ECLI:NL:RBDHA:2024:14002

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 augustus 2024
Publicatiedatum
3 september 2024
Zaaknummer
NL24.25018 en NL24.25020
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvragen en proceskostenvergoeding

Op 30 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL24.25018 en NL24.25020. De verzoekers, een gezin met een minderjarige zoon, hadden asiel aangevraagd, maar hun aanvragen waren door de minister van Asiel en Migratie afgewezen als kennelijk ongegrond. Tegen deze besluiten hebben de verzoekers beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft besloten dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft, zoals toegestaan door artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Hierdoor is het onderzoek gesloten zonder verdere zitting.

In de uitspraak van dezelfde dag in de samenhangende zaken NL24.25017 en NL24.25019 is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat de asielaanvragen van de verzoekers ongegrond zijn. Gezien deze uitkomst heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Echter, de verzoekers hebben recht op een vergoeding van de proceskosten, die door de verweerder moet worden betaald. De totale proceskostenvergoeding bedraagt € 875, wat is vastgesteld op basis van de ingediende verzoekschriften.

De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.25018 en NL24.25020

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoekster] en [verzoeker], V-nummers: [V-nummer 1] en [V-nummer 2] , verzoekers
mede namens hun minderjarige zoon
[minderjarige](V-nummer [V-nummer 3] )
(gemachtigde: mr. R.C. van den Berg),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
(gemachtigde: mr. W. Epema).

Procesverloop

Bij besluiten van 12 juni 2024 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft. Artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht maakt dat mogelijk. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL24.25017 en NL24.25019, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak, krijgen verzoekers wel de gemaakte proceskosten vergoed. Verweerder moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt in totaal € 875 voor beide samenhangende zaken (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 875 en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 875.
Deze uitspraak is gedaan op 30 augustus 2024 door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.