ECLI:NL:RBDHA:2024:13968
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Frankrijk
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A. Szirmai, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvraag werd door de minister van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 30 juli 2024 behandeld, waarbij verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL24.23542, behandeld, waarin de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan. Gezien de uitspraak in die andere zaak, was de voorzieningenrechter van mening dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was.
Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.