ECLI:NL:RBDHA:2024:14027

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 augustus 2024
Publicatiedatum
3 september 2024
Zaaknummer
NL24.23599
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag Nigeriaan

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, een Nigeriaanse man, had op 3 juni 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Minister van Asiel en Migratie was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 31 juli 2024, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. C.T.W. van Dijk, en een tolk, A.K. Umar. De Minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. R.A. Mandersloot. Tijdens de zitting heeft de voorzieningenrechter de zaak behandeld, maar op dezelfde dag is ook uitspraak gedaan in een andere zaak (NL24.23598) die verband hield met het beroep van de verzoeker.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat, aangezien er inmiddels uitspraak is gedaan in de andere zaak, er geen noodzaak meer is voor een voorlopige voorziening. Het verzoek is daarom afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.23599
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen [verzoeker], V-nummer: [V-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. C.T.W. van Dijk),
en

de Minister van Asiel en Migratie1, (gemachtigde: mr. R.A. Mandersloot).

Procesverloop

Bij besluit van 3 juni 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.23598, op 31 juli 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen A.K. Umar. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoeker stelt van Nigeriaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1995.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.23598, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
1. Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Mulder, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
08 augustus 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.