ECLI:NL:RBDHA:2024:13969

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 september 2024
Publicatiedatum
2 september 2024
Zaaknummer
09/033113-22
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor grootschalige drugshandel en wapenbezit met gebruik van versleutelde communicatie

Op 2 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren op [geboortedag] 1980 te [geboorteplaats]. De verdachte was beschuldigd van grootschalige drugshandel en het voorhanden hebben van een vuurwapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van ongeveer acht maanden betrokken was bij de handel in grote hoeveelheden cocaïne, waarbij hij gebruik maakte van versleutelde communicatie via Sky-ECC. De verdachte had meerdere PGP-telefoons in zijn bezit en was betrokken bij de verkoop, aflevering en verstrekking van cocaïne in verschillende Nederlandse steden, waaronder Vlaardingen, Rotterdam en Den Haag. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet en dat hij zich schuldig maakte aan witwassen van de opbrengsten van de drugshandel. Daarnaast werd vastgesteld dat de verdachte een Glock-pistool voorhanden had, wat een gevaar voor de samenleving vormde. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, en legde een geldboete van € 20.000,- op. De schorsing van de voorlopige hechtenis eindigde van rechtswege op de datum van de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/033113-22
Datum uitspraak: 2 september 2024
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[de verdachte],
geboren op [geboortedag] 1980 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres 1] , [postcode 1] [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 19 augustus 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.C. Stolk en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. G.J. van Oosten naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 juni 2020 tot en met 16 februari 2021 te Vlaardingen en/of te Rotterdam en/of te ’s-Gravenhage en/of te Rijswijk, althans elders in Nederland, meermalen, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, telkens opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een of meer (zeer) grote hoeveelheid/hoeveelheden, in elk geval een hoeveelheid, van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (een) middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 juni 2020 tot en met 16 februari 2021 te Vlaardingen en/of te Rotterdam en/of te ’s-Gravenhage en/of te Rijswijk en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, zich en/of een of meer anderen gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen, immers heeft verdachte:
-inlichtingen en/of foto’s van verdovende middelen uitgewisseld met betrekking tot de koop en/of verkoop van die verdovende middelen en/of
-transport in verborgen ruimtes geregeld (zgn stashplekken) en/of informatie uitgewisseld over stashplekken om aldaar verdovende middelen op te slaan en/of
-geld en/of waardepapieren verstrekt en/of afgeleverd en/of vervoerd en/of in ontvangst genomen en/of betaling(en) gedaan en/of laten doen ten behoeve van de aanschaf en/of verkoop van verdovende middelen;
-berekeningen en/of aantekeningen gemakt met betrekking tot geldbedragen en/of ontmoetingen gehad met en/of (telefonische) afspraken gemaakt met en/of besprekingen en/of onderhandelingen gevoerd met en/of inlichtingen en/of aanwijzingen en/of opdrachten (door)gegeven aan zijn mededader(s)) en/of een of meer anderen, om verdovende middelen te kopen en/of verkopen en/of in ontvangst te nemen en/of te vervoeren en/of voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen gelden of andere betaalmiddelen voorhanden gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s)
- één of meerdere PGP-telefoons, althans encryptie-telefoons, voorhanden gehad;
3
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 22 juni 2020 2020 tot en met 16 februari 2021 te Vlaardingen en/of te Rotterdam en/of te ’s-Gravenhage en/of te Rijswijk, althans elders in Nederland, met een of meer anderen, althans alleen (van) een of meer voorwerpen, te weten een of meer geldbedrag(en
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet en/of gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij wist althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat die/dat geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
4
hij op of omstreeks 1 oktober 2021 tot en met 12 oktober 2021 te Rotterdam en/of elders in Nederland een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Glock zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat er ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna in de bijlage opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
3.4.
Bewijsoverwegingen
3.4.1
Is de verdachte de gebruiker van het SkyECC-account [accountnaam 1] en periodiek van [accountnaam 1] ?
De rechtbank zal zich, ter beantwoording van de vraag of bewezen kan worden verklaard of de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, eerst over de vraag moeten buigen:
- of de verdachte in de periode van 22 juni 2020 tot en met 16 februari 2021 de gebruiker was van het SkyECC-account [accountnaam 1] ; en
- of de verdachte in de periode van 6 februari 2021 tot en met 6 maart 2021 de gebruiker was van het SkyECC-account [accountnaam 2] .
Anders dan de verdediging ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de processen-verbaal waarin de politie de identiteit vaststelt van de gebruiker van de SkyECC-accounts [accountnaam 1] en [accountnaam 2] in de hierboven genoemde periodes. De verdediging heeft onvoldoende uitgelegd waarop zij de onjuiste identiteit baseert. Op basis van de redengevende feiten en omstandigheden – zoals in de bewijsmiddelen opgenomen – is de rechtbank van oordeel dat de verdachte in de genoemde periodes de gebruiker is geweest van de SkyECC-accounts [accountnaam 1] en [accountnaam 2] .
3.4.2
Vervoeren, afleveren, overdragen cocaïne 22-06-2020 tot en met 16-02-2021
De rechtbank stelt vast dat de verdachte op 22 juni 2020 betrokken is geweest bij de overdracht van vier blokken cocaïne en een geldbedrag van € 20.000,- in de [straatnaam] in Rotterdam. Uit de berichtgeving volgt dat deze blokken bestemd waren voor de SkyECC-gebruiker [accountnaam 2] (volgens de politie de broer van de verdachte, [de verdachte] ) die aangeeft dat zijn broer op dat moment daar aanwezig is. De verdachte heeft een codewoord doorgekregen van de gebruiker van [accountnaam 2] en neemt vervolgens blokken cocaïne in ontvangst. Later geeft de gebruiker van SkyECC-account [accountnaam 2] aan dat ‘hij’ zo gaat tellen. De rechtbank overweegt dat [de verdachte] één broer heeft, zijnde de verdachte. Dit alles maakt dat de verdachte op 22 juni 2020 vier blokken cocaïne voorhanden heeft gehad.
De rechtbank stelt verder vast dat de verdachte in de periode van 25 juni 2020 tot en met 29 juni 2020 betrokken is geweest bij het transport van 23kg cocaïne en de doorlevering daarvan. Uit de berichtgeving volgt dat de verdachte op 25 juni 2020 mee zou gaan rijden met een transport van 23kg cocaïne in Rijswijk. De verdachte zou het konvooi van het transport doen. Later volgt uit de berichten dat de gespreksdeelnemers weer veilig terug zijn. Ook volgt uit latere gesprekken dat er 23 blokken cocaïne geleverd zijn, waarvan een deel doorverkocht zou worden. De verdachte zou bij deze doorlevering als back-up fungeren.
De rechtbank leidt daarnaast uit berichtgeving af dat de verdachte in de periode van 12 juli 2020 tot en met 29 juli 2020 actief betrokken is geweest bij de voortzetting van de binnenlandse handel in cocaïne. De broer van de verdachte bevindt zich in Spanje en draagt de taken aan de verdachte over. De verdachte heeft in die periode intensief samengewerkt met de gebruiker van SkyECC-account [accountnaam 3] en medeverdachte [medeverdachte 1] . Uit de berichtgeving leidt de rechtbank af dat de verdachte 17kg cocaïne en een grote hoeveelheid contanten voorhanden heeft gehad.
De rechtbank stelt ook vast dat de verdachte in de periode van 29 juli 2020 tot en met 31 juli 2020 betrokken is geweest bij de handel van een zeer grote hoeveelheid cocaïne en de ontvangst van een aanzienlijke hoeveelheid contanten in Rijswijk. In deze periode heeft de verdachte medeverdachte [medeverdachte 1] en zijn broer Hassan geassisteerd bij de levering van 118kg cocaïne. De verdachte heeft onder meer zijn broer op de hoogte gehouden van het verloop, de ontvangsten en de leveringen.
Uit berichtgeving blijkt dat de verdachte op 5 januari 2021 in Rotterdam behulpzaam is geweest om gesealde verpakte blokken ‘af te gooien’ bij Lorenzo Ghysyawan. In de berichten worden foto’s gestuurd van dit soort blokken. Deze blokken worden veelal gebruikt om verdovende middelen en geldbedragen te verpakken.
De rechtbank stelt vast dat de broer van de verdachte in de periode van 6 februari 2021 tot en met 6 maart 2021 gedetineerd heeft gezeten. Uit berichtgeving volgt dat de verdachte het SkyECC-account van zijn broer heeft overgenomen en de handel in cocaïne heeft voortgezet. De verdachte heeft op 7 februari 2021 toegang tot een opslagplek van blokken cocaïne en levert meerdere blokken cocaïne aan SkyECC-account [accountnaam 4] . Ook volgt uit berichtgeving dat hij op respectievelijk 10, 11 en 14, 15 en 16 februari 2021 blokken cocaïne levert aan meerdere personen.
Tot slot stelt de rechtbank vast dat de verdachte betrokken is geweest bij een levering van grote hoeveelheden cocaïne op 16 februari 2021 te Vlaardingen. De verdachte heeft een chauffeur met een DHL-busje geregeld voor het transport. Uit communicatie kan bovendien worden afgeleid dat de verdachte zich wenst in te kopen in de cocaïne en dat op die dag in een loods in Vlaardingen de cocaïne is onderschept door de politie, waarvan de verdachte blijkens de communicatie op de hoogte is.
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de verdachte met medeverdachten een dusdanige nauwe samenwerking heeft gehad dat sprake is van medeplegen.
3.4.3
Witwassen
De rechtbank overweegt dat, gelet op de hoeveelheden verhandelde cocaïne en de hoeveelheden contanten die daarbij gemoeid zijn geweest, het niet anders kan dan dat die contanten zijn witgewassen door de verdachte. De verdachte heeft bovendien geen dusdanige inkomsten dat hij zich goederen zoals diverse auto’s van het merk Audi kon veroorloven, terwijl vaststaat dat de verdachte dergelijke auto’s op zijn naam heeft staan. Van andere inkomstenbronnen is evenmin gebleken. De contanten zijn daarom uit eigen misdrijf afkomstig en de verdachte wist dit. Daarmee is het ten laste gelegde witwassen wettig en overtuigend bewezen.
3.4.4
Voorhanden hebben vuurwapen
De rechtbank overweegt ten aanzien van het voorhanden hebben van de ten laste gelegde Glock het volgende. De verdachte heeft specifiek verklaard over het type vuurwapen en heeft in eerste instantie bekend dat het in beslag genomen vuurwapen van hem is. Dat de verdachte later zijn verklaring heeft ingetrokken doet wat de rechtbank betreft niet af aan de betrouwbaarheid van zijn eerdere bekennende verklaring. De verdachte had wetenschap van het wapen en had daar ook beschikkingsmacht over. Daarmee heeft de verdachte de Glock voorhanden gehad.
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
hij op tijdstippen in de periode van 22 juni 2020 tot en met 16 februari 2021 te Vlaardingen, Rotterdam, ’s-Gravenhage en Rijswijk, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen telkens opzettelijk heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne;
2
hij op meer tijdstippen in de periode van 22 juni 2020 tot en met 16 februari 2021 te Vlaardingen, Rotterdam, ’s-Gravenhage en Rijswijk tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne voor te bereiden, te bevorderen, zich en anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van die feiten hebben getracht te verschaffen, immers heeft verdachte:
-inlichtingen en foto’s van verdovende middelen uitgewisseld met betrekking tot de koop en verkoop van die verdovende middelen; en
-transport in verborgen ruimtes geregeld (
zogenaamdestashplekken) en informatie uitgewisseld over stashplekken om aldaar verdovende middelen op te slaan; en
-geld verstrekt, afgeleverd, vervoerd, in ontvangst genomen, betalingen gedaan en laten doen ten behoeve van de aanschaf en verkoop van verdovende middelen;
-berekeningen en aantekeningen gemaakt met betrekking tot geldbedragen en ontmoetingen gehad met
mededaders en anderen, en(telefonische) afspraken gemaakt, besprekingen, onderhandelingen gevoerd, inlichtingen, aanwijzingen, opdrachten (door)gegeven aan zijn mededaders en anderen, om verdovende middelen te kopen, verkopen, in ontvangst te nemen, te vervoeren,
envoorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden gehad waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, hebbende verdachte en zijn mededaders
- PGP-telefoons voorhanden gehad;
3
hij op tijdstippen in de periode van 22 juni 2020 tot en met 16 februari 2021 te Vlaardingen, Rotterdam, ’s-Gravenhage
tezamen en in verenigingmet anderen geldbedragen
- heeft overgedragen, heeft omgezet en
daarvangebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat die geldbedragen onmiddellijk of middellijk afkomstig waren uit enig misdrijf;
4
hij
in de periode van1 oktober 2021 tot en met 12 oktober 2021 te Rotterdam een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Glock voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, alsook een geldboete van € 20.000,-.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat indien de rechtbank aan strafoplegging toekomt, er een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd moet worden gelijk aan het voorarrest, al dan niet met een voorwaardelijk deel met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht, contactverbod, enkelband en controle telefoon.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich gedurende een periode van ongeveer acht maanden schuldig gemaakt aan het medeplegen van handel in grote hoeveelheden cocaïne. De betrokkenheid van de verdachte was hierin substantieel en hij ging daarbij professioneel te werk, onder meer door gebruik te maken van communicatie via een versleuteld Sky-ECC-account via een PGP-telefoon. Deze handelwijze is alom bekend in het criminele milieu. De verdachte wist gelet op de inhoud van de berichten precies waar hij mee bezig was. Bovendien heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen van de opbrengsten van de handel in cocaïne.
De handel in cocaïne heeft een bijzonder ontwrichtende invloed op de samenleving. Er gaan in deze handel grote sommen geld om, waardoor de financiële belangen van daders vaak groot zijn. Van de georganiseerde drugshandel gaat in toenemende mate een ondermijnend en corrumperend effect uit, zoals het omkopen van douanebeambten of haven- of transportmedewerkers. Boven- en onderwereld raken zodoende steeds meer met elkaar vermengd. Deze vormen van corruptie tasten het onderlinge vertrouwen binnen de samenleving in hoge mate aan en ondermijnen daarmee de democratische rechtsstaat. Daarnaast is het algemeen bekend dat harddrugs schadelijk zijn en een ernstige bedreiging vormen voor de volksgezondheid.
Ook neemt de rechtbank in ogenschouw dat de verspreiding van en handel in verdovende middelen gepaard gaan met vele andere vormen van criminaliteit, waaronder witwassen. Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan, terwijl andere strafbare feiten erdoor worden vergemakkelijkt. De verdachte heeft zich bij het plegen van de feiten kennelijk enkel laten leiden door financieel gewin, zonder zich te bekommeren om de gevolgen van zijn handelen. De rechtbank rekent dit hem zwaar aan.
Voorts heeft de verdachte een Glock voorhanden gehad. Het spreekt voor zich dat het ongecontroleerd bezit van een dergelijk vuurwapen een gevaar vormt voor de samenleving, zeker als dat bezit plaatsvindt in de context van drugshandel. Er vinden regelmatig vuurwapenincidenten plaats, in sommige gevallen zelfs met dodelijke afloop. Het ongecontroleerd bezit van vuurwapens dient streng te worden bestraft.
Justitiële documentatie
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 2 april 2024. De rechtbank stelt vast dat de verdachte zich eerder schuldig heeft gemaakt aan het plegen van strafbare feiten, zij het langer geleden en dit betreffen andersoortige misdrijven.
De op te leggen straf
De ernst van de bewezen verklaarde feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders bestraft worden dan met oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Deze straf dient als vergelding, maar ook ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten. De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de straf acht geslagen op de binnen de rechtspraak gehanteerde Landelijke Oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS) en de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd. Verder houdt de rechtbank bij het bepalen van de strafmaat rekening met de eendaadse samenloop van de bewezen verklaarde feiten 1, 2 en 3. Een voorwaardelijk strafdeel is niet aan de orde. De ervaring leert dat in een geval als dit de kans op recidive maar moeilijk is in te perken met bijzondere voorwaarden.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren passend en geboden. Oplegging van een geldboete, zoals de officier van justitie aanvullend heeft geëist, acht de rechtbank niet passend.
De tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Overweging ten aanzien van de voorlopige hechtenis
De rechtbank stelt vast dat de voorlopige hechtenis van de verdachte is geschorst tot aan de datum van het eindvonnis van de rechtbank. Dit betekent dat de schorsing vandaag van rechtswege eindigt. De rechtbank ziet geen reden om de voorlopige hechtenis opnieuw te schorsen. Gelet op de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de op te leggen gevangenisstraf weegt het strafvorderlijk belang nu zwaarder dan het persoonlijk belang van de verdachte.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 47, 55, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10 en 10a van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst I;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

8.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard, en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feiten 1, 2 en 3:
de eendaadse samenloop van
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de
Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 4:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
vier (4) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
verstaat dat de schorsing van de voorlopige hechtenis van rechtswege eindigt en dat de voorlopige hechtenis herleeft.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F.C. Berg, voorzitter,
mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, rechter,
mr. C.A.W. Zijlstra, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. R. Loohuis, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 september 2024.
Mr. F.C. Berg is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Bewijsmiddelen
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer 2021295043, onderzoek Abrikoos / DHRAA20042 van de politie eenheid Den Haag, Dienst Regionale Recherche, team opsporing, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 315).

1. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 23 november 2021, voor zover inhoudende (p. 134-138):

[de verdachte] vermoedelijk gebruiker van [accountnaam 1]
Uit analyse van communicatie tussen [de verdachte] met het Sky-id [accountnaam 2] en het Sky-id [accountnaam 5] is het vermoeden gerezen dat [de verdachte] op 29, 30 en 31 juli 2020 de gebruiker van het Sky-id [accountnaam 1] was.
Metadata
Uit de metadata blijkt dat de volgende gegevens zijn gekoppeld aan het Sky-id [accountnaam 1] :
[Afbeelding verwijderd in verband met privacy]
Van het IMSI nummer 204080819681701 zijn historische verkeersgegevens opgevraagd waarbij bleek dat dit IMSI nummer zich in de periode van 01-07-2020 tot 05-02-2021 op 67 dagen in het dekkingsgebied van een zendmast bevond, waarbinnen ook de [adres 2] in Rotterdam is gelegen. Tevens bleek dat dit IMSI nummer zich in de periode van 01-07-2020 tot 05-02-2021 op 10 dagen in het dekkingsgebied van een zendmast bevond, waarbinnen ook het [adres 1] in Rotterdam zich bevond.
[de verdachte] op 29, 30 en 31 juli 2020 gebruiker van Sky-id [accountnaam 1]
Omstreeks 28-07-2020 is de gebruiker van het Sky-id [accountnaam 2] bezig met het organiseren van de verkoop van 116 blokken cocaïne in 2 partijen van 65 en 51 stuks. De eerste partij wordt op 29 juli 2020 betaald en geleverd en de tweede partij op 31 juli 2020.
Uit het berichtenverkeer van [accountnaam 2] blijkt dat deze zich niet in Nederland bevindt maar op Ibiza. [accountnaam 2] schakelt zijn broer in om behulpzaam te zijn bij de overdrachten van het geld en de cocaïne. [accountnaam 2] en zijn broer doen dit in nauwe samenwerking met de gebruiker van het Sky-id [accountnaam 9] die de cocaïne voorhanden heeft en het geld ontvangt.
Opmerking verbalisant
Gebruiker [accountnaam 6] geeft aan dat hij aan " [bijnaam 2] " vermoedelijk een PGP telefoon met de Sky applicatie daarop heeft gegeven. Vermoedelijk wordt met " [bijnaam 2] " [de verdachte] bedoeld. Een paar minuten later beginnen er chatgesprekken tussen [accountnaam 1] en [accountnaam 2] . Tussen [accountnaam 2] en [accountnaam 1] waren nog niet eerder contacten geweest, voorzover dat in de ter beschikking staande dataset van [accountnaam 2] nagegaan kon worden. [accountnaam 1] noemt de gebruiker van [accountnaam 2] "kardes" wat "broer" betekent.
Opmerking verbalisant
Uit de historische verkeersgegevens van het IMSI nummer 204080819681701 blijkt dat dit IMSI nummer op 30-07-2020 om 04.30 uur (Ned. tijd 06.30 uur) bevindt onder dekking van een zendmast die ook dekking geeft aan het adres [adres 1] in Rotterdam, waar [de verdachte] ingeschreven staat.
Opmerking verbalisant
Uit de historische verkeersgegevens van het IMSI nummer 204080819681701 blijkt dat dit IMSI nummer op 31-07-2021 om 02.50 uur (Ned. tijd 04.50 uur) bevindt onder dekking van een zendmast die ook dekking geeft aan het adres [adres 1] in Rotterdam, waar [de verdachte] ingeschreven staat.

2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 3 november 2022, voor zover inhoudende (p. 226, 227):

Op 24 oktober 2020 stuurt [accountnaam 1] ( [de verdachte] ) meerdere berichten naar [accountnaam 2]
(in gebruik bij zijn broer [de verdachte] ). In dit gesprek stuurt [accountnaam 1] onderstaande
foto (links):
[Afbeelding verwijderd in verband met privacy!]
Ik, verbalisant, herken de persoon met het grijze vest die links op de foto staat als zijnde de
verdachte [de verdachte] .

3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 13 januari 2022, voor zover inhoudende (p 162, 163, met chatberichten integraal):

Uit gegevens van de Basis Registratie Personen blijkt dat [de verdachte] maar één broer
heeft, genaamd: [de verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] -1980 en ingeschreven
op het adres [adres 1] , [postcode 2] [woonplaats] . Uit gegevens verkregen via het Team
Gedetineerden Recherche Informatiepunt van de Dienst Landelijke Informatie Organisatie
van de Landelijke Eenheid blijkt dat [de verdachte] van 06-02-2021 tot 06-03-2021
gedetineerd zat in de Penitentiaire Inrichting in [plaats] . Vanuit gevorderde
bezoekersgegevens bij de Penitentiaire Inrichting [plaats] blijk dat [de verdachte]
tijdens zijn detentie één bezoeker had gehad. Dit bezoek vond plaats op 19-02-
2021 en het betrof zijn broer [de verdachte] .
Uit vorenstaande bevindingen is het zeer aannemelijk dat [de verdachte] van 07-2-2021 tot
06-03-2021 de feitelijke gebruiker was van het SkyECC account [accountnaam 2] .

4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 24 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 175, 176, 178, 179, met chatberichten integraal):

Op 19 en 20 januari 2021 voert [accountnaam 2] gesprekken met [accountnaam 4] . Het gesprek gaat over
iets dat aangeduid wordt als "die ene". [accountnaam 4] wil "die ene" bij [accountnaam 2] ophalen maar
vraagt zich af of [accountnaam 2] "hem al heeft weggedaan". Vermoedelijk gaat dit gesprek over
een hoeveelheid verdovende middelen welke [accountnaam 4] wil gebruiken als handelsvoorbeeld.
De volgende dag stuurt [accountnaam 4] zijn chauffeur naar de [straatnaam] in Rotterdam om
"die ene" op te halen.
Op 26-06-2020 spreekt [accountnaam 2] weer met [accountnaam 3] over het ophalen van "15 plofs",
waarmee vermoedelijk blokken cocaïne worden bedoeld waarvan de verpakking beschadigd
is of de kwaliteit niet helemaal in orde is. Later blijkt dat er ook sprake is van "5 NKD",
waarmee vermoedelijk blokken cocaïne met het stempel NKD worden bedoeld. Nadat het
transport heeft plaatsgevonden wordt het totaal aantal blokken door gebruiker 1 SNCHO
geteld en doorgegeven aan [accountnaam 2] en dan blijken er 22 stuks aanwezig te zijn.
Vermoedelijk betreft dit het aantal wat in Rijswijk is opgehaald dan wel de totale
handelsvoorraad van [accountnaam 2] . Ten behoeve van de bij het transport betrokken personen
wordt door [accountnaam 2] een screenshot verzonden van de locatie Titus Brandsmastraat in
Rijswijk. Uit het onderzoek ABRIKOOS is gebleken dat gebruiker [accountnaam 9] (verdachte
[medeverdachte 1] ) daar regelmatig met onder andere [accountnaam 2] afsprak, voor het overdragen van
partijen cocaïne.
Uit de laatste berichten tussen [accountnaam 7] en [accountnaam 2] komt het vermoeden naar voren dat de
zojuist opgehaalde cocaïne, doorgeleverd wordt naar twee afnemers. Uit onderzoek van het
berichtenverkeer van [accountnaam 2] is gebleken dat de gebruiker van het Sky-id [accountnaam 7] , door
[accountnaam 2] wordt aangeduid als "Boy". Met "Boy" wordt de verdachte [medeverdachte 2]
bedoeld die woonachtig is in de [straatnaam] 14 in Rotterdam.
Vermoedelijk worden een aantal blokken cocaïne vrijwel direct nadat zij in Rijswijk zijn
opgehaald afgeleverd aan een afnemer van [accountnaam 2] . De cocaïne ligt bij "Boy". [accountnaam 2] en
[accountnaam 3] gaan elkaar vermoedelijk bij "Boy" ontmoeten en vermoedelijk worden daar ook
de blokken cocaïne aan FSJ7KQW overgedragen. [accountnaam 2] laat aan [accountnaam 3] weten dat hij
zijn broer ook daar laat komen om als back-up te dienen. Vermoedelijk dient de broer van
[accountnaam 2] de omgeving van de plaats van de overdracht in de gaten te houden en als
beveiliger op te treden.
Op 29-06-2020 voeren [accountnaam 2] en [accountnaam 7] een gesprek over "6 NKD en die 2 85 van
yovo tag". Vermoedelijk worden hier blokken cocaïne bedoeld met het stempel NKD en
#85. Uit het gesprek blijkt dat de broer van [accountnaam 2] een "voorbeeld" aan [accountnaam 7] heeft
gegeven.
Op 05-01-2021 heeft [accountnaam 2] een gesprek met [accountnaam 8] (vermoedelijk in gebruik bij de
verdachte Iwan Verwijk). [accountnaam 8] stuurt een screenshot van een locatie genaamd Starstraat
naar [accountnaam 2] en [accountnaam 8] zegt dat ze bij nummer 24 moeten wachten en [accountnaam 8] wil
weten welke auto "ze" komen. [accountnaam 2] waarschuwt [accountnaam 7] alvast dat zijn broer die
avond "wat komt afgooien" bij [accountnaam 7] , waarmee vermoedelijk verdovende middelen of
contant geld wordt bedoeld.
Later die dag hebben [accountnaam 2] en [accountnaam 8] weer contact met elkaar. Uit foto's die [accountnaam 7]
later die dag aan [accountnaam 2] verzendt, komt het vermoeden naar voren dat er eerder die dag
sprake geweest van een aflevering van een hoeveelheid verdovende middelen, vermoedelijk
blokken cocaïne, door of namens [accountnaam 8] aan [accountnaam 2] en is de broer van [accountnaam 2] daarbij
betrokken geweest. Vermoedelijk heeft de broer van [accountnaam 2] omstreeks 19.30 uur de
verdovende middelen bij [accountnaam 7] afgeleverd.
[accountnaam 2] en [accountnaam 3] voeren een gesprek over het terugbrengen van "4 kilo en 20 rugge",
waarmee vermoedelijk 4 kilo verdovende middelen en€ 20.000 contant geld worden
bedoeld. Later blijkt dat het om verdovende middelen gaat met het stempel "#485",
waarmee vermoedelijk blokken cocaïne worden bedoeld. De verdovende middelen worden
door [accountnaam 3] ook wel "de werken" genoemd. De ontvangen cocaïne en het geld gaan
vermoedelijk door de broer van [accountnaam 2] geteld worden. De foto van de straat waar de
aflevering moet plaatsvinden, die door [accountnaam 2] verzonden wordt, wordt door mij herkend
als halverwege de [straatnaam] in Rotterdam.
Die dag voert [accountnaam 2] gesprekken met [accountnaam 9] ( [medeverdachte 1] ) en [accountnaam 11] . Uit de gesprekken
komt naar voren dat er "15 st", vermoedelijk blokken cocaïne, bij [accountnaam 9] moeten worden
opgehaald en dat [accountnaam 3] bij het ophalen betrokken is dan wel dat de blokken cocaïne voor
[accountnaam 3] door [accountnaam 2] aan [accountnaam 3] verkocht zijn. De broer van [accountnaam 2] is erbij
betrokken omdat [accountnaam 2] op dat moment zich in Spanje bevindt. De broer van [accountnaam 2]
"pakt aan" waarmee bedoeld wordt dat hij de blokken cocaïne van [accountnaam 9] aanneemt.
Verder blijkt dat door [accountnaam 3] een contant geldbedrag van €254.000 wordt gegeven dat
vermoedelijk door de broer van [accountnaam 2] aan [accountnaam 9] is overhandigd.
Deze overdracht is volledig beschreven in AMB-184. Opvallend is dat [accountnaam 2] aangeeft
dat hij zijn broer opdracht zal geven een geldtelmachine aan te schaffen. Bij de doorzoeking
Op 12-10-2021 van de woning van de ouders van [accountnaam 2] en zijn broer, in de [straatnaam]
11 in Rotterdam, werd in een kledingkast in de slaapkamer van de zus van beide
broers, Gamze Köysüren onder andere een geldtelmachine aangetroffen.
[accountnaam 2] voert gesprekken met [accountnaam 9] ( [medeverdachte 1] ) en [accountnaam 3] over de overdracht van €
121.500 en "2 stuks" waarmee vermoedelijk 2 blokken cocaïne worden bedoeld. Deze
worden aangeduid als "vb" waarmee vermoedelijk blokken cocaïne worden bedoeld die
dienen als handels voorbeeld. Uit de berichten komt naar voren dat ene "kleine" samen met
de broer van [accountnaam 2] naar Den Haag gaat om daar "paps", waarmee vermoedelijk contant
geld bedoeld wordt, te overhandigen.
Het ophalen van deze 2 voorbeelden zijn vermoedelijk de opmaat naar de leveringen die
vervolgens op 29, 30 en 31 juli 2020 plaatsvinden. Door [accountnaam 9] zijn in die dagen in totaal
118 kilo cocaïne aan [accountnaam 2] geleverd en is een contant geldbedrag van 3,9 miljoen euro
aan [accountnaam 9] overgedragen. Hierbij is de broer van [accountnaam 2] in belangrijke mate betrokken,
mede in verband met het feit dat [accountnaam 2] nog steeds in Spanje verbleef.
[accountnaam 2] geeft aan [accountnaam 3] door dat [accountnaam 2] een paar dagen naar Alicante in Spanje is.
[accountnaam 2] verzendt een foto waarop twee bruinkleurige voorwerpen te zien zijn. Deze
voorwerpen komen op mij qua structuur en kleur over als vermoedelijk heroïne. Vervolgens
geeft [accountnaam 2] aan [accountnaam 3] dat deze tijdens de afwezigheid van [accountnaam 2] "de zaken",
waarmee vermoedelijk drugshandel wordt bedoeld, met de broer van [accountnaam 2] kan
afhandelen.
[accountnaam 2] praat met [accountnaam 10] . Het gesprek gaat vermoedelijk over de handel in verdovende
middelen. [accountnaam 10] vraagt zich af hoe [accountnaam 2] bijvoorbeeld het vervoer van "5 - 20 stuks"
naar Eindhoven zou organiseren. Met "5- 20 stuks" worden vermoedelijk hoeveelheden
verdovende middelen bedoeld. Volgens [accountnaam 10] neemt ene Veli deel aan een dergelijk
transport deel en de broer van [accountnaam 2] .
Op of omstreeks 06-01-2021 vinden chatgesprekken plaats waaraan onder ander [accountnaam 2]
deelneemt. Deze gesprekken gaan over het vervoer van "200 stuks" van Antwerpen naar
Nederland. Met "200 stuks" worden vermoedelijk 200 blokken cocaïne bedoeld. Door de
vermoedelijke eigenaren van de 200 stuks wordt gezocht naar een chauffeur die bereid is om
met een bus die hoeveelheid in één of meerdere ritten te vervoeren. Na enige
onderhandeling wordt de afspraak gemaakt dat [accountnaam 2] hiervoor€ 200 per stuk zal
ontvangen. Het is de bedoeling van de vermoedelijke eigenaar van de partij, de gebruiker
van Sky-id [accountnaam 8] (verdachte Verwijk), dat [accountnaam 2] zijn broer voor het transport uit
laten rijden met het kennelijke doel om de weg te verkennen en het afbreukrisico te
verkleinen.

5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 6 december 2021, voor zover inhoudende (p. 122 tot en met 133, met chatberichten integraal):

[accountnaam 2] geeft aan [accountnaam 9] dat hij in "Val/VIncia" is, waarmee vermoedelijk Valencia in
Spanje bedoeld wordt. [accountnaam 2] geeft aan dat hij voor "15st" wil komen, waarmee
vermoedelijk 15 blokken cocaïne worden bedoeld. [accountnaam 2] geeft aan dat hij een nieuwe
auto en chauffeur heeft, waarmee vermoedelijk een auto met een verborgen ruimte wordt
bedoeld. Uit wat [accountnaam 2] zegt komt het vermoeden naar voren dat er buiten de auto met
chauffeur nog iemand meegaat naar [accountnaam 9] . Die persoon wordt door [accountnaam 2] aangeduid
als "me broer". De broer "pakt aan", waarmee vermoedelijk bedoeld wordt dat "de broer" de
blokken cocaïne van [accountnaam 9] in ontvangst neemt en doorgeeft aan de chauffeur.
Vermoedelijk rijdt "de broer" met de auto met verborgen ruimte naar [accountnaam 9] om met
[accountnaam 9] de blokken cocaïne in de verborgen ruimte te plaatsen, waarna "de broer" die auto
overgeeft aan de chauffeur.
[accountnaam 2] geeft aan [accountnaam 9] aan dat er ook "paps", waarmee vermoedelijk contant geld
bedoeld wordt, meegebracht wordt. [accountnaam 2] stelt voor om de 15 stuks in twee keer op te
halen, de 1e keer 8 stuks en de 2e keer 7 stuks. Vermoedelijk heeft de auto met de verborgen
ruimte maar plek voor 8 blokken cocaïne per keer.
[accountnaam 2] geeft aan dat hij blokken met het stempel "NKD" wil hebben. Er zitten er volgens
[accountnaam 9] een paar bij die al opengemaakt zijn geweest en "geprikt" zijn. Vermoedelijk
bedoeld [accountnaam 9] hier mee dat er blokken tussen zitten waarvan de verpakking al
opengemaakt is om te testen hoe hard of zacht een blok is. Hieruit valt af te leiden dat
[accountnaam 9] vermoedelijk bekend is met de inhoud van de verpakkingen. Tevens valt uit de
opmerking van [accountnaam 2] "Maakt niet uit broer ze pompen toch naar uk G" op te maken dat
[accountnaam 2] en [accountnaam 9] wetenschap hebben van het feit dat de blokken cocaïne buiten
Nederland vervoerd worden.
[accountnaam 2] en [accountnaam 9] spreken af dat de hoeveelheid om19.15uur (Ned.tijd) opgehaald zal
worden. Men spreekt af elkaar te ontmoeten op "zelfde plek". Vermoedelijk hebben er al
eerder overdrachten en/of ontmoetingen tussen [accountnaam 2] en [accountnaam 9] plaatsgehad op de
plek waar nu is afgesproken.
Intussen voert [accountnaam 2] overleg met [accountnaam 3] over hoe ze het vervoer van de 15 stuks zullen
regelen. Vermoedelijk is [accountnaam 3] de persoon die het vervoer in goede banen moet leiden nu
[accountnaam 2] zegt in Valencia te zijn en dus op afstand de zaken organiseert.
[accountnaam 2] en [accountnaam 3] overleggen over hoe de overdracht van het geld plaats moet gaan
vinden. Kennelijk is [accountnaam 9] degene die het geld aanneemt.
Uit deze berichten blijkt dat [accountnaam 9] alleen in opdracht van [codenummer] " [bijnaam 1] " werkt en
hij zich afvraagt of deze wel af weet van het feit dat [accountnaam 2] 15 stuks op wil komen halen.
[accountnaam 2] zegt dat [bijnaam 1] " er vanaf weet en dat " [bijnaam 1] " tegen [accountnaam 2] had gezegd
dat deze het met "kale", waarmee vermoedelijk [accountnaam 9] wordt bedoeld, moest regelen.
Er waren op dat moment vermoedelijk problemen met het verzenden en afleveren van
berichten via SkyEcc.
Uit deze berichten blijkt dat er verbindingsproblemen zijn.
[codenummer] geeft aan dat hij "hem", waarmee vermoedelijk [accountnaam 9] wordt bedoeld, niet kan
bereiken om aan te geven dat [accountnaam 2] contact met hem opneemt over de levering van de 15
stuks.
[accountnaam 11] geeft aan dat hij "die auto gaat vullen met pap", waarmee vermoedelijk wordt
bedoeld dat hij contant geld gaat verbergen in een auto met een verborgen ruimte.
[accountnaam 2] moet online blijven om berichten aan [accountnaam 9] door te kunnen geven over
wanneer de auto met het geld op de afgesproken plaats aankomt.
[accountnaam 2] geeft aan [accountnaam 9] aan dat het ongeveer 20 minuten duurt voordat de auto bij
[accountnaam 9] is, 20 minuten nodig heeft om terug te rijden en dat het dan ongeveer een uurtje
duurt voordat de auto weer bij [accountnaam 9] is.
Om 17.17 uur, wat omgerekend naar werkelijke Nederlandse tijd 19.17 uur is, staat
[accountnaam 9] vermoedelijk op de afgesproken plaats te wachten op [accountnaam 3] en de chauffeur
met de auto waarin het geld verborgen is. Even later meldt [accountnaam 3] dat zij op de
afgesproken plaats zijn gearriveerd en [accountnaam 2] geeft dat even later door aan [accountnaam 9] .
Even later bevestigd [accountnaam 9] dat hij "8 st" waarmee vermoedelijk 8 blokken cocaïne
worden bedoeld, heeft afgegeven en dat hij "248k" waarmee vermoedelijk een contant
geldbedrag van € 248.000 wordt bedoeld, heeft ontvangen.
Vermoedelijk is er na de overdracht door [accountnaam 9] vastgesteld dat er maar 248, waarmee
vermoedelijk € 248.000 wordt bedoeld, door of namens [accountnaam 2] is overgegeven aan
[accountnaam 9] .
Vermoedelijk hebben [accountnaam 2] en [codenummer] afgesproken dat er "254k", waarmee
vermoedelijk € 254.000 bedoeld wordt, door [accountnaam 2] betaald zou worden aan [accountnaam 9] .
[codenummer] wil dat [accountnaam 9] het contante geld goed nakijkt en foto's maakt van hoe [accountnaam 9]
Het overgedragen heeft gekregen. [accountnaam 9] geeft aan dat hij alleen de pakketten met
biljetten telt en de biljetten niet door een geldtelmachine laat tellen.
Uit deze berichten blijkt tevens dat de gebruiker van [accountnaam 9] vermoedelijk ook "Donkey"
Wordt genoemd en de gebruiker van de [accountnaam 2] wordt "Jackson" genoemd.
[accountnaam 9] heeft vermoedelijk foto's van het ontvangen contante geld gemaakt en stuurt die
door naar [accountnaam 2] om aan te tonen hoe hij het geld en hoeveel bundels hij heeft ontvangen.
Vermoedelijk heeft [accountnaam 9] gevonden in welke bundel biljetten het verschil zat.
[accountnaam 2] geeft aan dat hij het geld dat hij aan [accountnaam 9] heeft laten overdragen, van diverse
andere mensen ontvangt en er vanuit gaat dat die mensen het in vast hoeveelheden per
bundel aanleveren.
Gezien de grootte van het contante geld ontvangt [accountnaam 2] dat contante geld vermoedelijk
van mensen aan wie hij blokken cocaïne heeft verkocht. [accountnaam 2] geeft aan dat het geld wel
geteld is maar niet met een geldtelmachine. [accountnaam 2] gaat nu wel een geldtelmachine
aanschaffen. [accountnaam 9] bevestigd dat het inderdaad een bedrag van "254", waarmee
vermoedelijk€ 254.000 bedoeld wordt, is wat hij heeft ontvangen.
Er zijn vermoedelijk nog steeds problemen met de telefoons. [accountnaam 9] bevestigd nogmaals
dat het juiste ontvangen bedrag "254k", waarmee vermoedelijk € 254.000 wordt bedoeld
wordt, is.
[accountnaam 2] geeft door dat zijn mensen inmiddels weer op de afgesproken plek zijn
teruggekeerd om de resterende 7 blokken op te halen bij [accountnaam 9] , die aangeeft dat hij ook
op de afgesproken plek is maar de anderen niet ziet.
Vermoedelijk door de vertraging in het verzenden en afleveren van berichten, komen de
foto’s van het geld die [codenummer] aan [accountnaam 2] heeft verzonden nu pas aan bij [accountnaam 2] .
Dezelfde foto’s waren eerder al door [accountnaam 9] aan [accountnaam 2] verzonden.
Uit de berichten komt het sterke vermoeden naar voren dat het contante geld, weliswaar
Door [accountnaam 9] in ontvangst genomen, feitelijk bestemd is voor [codenummer] .
Om verdere problemen met de juistheid van de te betalen contante bedragen te voorkomen
zal [codenummer] aan [accountnaam 2] doorgeven waar hij een geldtelmachine kan kopen.

6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 2 december 2021, voor zover inhoudende (p. 139 tot en met 160, met chatberichten integraal):

Er gaan "paps" waarmee vermoedelijk contant geld bedoeld wordt, betaald worden aan
[accountnaam 9] . Volgens [accountnaam 2] moet er 2.080.000, waarmee vermoedelijk € 2.080.000 bedoeld
wordt, betaald worden. Na de betaling van dat bedrag zullen er door [accountnaam 9] , 65 st worden
gegeven, waarmee vermoedelijk 65 blokken cocaïne á gemiddeld 1 kilo per stuk, bedoeld
worden. Uitgaande van het bedrag van € 2.080.000 gedeeld door 65 bedraagt de
verkoopprijs € 32.000 per stuk.
Om ervoor te zorgen dat de overdracht van het geld niet aan de verkeerde ontvangers
plaatsvindt, vraagt [accountnaam 2] om een "token". [accountnaam 2] zal de afbeelding van het bankbiljet
dat [accountnaam 9] hem stuurt vermoedelijk doorsturen naar de personen die het geld naar
[accountnaam 9] komen brengen, zodat partijen door middel van het tonen van het token van elkaar
weten dat zij met de juiste personen te maken hebben. [accountnaam 2] geeft aan dat het om "2m"
gaat, waarmee vermoedelijk het eerder bedoelde bedrag van € 2.080.000 wordt bedoeld.
Er is om 14.15 uur Nederlandse tijd afgesproken. Om 12.28 uur UTC tijd (14.28 uur Ned.
tijd) checkt [accountnaam 2] of [accountnaam 9] met z'n tweeën is. Vermoedelijk bedoelt [accountnaam 2] of
[accountnaam 9] samen met de broer van [accountnaam 2] is.
Even later verstuurt [accountnaam 9] foto's aan [accountnaam 2] waarop een enorme hoeveelheid contant
geld, vermoedelijk de € 2.080.000, in de vorm van gebundelde bankbiljetten zijn te zien.
Naar alle waarschijnlijkheid heeft de overdracht van dit geld plaatsgevonden.
[accountnaam 2] , die vermoedelijk in verbinding staat met de koper van de cocaïne laat aan
[accountnaam 9] weten dat de koper dan wel de personen die namens hem de cocaïne op komen
halen, op de "spullen", waarmee vermoedelijk de cocaïne wordt bedoeld, staan te wachten.
Vermoedelijk zijn [accountnaam 9] en de broer van [accountnaam 2] eerst het contante geld weg gaan
brengen en gaan tellen en hebben zij vervolgens de cocaïne uit een stash gehaald en
overgeven aan de kopers. Om 13.02 uur (15.02 Ned. tijd) bevestigd [accountnaam 9] dat hij de cocaïne heeft gegeven. Uit het bericht van [accountnaam 9] blijkt dat hij 67 stuks heeft gegeven, waaronder 2 stuks met stempel Nike en 2 met stempel R25. Dit in tegenstelling tot eerdere berichten waarin werd gesproken over 65 stuks. In het geval er daadwerkelijk 67 stuks zijn gegevens zou dat de prijs per stuk veranderen van € 32.000 in € 31.044,67 wat in de groothandel in cocaïne een ongebruikelijke prijs per stuk.
Ambtshalve is mij bekend dat de prijs voor een kilo cocaïne doorgaans een afgerond bedrag
bedraagt zoals bijvoorbeeld € 29.000 of een op honderd of vijftig euro afgeleid bedrag
daarvan, zoals € 29.250.
[accountnaam 2] stuurt een berichtenwisseling tussen hem en ene [bijnaaam] door
naar [accountnaam 9] . Hieruit blijkt dat de koper van de cocaïne klaagt bij [accountnaam 2] over de
kwaliteit van sommige blokken cocaïne die door [accountnaam 2] via [accountnaam 9] en de broer van
[accountnaam 2] even te voren zijn geleverd. Vermoedelijk is [bijnaaam] de koper
van de cocaïne. Uit de berichten tussen [accountnaam 2] en [bijnaaam] komt naar
voren dat als men de problemen kan oplossen er vervolgafspraken voor de rest gemaakt
kunnen worden. Vermoedelijk was er op voorhand al sprake van een grotere levering dan de
tot nu toe genoemde 67 stuks.
Uit de berichten valt op te maken dat [accountnaam 2] vermoedelijk over deze levering contact
heeft met "zwager". Uit het onderzoek Abrikoos is naar voren gekomen dat [accountnaam 2]
aanzienlijke hoeveelheden blokken cocaïne koopt van zijn zwager en doorverkoopt. Tevens
is gebleken dat met de zwager van [accountnaam 2] de gebruiker van het Sky-id [codenummer] wordt
bedoeld. Voorts is het vermoeden dat [accountnaam 2] op het moment van deze
berichtenwisselingen zich op Ibiza in het gezelschap van zijn zwager, de gebruiker van
[codenummer] , bevindt.
[accountnaam 2] heeft een gesprek met gebruiker [accountnaam 6] en deze geeft aan dat hij aan " [bijnaam 2] "
een PGP telefoon met de Sky applicatie daarop heeft gegeven. Vermoedelijk wordt met
" [bijnaam 2] " de broer van [accountnaam 2] bedoeld want een paar minuten later beginnen er
chatgesprekken tussen [accountnaam 2] en [accountnaam 1] . Tussen [accountnaam 2] en [accountnaam 1] waren nog
niet eerder contacten geweest, voorzover dat in de ter beschikking staande dataset nagegaan
kon worden. [accountnaam 1] noemt de gebruiker van [accountnaam 2] "kardes" wat "broer" betekent.
Het chatgesprek is slechts éénzijdig te lezen waardoor alleen wat [accountnaam 1] zegt te lezen is.
[accountnaam 2] geeft aan [accountnaam 9] door dat hij de Sky-id van [accountnaam 9] aan zijn broer heeft
doorgegeven. Vermoedelijk heeft dit te maken met de vervolg levering.
[accountnaam 2] en [accountnaam 9] discussiëren nog na over de levering. [accountnaam 9] is vermoedelijk goed
op de hoogte met de kwaliteit van de blokken met de diverse stempels, zoals Nike en R25.
Volgens [accountnaam 9] zijn er van de Nike's maar een paar harde blokken en zijn alle R25
blokken zacht. Vermoedelijk beheert [accountnaam 9] de voorraad blokken cocaïne.
[accountnaam 2] stuurt om 20.39 en 20.40 uur twee chatattachments naar [accountnaam 9] door. Hieruit
komt naar voren dat er overeenstemming is met betrekking tot een 2° levering van
vermoedelijk 55 of 51 stuks, aan [bijnaaam] . Gezien de namen die
genoemd worden van Nike, R25 en Tesla betreft het hier vermoedelijk blokken cocaïne. Die
2e levering gaat de volgende dag, 30-07-2020 omstreeks 13.30 - 14.00 uur (Ned. Tijd)
geleverd worden. Even later hebben [accountnaam 2] en [accountnaam 9] weer contact over die 2°
levering.
[accountnaam 2] geeft aan dat er een deal is gesloten over de verkoop van 55, waarmee
vermoedelijk 55 blokken cocaïne worden bedoeld. [accountnaam 2] geeft aan dat zijn broer bij
[accountnaam 9] zal zijn als ondersteuning ("back up).
[accountnaam 2] geeft aan dat "zwager", waarmee hij vermoedelijk zijn zwager, de gebruiker van
[codenummer] bedoeld, aan [accountnaam 9] gaat doorgeven welke blokken met welk stempel precies,
geleverd kunnen worden. Dit bevestigd het vermoeden dat [accountnaam 2] en zijn zwager op de
achtergrond overleg hebben met betrekking tot de te leveren cocaïne en dat [accountnaam 2] de
cocaïne vermoedelijk van zijn zwager koopt en vervolgens aan zijn eigen klant(en)
doorverkoopt.
De volgende dag zit de gebruiker van [accountnaam 1] vermoedelijk te wachten wanneer hij
richting [accountnaam 9] kan vertrekken, daar de geplande afspraak op 13.00-14.00 uur
Nederlandse tijd stond. De tijdstippen waarop [accountnaam 1] dit aan [accountnaam 2] vraagt komen
overeen met de afgesproken tijden (12.44 UTC + 2).
[accountnaam 2] stuurt berichtenverkeer tussen hem en [bijnaaam] door aan
[accountnaam 9] waaruit blijkt dat de chauffeur ("driver") van [bijnaaam] niet
eerder dan 20.00 uur in Rijswijk kan zijn. Vermoedelijk zal de overdracht in Rijswijk gaan
plaatsvinden. [accountnaam 9] wil het niet zo laat doen in de afgesproken buurt. Vermoedelijk is
[accountnaam 9] bang voor ontdekking.
[accountnaam 2] en [accountnaam 1] hebben nog even contact over de voortgang van de afspraak
waarvan [accountnaam 2] aangeeft dat deze gewoon doorgaat.
[accountnaam 2] houdt [accountnaam 9] op de hoogte van het verloop van de afspraken. De chauffeur van
[bijnaaam] kan pas tussen 21.00 -21.15 uur in Rijswijk zijn en [bijnaaam]
wil weten wat de andere partij wil.
T [accountnaam 9] blaast de afspraak af omdat hij niet zo laat op de avond met tassen over straat
wil gaan. [accountnaam 2] en [accountnaam 9] spreken af dat het de volgende ochtend om 09.00 uur op
dezelfde plek gaat gebeuren. XDQRH laat weten dat hij nog steeds beschikbaar is om naar
Rijswijk te gaan.
[accountnaam 2] stuurt nog wat berichtenverkeer tussen hem ("Jackson") en [bijnaaam]
door, ter bevestiging van de gemaakte afspraken voor de volgende dag.
[accountnaam 9] stuurt het token door dat de volgende dag bij de afspraak door de chauffeur van
[bijnaaam] getoond moet worden om aan te tonen dat hij de contactpersoon
is.
[accountnaam 9] vraagt nog een keer bevestiging aan [accountnaam 2] of de afspraak de volgende ochtend
doorgaat. [accountnaam 2] bevestigd dat de afspraak doorgaat en dat zijn broer er ook bij zal zijn.
Vermoedelijk wordt met "de broer van [accountnaam 2] ", de gebruiker van [accountnaam 1] bedoeld.
De volgende ochtend hebben [accountnaam 2] en [accountnaam 1] weer heel even contact, vermoedelijk
omdat [accountnaam 2] zeker wil weten dat [accountnaam 1] wakker is en/of onderweg is naar [accountnaam 9] .
Vervolgens geeft [accountnaam 1] aan [accountnaam 2] door dat hij er bijna is.
[accountnaam 2] geeft vervolgens aan [accountnaam 9] door hoe laat iedereen (de chauffeur van [bijnaaam]
en de broer van [accountnaam 2] ) op de afgesproken plaats zullen zijn. [accountnaam 2]
geeft aan [accountnaam 9] door dat zijn broer al op de afgesproken plek is. [accountnaam 9] en [accountnaam 1]
bevestigen aan [accountnaam 2] dat zij elkaar gezien hebben. Vermoedelijk wordt de gebruiker van
[accountnaam 9] door [accountnaam 1] als "kale" aangeduid.
[accountnaam 1] is op de plek waar de overdracht gaat plaatsvinden en is behulpzaam bij het
Doorgeven van informatie aan [accountnaam 2] met betrekking tot de stand van zaken van de
overdracht. Volgens [accountnaam 1] wil "kale", waarmee vermoedelijk [accountnaam 9] wordt bedoeld,
weten hoeveel "paps", waarmee vermoedelijk contant geld bedoeld wordt, gaat ontvangen.
[accountnaam 1] bevestigd dat hij en [accountnaam 9] het geld hebben overgenomen. Hij zal even later
nadere berichten geven en foto's sturen.
[accountnaam 9] bevestigt aan [accountnaam 2] dat hij "die paps", waarmee vermoedelijk contant geld
bedoeld wordt, heeft ontvangen maar beklaagt zich erover dat het allemaal kleine coupures
zijn. [accountnaam 1] verstuurt foto's naar [accountnaam 2] waarop stapels gebundelde bankbiljetten van
€ 10 en € 20 zichtbaar zijn en geeft door dat in de 1° tas "589k", waarmee vermoedelijk €
589.000 wordt bedoeld, aanwezig was.
[accountnaam 2] geeft aanwijzingen met betrekking tot het maken van de foto's aan [accountnaam 9] die
dat op zijn beurt aan de "bra" van [accountnaam 2] moet leren op het oog te kunnen schatten.
[accountnaam 1] stuurt foto's van de 2° tas door aan [accountnaam 2] . Volgens [accountnaam 1] bedraagt de
inhoud van de 2° tas 427500, waarmee vermoedelijk € 427.500 wordt bedoeld.
Er worden foto's van de diverse stapels contant geld naar [accountnaam 2] verzonden en het geld
wordt geteld. [accountnaam 1] bevestigd dat hij bezig is met het geld te tellen en geeft door dat er
in de 3° tas 385k zat, waarmee vermoedelijk € 385.000 wordt bedoeld.
[accountnaam 9] en [accountnaam 1] zijn druk bezig met het tellen van het geld en [accountnaam 1] geeft aan
dat ze nog 5 minuten nodig hebben daarvoor. [accountnaam 2] zegt dat [accountnaam 5] rustig aan moet
doen en noemt hem "broer". [accountnaam 2] geeft opdracht dat [accountnaam 9] en [accountnaam 1] de andere
partij, die in ruil voor het geld nog 51 blokken cocaïne moet ontvangen, moet wachten.
[accountnaam 1] houdt [accountnaam 2] continue op de hoogte van de vorderingen met betrekking tot het
tellen van het geld. In de vierde tas heeft kennelijk € 442.500,- gezeten. Op 31-07-2020 is er
sprake geweest van 4 tassen met contant geld bestaande uit:
Vermoedelijk zijn [accountnaam 1] en [accountnaam 9] na het tellen van het geld de blokken cocaïne naar
de perso(o)n(en) gaan brengen die vermoedelijk op de afgesproken plek van de overdracht
stonden te wachten. [accountnaam 1] geeft door dat het wat langer duurde, vermoedelijk omdat er
vreemden bij de ontvanger(s) stonden. [accountnaam 9] bevestigd dat hij 13 Nike's, 28 R25 en 10
Tesla, in totaal 51 stuks zoals afgesproken, heeft gegeven, waarmee vermoedelijk blokken
cocaïne met de stempels Nike, R25 en Tesla worden bedoeld. Vermoedelijk is [accountnaam 1] bij
deze overdracht aanwezig en behulpzaam geweest.
[accountnaam 1] bevestigd hier aan [accountnaam 2] dat hij bij de overdracht aanwezig was, aangezien
[accountnaam 9] om 08.11 uur doorgeeft dat hij de 51 stuks heeft overgedragen. [accountnaam 1] heeft
daarna nog met "kale jongen" staan praten waarmee vermoedelijk [accountnaam 9] , die eerder al
"kale" werd genoemd door [accountnaam 1] , wordt bedoeld.

7. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 15 januari 2022, voor zover inhoudende (p. 165 tot en met 173, met chatberichten integraal):

Op 7 en 8-02-2021 voert [accountnaam 2] gesprekken met de gebruiker van het Sky-id [accountnaam 4]
over de levering door [accountnaam 2] van 5 stuks met het logo NIKE.
Op 10-02-2021 wil afnemer [accountnaam 4] nog 1 stuks hebben. Er worden afspraken gemaakt
over het tijdstip en wie de cocaïne op komt halen namens [accountnaam 4] . Om 18.46 uur
bevestigd [accountnaam 2] aan [accountnaam 4] dat de overdracht heeft plaatsgevonden.
Op 11-02-2021 bestelt [accountnaam 4] nog 1 stuks NIKE bij [accountnaam 2] . Om 15.08 uur bevestigd
[accountnaam 2] aan [accountnaam 4] dat de overdracht heeft plaatsgevonden.
Uit het bericht van [accountnaam 2] om 13.19 uur bestaat het vermoeden dat [accountnaam 2] inzicht en
vermoedelijk toegang heeft in/tot zijn handelsvoorraad.
Uit de opmerking van [accountnaam 4] om 12.57 uur dat "die jongen van gister er nog één wil",
bestaat het vermoeden dat een dag eerder naar alle waarschijnlijkheid door [accountnaam 2] één
stuks met stempel NIKE geleverd is aan [accountnaam 4] .
Op 14-02-2021 bestelt [accountnaam 4] nog eens 3 stuks en hij wil 1 stuks, die vermoedelijk eerder
geleverd is, teruggeven aan [accountnaam 2] . Uit de berichten en de verzonden foto's wordt niet
duidelijk of hier gesproken wordt over cocaïne. Uit het bericht van [accountnaam 4] om 12.59 uur
"Geef hem bruine pakket" kan worden vermoed dat het hier mogelijk om heroïne gaat. Uit
het totale berichtenverkeer van de gebruiker van [accountnaam 2] is naar voren gekomen dat deze
tevens in heroïne handelt. Uit het feit dat [accountnaam 2] om 14.30 uur een foto stuurt van een
pakket dat hij heeft ontvangen kan worden vermoed dat de overdracht van hetgeen is
afgesproken, is geslaagd.
Op 15-02-2021 gaat de communicatie tussen deze twee gebruikers verder. Uit het
berichtenverkeer komt het vermoeden naar voren dat er door [accountnaam 2] , 2 stuks,
vermoedelijk blokken cocaïne aan [accountnaam 3] zijn geleverd. Vermoedelijk betreft het hier de
leveringen van 10 en 11-02-2021 aan [accountnaam 3] van 2 x1stuks. Uit het berichtenverkeer valt
op te maken dat van die 2 stuks er één door [accountnaam 3] is verkocht voor een bedrag van 28250,
waarmee vermoedelijk€ 28250 wordt bedoeld. Vermoedelijk heeft [accountnaam 3] nog 1 stuks
over die niet verkocht is en wordt er gesproken over wel/niet teruggeven aan [accountnaam 2] .
Uiteindelijk geeft [accountnaam 3] één stuks aan [accountnaam 2] terug. Op 15-02-2021 om 13.26 uur
bevestigd [accountnaam 2] aan [accountnaam 3] dat hij het geld en 1 stuk heeft terugontvangen zoals
afgesproken.
Op 15-02-2021 heeft [accountnaam 2] een chatgesprek met gebruiker [accountnaam 6] . Deze laatste bestelt
"1klaver" bij [accountnaam 2] , waarmee vermoedelijk 1 blok cocaïne met het stempel van een
klaverblad bedoelt wordt. Het bestelde blok cocaïne zal door ene "Seko", vermoedelijk een
chauffeer van [accountnaam 6] bij [accountnaam 2] worden opgehaald. Om 16.34 zegt [accountnaam 6] dat "Seko"
bij [accountnaam 2] gearriveerd is en [accountnaam 2] zegt dat hij naar buiten gaat, vermoedelijk om
"Seko" te ontmoeten en het blok cocaïne met het stempel "KLAVER" aan "Seko" te geven.

8. Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, opgemaakt op 12 oktober 2021, integraal (p. 49 tot en met 52).

9. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 6 december 2021, voor zover inhoudende (chatberichten integraal, p. 83 tot en met 133):

Bericht op 16 juli 2020 verzonden door [accountnaam 2] : “wat heb je laatst afgegooid bij me broer
min deze rekening”
Bericht op 19 juli 2020 verzonden aan [accountnaam 2] : “Maatje die pap is bij je broer”;
Bericht op 19 juli 2020 verzonden door [codenummer] : “kun je dat van [bijnaam 3] (bijnaam [de verdachte]
) goed nakijken ze broer heeft echt geteld kijk even of maak foto’s aub” Dit bericht volgt op eerdere bericht tussen [accountnaam 2] en [accountnaam 9] waaruit blijkt dat Hassen z’n boer op pad stuurt.
Bericht op 24 juli 2020 verzonden door [accountnaam 2] : “Can (mijn beste) heb je 86 of 96
gegeven aan me broer”.
Bericht op 27 juli 2020 verzonden door [accountnaam 2] : “Niffo kan je die paps aan me broer
geven 34.000” even later volgt op dit bericht een bericht verzonden door FSJKQ: maatje je
brada (=broer) heb die pap gekregen
Bericht op 28juli 2020 verzonden door [accountnaam 2] : “die kleine moet 17.00 uur in den haag
zijn met me broer ok paps afgooien”
Berichten op 4 augustus 2020 conversatie tussen [accountnaam 2] en [accountnaam 3] daaruit blijkt dat er
geld bij de broer van Hassen moet worden afgeleverd of dat z’n broer het komt halen.
Berichten op 5 augustus 2020 conversatie tussen [accountnaam 2] en [accountnaam 1] daaruit blijkt dat
verdachte geld in ontvangst heeft genomen.

10. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 12 oktober 2021, voor zover inhoudende (p. 46):

[de verdachte] werd op dinsdag 12 oktober 2021 door ons verbalisanten aangesproken
voor het perceel [adres 2] te Rotterdam.
Hierop deelde hij ons ongevraagd en spontaan mede, dat hij de eigenaar is van het door de
politie gevonden vuurwapen, wat een Glock zou betreffen met scherpe munitie.
Ook verklaarde hij spontaan dat hij dit vuurwapen zou hebben gekregen / aangeschaft of
woorden van gelijke strekking, in verband met een bedreiging gericht aan zijn vader.

11. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 14 oktober 2021, voor zover inhoudende (p. 73 tot en met 75, 76, 77):

Het vuurwapen werd aangetroffen tijdens de doorzoeking van het perceel aan de [adres 2]
te Rotterdam.
Soort wapen: Pistool.
Fabrikant: Glock Gmbh
Merk: Glock
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1,
categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie.