang te hebben, noch is het de werknemer toegestaan om bij of voor een dergelijke onderneming werkzaam te zijn, al dan niet in dienstbetrekking.
en
Het is werknemer niet toegestaan gedurende het dienstverband hetzij zelfstandig hetzij in loondienst bij derden op te treden dan wel werkzaamheden en/of diensten te leveren, welke ten tijde van het dienstverband eveneens door werkgever worden gevoerd. Tevens is het de werknemer niet toegestaan om gedurende het dienstverband en binnen een periode van 12 maanden na het einde van het dienstverband hetzij zelfstandig hetzij in loondienst binnen een straal van 30 kilometer rondom de vestigingsplaats van werkgever bij derden met ten tijde van het dienstverband bestaande relaties van de werkgever contacten te onderhouden met het kennelijke doel om afbreuk te doen aan het bedrijfsdebiet van werkgever.
Gedurende een periode van 12 maanden na het einde van het dienstverband zal werknemer, behoudens schriftelijke toestemming van werkgever, binnen een straal van 30 kilometer rondom de vestigingsplaats van werkgever geen activiteiten uitoefenen die concurrerend zijn met de activiteiten van werkgever voor zover deze activiteiten betrekking hebben op cliënten uit de ten tijde van het dienstverband bestaande klantenkring van werkgever. De verboden activiteiten dienen te worden opgevat, ongeacht de wijze en/of vorm ervan en ongeacht of er sprake is van handelen op eigen naam dan wel door middel van en/of in samenwerking met, dan wel dienstverband van andere natuurlijke personen of rechtspersonen. Nu in de functie van werknemer sprake zal zijn van (substantieel) klantcontact en inzicht in concurrentiegevoelige bedrijfsinformatie, heeft werkgever een zwaarwegend belang bij het overeengekomen van het onderhavige beding.
Indien werknemer in strijd met het hierboven bepaalde handelt, is hij schuldig aan werkgever een onmiddellijk opeisbare boete van EUR 25.000,- (vijfentwintigduizend euro) per overtreding, alsmede € 1.000,- per dag (met een maximum van € 2.500,-) dat deze overtreding voortduurt, welke(e) bedrag(en) onmiddellijk na ingebrekestelling opeisbaar zal/zullen zijn, onverminderd het recht van werkgever vergoeding te vorderen van de werkelijk geleden schade.
5.6
wijst het in reconventie meer of anders gevorderde af,
In conventie en in reconventie
5.7
compenseert de proceskosten in conventie en in reconventie tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. C.W.D. Bom en uitgesproken op 17 september 2024 in aanwezigheid van de griffier.