Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Lichter middel
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 augustus 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De minister van Asiel en Migratie had op 16 juli 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000, omdat er een risico bestond dat de eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Op 29 juli 2024 heeft de minister de maatregel opgeheven, omdat de eiser was overgedragen aan Spanje.
De rechtbank heeft het beroep behandeld en geconcludeerd dat de beoordeling zich beperkt tot de vraag of de eiser recht heeft op schadevergoeding, nu de bewaring is opgeheven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister zorgvuldig heeft gehandeld en dat de zware gronden voor de maatregel van bewaring, zoals het niet op de voorgeschreven wijze binnenkomen van Nederland en het zich onttrekken aan toezicht, voldoende gemotiveerd zijn. Eiser heeft betoogd dat hij niet is gehoord voorafgaand aan de maatregel en dat hij psychische klachten heeft, maar de rechtbank oordeelt dat de minister voldoende heeft gemotiveerd dat een lichter middel niet mogelijk was.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door rechter D. Verduijn, in aanwezigheid van griffier R.A. Oelen, en is openbaar gemaakt op 2 augustus 2024. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.